CUBRA

INHOUD PIERRE VAN BEEK
HOME 
BRABANTS
KUNST
FOTOGRAFIE
TEKSTEN
AUTEURS
AUDIO
SPECIAAL

PRINT

Pierre van Beek - Heemkunde-artikelen

 redactie: Ben van de Pol

 

Van Tilburg naar Postel

Het Nieuwsblad van het Zuiden - zaterdag 21 september 1968

Misschien trekt de nazomer nog wel eens alle registers open om in apotheose goed te maken, waarin hij dit jaar is tekort geschoten. Voor dit geval willen we hier de natuur- en schoonheidminnende automobilist met wat ontdekkingszin en lust tot het kleine avontuur in een prozaďsche wereld een rustige dagtocht voorschotelen, die hem - uit en thuis - op niet meer dan 90 kilometer behoeft te komen. Het betreft een rit door de Belgische Kempen en wel van Tilburg naar Postel, een gebied, dat ook uit Tilburg en omgeving zijn vaste klanten heeft, maar nog veel te weinig bekendheid geniet, terwijl het toch zo bijzonder attractief is.

We hebben geprobeerd vooral aandacht te schenken aan het detail, aan de dingen, waaraan men gemakkelijk voorbij rijdt. Geen daverende zaken, doch die bij nadere beschouwing toch wel degelijk de moeite waard blijken en alles bijeen een "couleur locale" vormen, waarin dit Vlaamse Kempische land langzaam gaat leven in een licht zoals de automobilist, die "eens even met zijn familie naar Postel rijdt", het eigenlijk niet gemakkelijk te zien krijgt. De route gaat steeds over zeer goede tot goede verharde wegen. Wat we een paar jaar geleden niet konden zeggen.

 

Na het passeren van de grens ten zuiden van Goirle en het eerste Belgische dorp Poppel voert de weg naar het 2.900 inwoners tellende Weelde. Of eigenlijk naar een gedeelte van deze gemeente, dat Weelde-Straat genoemd wordt. De hoofdparochie met de mooie St. Michielskerk van ± 1841 en de beschermde bakstenen toren van 1527, die een prachtig voorbeeld van Kempische gotiek vormt, ligt nog een aardig eindje ten zuidwesten van Weelde-Straat verwijderd. Zoals de naam al aangeeft, is deze parochie niet meer dan een (gebogen) straat. Maar dan een heel brede met een typisch Vlaams karakter door zijn bebouwing en door de mensen, die er op zomeravonden gemoedelijk op stoelen voor hun woning zitten.

Ongeveer in het midden van de "Straat" staat een speels kapelletje als een kathedraaltje-in-miniatuur met alles er op en er aan, wat men voor een grote kerk zou kunnen uitdenken. Een vroeger, kleiner kapelletje en het oude dorpsraadhuisje met bordes hebben hiervoor het veld moeten ruimen. Een ingemetselde steen brengt "Hulde en dank aan de ZE Heer L. Tubbax, stichter en herder". Het betreft hier een voormalige pastoor van de parochie. In het portaal met blauwe plavuizen leest ge, boven de eigenlijke ingang tot de kapel, met een stille glimlach de volgende tekst:

"Hier bloeit de boom des levens dag en dag.

Hier rust de ziel van 't ijdele bejag.

Hier antwoordt God op zuchten en gebeden."

Woorden, tegen de gangbare gewoonte in, niet aan de bijbel ontleend, maar kennelijk een wat moeizaam tot stand gekomen fabrikaat van een vrome ziel...

 

Molm verteert oude beelden

Het is de moeite waard de aan St. Jan, patroon van Weelde-Straat, toegewijde kapel binnen te gaan. Ge vindt daar, op houten consoles langs de wanden, zeven uit de oude kapel afkomstige, uit hout gesneden beelden uit de vijftiende en zestiende eeuw plus een drietal eveneens houten engeltjes. Een H. Brigitta-met-koe, een St. Jan en een H. Appollonia, welke laatste tegen de tandpijn werd aangeroepen, hebben we geďdentificeerd. In de tastbare gedaante van houtworm knaagt de "tand des tijds" gestaag aan beelden en consoles, welke door ontelbare gaatjes doorboord en met geel poeder bedekt zijn. Verder is er nog een groot schilderij, dat de doop van Christus in de Jordaan voorstelt. Als bijzonderheid vernamen wij, dat in het kapelletje het H. Bloed één nacht heeft gerust toen het van Boxtel naar Hoogstraten werd overgebracht. Dat was op een Drievuldigheidszondag, de zondag na Pinksteren.

