Het Nieuwsblad van het Zuiden - donderdag 22 augustus 1974
Alles heeft een einde behalve worst...
Hoewel
niet steeds onder te brengen in het begrip "Taalplastiek" hebben we
ons hier van tijd tot tijd nog al eens de vrijheid veroorloofd
typisch gewestelijke woorden of aardig klinkende zinnen in het
Tilburgse dialect vast te leggen. We deden dit omdat het dialect
steeds verder in de hoek gedrongen wordt, wat wij als een vorm van
taalverarming zien. Daarnaast zat de bedoeling voor iets te doen aan
een hardnekkig minderwaardigheidsgevoel met betrekking tot dialect
in het algemeen en het Tilburgse in het bijzonder.
Beneden prijs
Je
ontmoet niet veel Tilburgers, die de moed opbrengen hun dialect mooi
te noemen. Daarentegen zijn wij er nog al eens als de kippen bij een
eventuele aanval reeds bij voorbaat de pas af te snijden door zelf
dat Tilburgse als lelijk te kwalificeren. Velen hebben dat trouwens
ook zo gedaan als het hun eigen stad betrof. We zien dat gewoon als
een gebrek aan lef en als een bescheidenheid, waardoor we ons zelf
beneden de prijs "verkopen".
Dit geldt
ook voor ons dialect. "Mooi" en "lelijk" zijn zeer subjectieve
begrippen, waarover eindeloos te discussiëren valt. We vermogen niet
in te zien waarom het Tilburgs "lelijk" zou zijn. Is het platte
Amsterdams of Rotterdams dan misschien zoveel mooier? We hebben wel
eens een niet-Brabander ontmoet, die - als onbevooroordeelde - het
Tilburgs - vooral met zijn langgerekte aai-klanken - zangerig en
mooi vond. Had die nu per se ongelijk?
Je moers taal
Het
spreken van "zijn moers taal" is op zich geen schande of gebrek aan
beschaving zoals wel eens wordt gedacht. Als ge maar weet waar en
wanneer ge het doet. Wél achten wij het noodzakelijk, naast zijn
dialect, het Algemeen Beschaafd Nederlands of wat daar voor
doorgaat, te beheersen. Zo bezien is het bezitten van een dialect
een benijdenswaardige rijkdom. Het is als het ware of ge twee talen
spreken kunt. En daarop kan niet iedereen zich beroemen. Indien dit
alles erg chauvinistisch klinkt dan is dat ook de bedoeling. We
kunnen best wat chauvinisme gebruiken want we zijn nog ver
verwijderd van de dosering, waarin "chauvinisme" eigenlijk pas
werkelijk chauvinisme wordt.
Verkrachting
In dit
kader kan misschien ook eens gewezen worden op een in de sprekende
publiciteitsmedia steeds voortwoekerende taalverkrachting. We
bedoelen hier het leggen van verkeerde klemtonen op samengestelde
woorden. Zo krijgt ge dan gruwelijkheden te horen als: "Ik ben mijn
vriend tegenGEKOMEN" met de nadruk op "gekomen". De voorbeelden
daarvan zijn legio. Men gaat zelfs soms zo ver, dat ook in een zin,
waar dit misplaatst is, de klemtoon gelegd wordt op het laatste
woord van de zin zoals dat de Fransman pleegt te doen. Zuidelijke
Nederlanders (Brabanders en Vlamingen) spreken van nature beter. En
daarom is het zo jammer, dat de "Hollandse" euvels ook reeds door
onze Vlaamse buren worden overgenomen in de waan, dat ze daarmee het
neusje van de zalm-taal importeren.
Het einde
Maar om
nu terug te keren tot onze "Taalplastiek..." Deze is met dit artikel
ten einde. Het eerste nummer daarvan verscheen op deze plaats 18
april 1964. De rubriek heeft derhalve méér dan tien jaar gelopen.
Hoe bestaat het! We schrikken er zelf van!
Opgezet
als aardigheid voor de lezer kreeg ze toch nog een ander effect.
Alle afleveringen werden regelmatig toegezonden aan prof. dr. A.A.
Weijnen, hoofd van de Nijmeegse Centrale voor Dialect- en Naamkunde
van de Katholieke Universiteit te Nijmegen. Zo heeft de rubriek, als
verzamelvat van ruw materiaal voor wetenschap, hopelijk ook
enigszins een culturele taak vervuld.
Vele
lezers hebben ons, in de loop der jaren, daarin bijgestaan. Als zij
niet alle ingezonden materiaal behandeld gezien hebben, komt dit
omdat het doublures betrof, die al eerder hier aan de orde waren
geweest, of omdat het materiaal niet geschikt was, hetzij het niet
in de rubriek paste of omdat wij niet wilden afdalen onder een norm,
die we ons gesteld hadden.
Dat ge bedankt zijt...
Al deze
medewerkers bedanken wij hartelijk. We betreuren het daarbij, dat
sommigen van hen deze woorden niet meer zullen lezen omdat ze niet
meer tot de levenden behoren.
En nu is
het met de "Taalplastiek" afgelopen. "Alles heeft een einde! Behalve
worst, die heeft er twee!" Nog even een dóórdenkertje! Saluut!
TILBURGER