Vlaanderen is het land van de kapellekes. Als sterren op een Lieve-Vrouwemantel staan ze gestikt langs de velden en de wegen tot in de verst verwijderde hoeken. En elk van hen heeft wel een of andere historie. Ge kunt dan ook niet naar Postel rijden zonder er enige te ontmoeten. Nog voordat ge Weelde-Straat hebt verlaten, is uw oog al van verre geboeid door een karakteristiek en fotogeniek plekje. Een hagelwitte kapel, blanker dan een hostie, domineert in sobere lijn tussen het groen en roept, als een opgestoken hand van een verkeersagent, de passant een halt toe. Links naast de kapel filosofeert, onder de kuif van een geheel met klimop omrankte dakrand, die zo laag is, dat ge gemakkelijk met de hand aan de pannen kunt raken, een langgerekt huisje, dat - ondanks zijn ouderdom - met zijn drie paar blauw-witte venstertjes nog twinkelt van een levenslust, waartoe het kapelletje schijnt te inspireren.

 

Onwelkome St. Jan

In het sobere interieur van de kapel vermeldt een gebakken, geglazuurde steen: "Uit vrome dankbaarheid aan onze H. Patroon voor zijn bijzondere bescherming tijdens de oorlog". Die patroon, die St. Jan moet zijn, prijkt wél groot maar moeilijk te identificeren als geglazuurd, modern beeld op de ereplaats in de kapel. Het verbaast niet, dat het in Duitsland vervaardigde beeld bij de mensen van Weelde niet zoveel enthousiasme ontmoette. Het was driemaal scheepsrecht en nog niet content. Een eerste beeld werd door pastoor Tubbax z.g. geweigerd, een tweede uitvoering voldeed ook niet en de derde, welke we hier voor ons hebben, werd eindelijk - ook nog met tegenzin - geaccepteerd.

In het verleden trok tweemaal per jaar, o.a. op 24 juni, de St. Jansprocessie, waarin o.a. werd rondgedragen het hoofd van St. Jan op een schotel, dat toevallig ook het gemeentewapen vormt van het Nederlandse grensdorp Goirle. Die processie is - zoals zo veel - thans afgeschaft. Ditmaal onder het motief: "Voortaan te druk op de straat". Ook heeft men hier nog de zg. Kapellekeskermis gekend op Drievuldigheidszondag. Omdat die met haar gedans en lawaai moeilijk met de feestdag te rijmen bleek, werd de kermis naar een andere datum verschoven.

 

Eeuwenoude linde

Slechts weinige meters voorbij het kapelletje vraagt een enorme lindeboom met veldkapelletje en bidbankje achter het ijzeren hek voor een boerderij de aandacht. Geen mens weet hoe oud die boom is. "Het kan best zeshonderd jaar zijn!" Aan de voet meet hij acht meter in omvang en bij het normale gedeelte van de stam, even boven de grond, nog altijd zes meter.

Nu buigt direct links een stille asfaltweg af naar Arendonk. Rechts en links vergezeld door bouwland passeert ge de Ravelse Eel, een tot de gemeente Ravels behorend kerkdorpje met zijn St. Adrianuskerkje van 1896. Na enige kilometers verandert het karakter van het landschap plotseling. Verdwenen zijn de verre einders, want ge wordt opgeslokt door de grote dennen- en loofbossen van het staatsdomein, waar de weg zich doorheen boort als door een donkere tunnel. De hoge bomen overhuiven met hun bladerkronen de weg geheel, zodat er altijd schemering heerst als in een Romaanse kathedraal. Nu kennen we wel meer door bomen overhuifde wegen, maar geen daarvan is zó duister en zó mysterieus als dit weggedeelte, waarvan het berijden steeds weer opnieuw een genot betekent, dat we al van te voren met vreugde tegemoet zien. Er trekt echter een grote, lichte baan, die de weg kruist, dwars door de bossen heen. Het is het traject van de buizen van het Nederlandse aardgas voor België. Als ge dan gelijk een Dante na zijn tocht door de onderwereld weer terugkeert in het licht, valt de stille huiver van u af als ge weer een hemel boven u weet. Al spoedig komt ge echter opnieuw in de greep van weelderige bossen, nu echter van veel vriendelijker karakter.

Zonder het te merken zijt ge nog een topografische bijzonderheid gepasseerd. De gele borden langs de weg met de namen der gemeenten zouden doen denken, dat ge van Ravelse Eel het territoir van Arendonk binnenrijdt. Dit is echter niet het geval. Tussen beide ligt nog een smalle strook gebied van het nogal ver verwijderd liggende Oud-Turnhout. Bij ongelukken op dit weggedeelte kan dit verrassende complicaties geven.

 

St. Ludgardiskluis

Intussen zijn we gearriveerd in het gebied van het grootgrondbezit. Links vraagt het kasteel met toren en kantelen "De hoge Heide" de aandacht en daar tegenover spreekt de fraaie lijn van de witte St. Ludgardiskluis met haar open klokketoren de voorbijganger aan. Al vijftien jaar geleden bevond zich hier een kapelletje, dat echter pas uit de vergetelheid naar voren is getreden na zijn vernieuwing en verbouwing een jaar geleden. Voormalige stallen en andere bijgebouwen van het kasteel werden omgetoverd tot wat men nu onmogelijk voorbij kan gaan. Een bijzondere achtergrond heeft de tegenwoordig ongebruikelijke kwalificatie "kluis" niet, al proeft ge in dat woord iets van een vertrouwelijke, intieme geslotenheid, die weldadiger dan het alledaagse "kapel" aandoet. St. Ludgardis is de patrones van de Vlaamse jeugd.

Achter in de kapel wordt ge getroffen door een fleurig geklede Lieve Vrouw van de Kempen met een driehoekig stijfuitstaande mantel zoals die vooral voor de Vlaamse Lieve Vrouwkes typerend is. Het Lieve Vrouwke zelf straalt van kinderlijke onschuld al wekt ze met haar lange, vlasblonde vlechtjes gedachten op aan een blonde Gretchen uit Goethe's Faust. - Honi soit qui mal y pense! - Het is een werkstuk van de zusters Clarissen van Turnhout, die faam genieten in het vervaardigen van dit soort aangeklede beelden, waarmee ze zelfs hele tableaux scheppen. Hun werk is ver door het Vlaamse land en daarbuiten verspreid. Ook in de abdij van Postel ontdekten we onlangs in een der kamers de artistieke smaak en vaardigheid van deze Turnhoutse zusters. In de kapel zagen we, als merkwaardige attributen, nog twee houten renaissancekolommen, die daar - zonder specifieke functie - wormstekig paraderen in de op het eerste gezicht modern maar niet als zodanig geheel volgehouden interieuraankleding.

Rector van de kapel is de Dominicaner pater Versmissen, tevens aalmoezenier van de achter fraai geboomte gelegen kliniek. Het betreft hier een particuliere polikliniek voor verschillende ziekten. Zij heeft honderd bedden. Het is de bedoeling hier geleidelijk aan alle specialiteiten te zamen te brengen. Momenteel zijn er reeds zes aanwezig met zes doktoren, waaronder een internist.

 

Echte lusthoven

Deze streek, die "De Lusthoven" wordt genoemd, doet haar naam eer aan. Vlak naast de weg ligt een bijna 2 ha grote vijver, die wij voor ons zelf de vijver van "Zwaan kleef aan" genoemd hebben. Hierop drijft, plechtstatig en trots, als een commandoschip, bijna steeds een grote, witte zwaan, die zich kenmerkt door een bijzondere agressiviteit. Zodra zij voor het gaas langs de weg mensen ziet, komt zij - ook al mocht ze zich aan het einde van de vijver bevinden - zelfverzekerd en majestueus met brede borst aangeploegd alsof ze zeggen wil: "Wie komt er aan mijn rijk!" Moeizaam, maar zonder een moment van aarzeling, hijst zij haar zware lijf, dat nog groter blijkt dan het van verre leek, op de oever. Wanneer ge nog in bewondering kijkt naar zoveel blankheid (witter kan het niet!) en naar de sierlijkheid van de gebogen hals en lieve woordjes prevelt, steekt zij onverwacht, met een krachtige ruk, die plotseling rechtuitschietende hals door de grote mazen van het gaas. Men hoede zijn kinderen voor een venijnige snavelslag, die ze eerder te pakken hebben dan ge denkt...

De bossen van kasteel "De hoge Heide", dat momenteel bewoond wordt door de familie De Mathelin, zijn van een enorme uitgestrektheid. Zij strekken zich uit tot de Nederlandse grens tegen de gemeente Hoge en Lage Mierde. Alles is of was eigendom van de familie Emsens, een naam die in deze streek klinkt als een klok en die ieder kind u noemen kan. Nu nog wonen er Emsens in een tweede kasteel hier in de buurt "De Tip" genaamd. Het ligt over de vaart, in geboomte verscholen en van de weg nauwelijks zichtbaar.

 

Romantisch verhaal

De volksmond vertelt een romantisch verhaal over het ontstaan van het fortuin van de voorvaderen der Emsens. Er zal wel "Dichtung und Wahrheit" dooreengemengd zijn maar we willen het de lezer toch niet onthouden. In de tijd dat er nog geen radio bestond, werd er op de Atlantische Oceaan een met suiker geladen schip vermist, dat op weg was naar Europa. Vier gebroeders Emsens, die wel stoutmoedige zakenlieden moeten geweest zijn, zouden dit - door de rederij reeds afgeschreven schip - blindelings hebben gekocht. Een enorme gok dus. Laat nu dit schip, na verloop van tijd, toch nog in Marseille binnenlopen!... Daarmee was de grondslag voor het fortuin gelegd. Se non č vero... In ieder geval werden nu door de Emsens onder Arendonk, "waar de heide zo groot was, dat ge van Hoge Mierde naar Turnhout kon kijken" enorme complexen aangekocht, die zij vruchtbaar maakten met het straatvuil van Brussel. Daarna werd tot beplanting overgegaan, waarbij naar grote variatie werd gestreefd. Zo heeft men in de zo ontstane heerlijkheid een dertig jaar geleden alleen al zestig variëteiten van dennen geteld.

 

"Vijver van Cora"

In deze mooie boscomplexen, die alle afgesloten gebied vormen, treft men het in vijver veranderd voormalige Geksche Hoefven aan met een oppervlakte van tien ha water. Er liggen twee eilanden in, een klein rond en een groter. De volksmond spreekt hier van "de vijver van Cora", omdat de eigenaar op het kleinste eiland eens een groot beeld van zijn dochter van die naam heeft laten oprichten. Nog altijd regeren hier de nakomelingen van de fortuinlijke broeders...

Op gevaar af dat onze geschiedenis eentonig wordt als het verhaal van Adinda en Saidja, vragen we opnieuw aandacht voor een kapelletje, even voorbij kasteel "De hoge Heide". Boven de ingang staat de Latijnse paradox "Het spreekt maar zwijgt". Marmeren ex-voto's betuigen in twee talen dank voor gebedsverhoringen. Het "Merci ŕ la Ste Vierge" hangt er naast het "Dank aan U Maria". Maar ook de H. Jozef en het H. Hart worden niet vergeten. Het kapelletje werd opgericht ter herinnering aan de zoon van een van de heren Emsens, die in de eerste wereldoorlog is gesneuveld. In latere jaren werd het tevens grafmonument. Rechts beneden naast het altaartje leest men op een marmeren plaat: "Ici repose en paix Christiane de Mathelin épouse de messire André de Maere d'Aertrycke. Né le 26 juillet 1914. Décedé le 24 mars 1957."

Spoedig passeren we nu over een smalle ophaalbrug het Kempen Kanaal, een in 1846 gegraven bewateringskanaal, dat later werd verbreed en voor de scheepvaart geschikt gemaakt. Nog altijd loopt de weg door fraaie bossen van grote landgoederen. Hiertoe behoort ook "De 600". Dat betekent 600 ha, de voormalige oppervlakte van dit landgoed, dat eigendom is van de vooral in Tilburg en Goirle bekende Nederlander Harry van Puyenbroek.

 

Arendonk

Nu rijden we spoedig het nijvere stadje Arendonk binnen, dat 10.000 inwoners telt. Arendonk heeft een belangrijk historisch verleden. Zeker sinds 1212 is Arendonk een "Vrijheid". Dat betekende toen, dat de bewoners het juk van lijfeigenen en slaven werd afgenomen en dat het afgelopen was met de grillen en plagerijen van en dienstbaarheden aan de heren.

Met het Nederlandse Valkenswaard genoot Arendonk grote reputatie om zijn valkeniers. Na de ondergang van de brei-industrie in 1870 werd het centrum van sigarenindustrie. Het had ook bekendheid door zijn nu buiten bedrijf zijnde dynamietfabriek. En dan waren er zijn uitgestrekte moerassen, waar de turf wel 2,5 meter dik zat. Tot in Antwerpen werd die met de kar geleverd. Als overblijfsel daarvan heeft men nu nog een uniek bedrijf, dat teelaarde exporteert naar vele landen van Europa.

De Arendonkse moeren namen een belangrijke plaats in in het leven van de mensen. Troosteloze, luguber-dreigende, ontoegankelijke gebieden, die spraken tot de volksverbeelding, welke er allerlei verhalen omheenweefde. Als er in de avond een Arendonker niet op de gewone tijd van Reusel thuis kwam, dan gingen angstige gedachten uit naar die moeren... De moeren zijn door ontginning voor het grootste deel verdwenen. Indien Gramay en Boerhave gelijk krijgen, loopt de wereld nu wel langzaam op een eind:

"Als Dessel zal zijn zonder goed,

Retie zonder moed,

Mol zonder koren,

Balen zonder toren,

Arendonk zonder moeren,

Dan zal de wereld niet lang meer 'doeren'."

Het stadje bezit een aardig centrum rond de in 1904 gebouwde O.L.V. en St. Jobkerk. Deze bevat onder andere 16de-eeuwse schilderijen en een preekstoel van 1792. Het gemeentehuis dateert van 1744. In de wijk Wampenberg staat de kapel O.L. Vrouw ter Sneeuw uit 1705.

 

Nieuwe opschudding op komst?...

In Arendonk woont ook de 80-jarige, maar zeer vitale geschiedschrijver J. Goris, die in de wereld van de kunstgeschiedenis opschudding heeft gewekt door zijn nog steeds omstreden conclusie, dat de beroemde schilder van het Lam Gods (Gent) Jan van Eyck van Arendonk afkomstig is. De heer Goris werkt met ontembare drift aan een nieuw werk, waarin hij definitief met de bestrijders van zijn theorie denkt af te rekenen. Hij meent bovendien dan ook te zullen bewijzen, dat Hubert van Eyck nooit heeft bestaan, maar dat men hier met een bewuste, historische vervalsing te maken heeft...

Op de brede betonweg naar Retie hebben we weinig opmerkelijks ontdekt. Retie zelf met zijn 6.200 inwoners daarentegen is interessant. In plaats van direct naar Poppel door te rijden buige men daarom even rechtsaf naar het dorpscentrum met zijn bizar misvormde en ingemetselde, eeuwenoude gerechtslinde op de Markt, welke nog geplaveid is met het prototype van de in Nederland zo beruchte Vlaamse "kasseien". Ga zeker niet voorbij aan het interieur der kerk met haar merkwaardige rokoko-stoffering, alles grotendeels afkomstig van de in 1784 afgeschafte priorij van Korsendonk te Oud-Turnhout. Vooral de bekleding van het doksaal is uniek.

 

Retie als synthese

Retie heeft als toeristenoord meer pijlen op zijn boog dan men oppervlakkig zou zeggen. Het is de toegangspoort tot een brok heerlijk natuurschoon: bos, heide, zandige heuvels, moeren, vennen, vijvers en vormt een werkelijke synthese van het Kempische landschap. Deze schoonheid valt voor een deel te danken aan koning Leopold I, die in 1853 het koninklijk domein - later uitgebreid door de graaf van Vlaanderen - heeft aangelegd. 't Strekt zich over vier gemeenten uit op een gebied van 4.000 ha. Sinds 1950 is het echter verkocht en werd er veel van verkaveld.

Nu 100 meter terug naar de weg van Postel. Na de brug - tot voor twee jaar een kwelling voor de automobilist - loopt er nu een asfaltweg, effen als een rolschaatsbaan, door fraaie bossen. Een prelude op het eind- en hoogtepunt van de tocht vormt ten slotte het meditatieve Postel, waaraan wij hier reeds vroeger een pagina hebben gewijd. Voordien zijt ge echter nog het reeds voor de brug liggende Berkenstrand en het daarna komende gezellige Familiestrand gepasseerd. Alles heerlijke natuur met gelegenheden tot kamperen, roeien, zwemmen, spelen enz.

 

Alleen door de week

Laat u niet verleiden door het bord "Campinastrand". Dit ligt van deze kant uit kilometers ver weg en de zandweg is abominabel slecht: stenen, kuilen en bulten zonder einde. Er vermeldt trouwens een bordje: "Moeilijke weg" of iets dergelijks. Dan moet het wel erg zijn.

Op zondag laat Postel helaas zijn eigenlijke gezicht niet zien. Ge moet er - zoals wij dezer dagen - eens op een stille maandag komen. Dan proeft ge er de verstorvenheid. Alleen door de week is Postel nog Postel... Bijna zelfs nog als lang voor de oorlog!

Nu bent u 45 km van Tilburg. Een terugweg over Eersel of direct naar Reusel raden we dringend af op grond van slechte wegen - niet omdat ze niet schilderachtig zouden zijn. Beter rijdt men terug naar Arendonk en vandaar via Reusel over de Kempenbaan en Hilvarenbeek naar Tilburg. Dit is wel wat langer dan de heenweg maar in ieder geval een prachtroute.

 

Veel succes in het Vlaamse Kempenland!

 

PIERRE VAN BEEK