De Leij en de Goolse Vloed
Ditmaal
willen we de natuurgenieters onder onze lezers eens een
ongewone weg van Tilburg naar Hilvarenbeek wijzen. Het wordt
een route, die wellicht tot de mooiste en afwisselingrijkste
behoort, die er in onze naaste omgeving te ontdekken valt,
namelijk de route via Goirle en de gebieden van "Gorp"
en "Roovert". We stellen ons daarbij voor de
aandacht te vestigen op de kleine zaken, waaraan ge
gemakkelijk voorbijrijdt, maar tevens op de dingen die
verleden tijd zijn geworden doch die wij toch nog wel van
betekenis achten om de streek te doen leven en te omlijsten.
Wandelaars,
fietsers en bromfietsers zullen er geen moeite mee hebben. Bij
de verwende automobilisten roepen we enige clementie in. Het
traject loopt nagenoeg voortdurend over zandwegen, die
daarenboven in niet al te beste staat verkeren. Zij die onze
taal verstaan, kunnen er echter van verzekerd zijn voor hun
moeite ruimschoots beloond te worden in de vorm van
natuurgenot en levensvreugd. Daar gaan we dan!
Men
rijdt eerst naar Goirle (4,7 km), slaat bij de oude kerk
rechtsaf en neemt de hobbelige keiweg van de eerste zijstraat
links, waar een ANWB-paddestoel u al vertelt, dat Gorp 4,3 km
en Roovert 5,8 km verwijderd ligt. Spoedig passeert ge het
riviertje de Ley. Links van de brug bevond zich vroeger jaren
een watermolen met een groot molenwiel. De Ley kronkelde zich
daar in vele bochten doch is later rechtgetrokken. Restanten
van de afgesneden bochten vormen nu nog een vijver in de tuin
van een villa. Van de nu lokkende klinkerweg langs de Ley mag
u geen gebruik maken. Het is een particuliere weg. Ge moet de
daarnaast liggende met gras begroeide en weinig onderhouden
zandweg nemen, die zich voortkronkelt over de Molendijk - ook
wel de Breeheese Dijk genoemd.
"De
Vloed"
De
laag gelegen weilanden aan de rechterkant vormen de voormalige
"Goolse Vloed", ook bij oude Tilburgers nog bekend
vanwege het schaatsenrijden rond het einde van de negentiende
eeuw (plusminus 1890). "De Vloed" werd ooit gedacht
als bevloeiingsveld maar heeft niet aan de verwachtingen
voldaan. Laag is het land er echter gebleven en in de
wintermaanden staat ook nu nog telkens een deel ervan onder
water. Het grootste deel van "De Vloed" is eens
beplant geweest met Canadapopulieren, waar klompen van worden
gemaakt. Aangezien de Canadapopulier de enige boom zou zijn
die in een mensenleeftijd volwassen wordt, hebben die bomen
hun rente al opgebracht. Jaren geleden zijn ze gerooid.
Vermoedelijke tijdgenoten vindt ge nog op het perceel links
van de brug over de Ley. Vroeger besloeg "De Vloed"
een oppervlakte van 18 ha. Reeds in de vijftiende eeuw (1462)
wordt zij genoemd als een leengoed van de hertogen van
Brabant.
Na
een 700 meter over de dijk te hebben gereden, stuit ge op een
mooie, naar rechts afbuigende asfaltweg daar waar
ANWB-paddestoel nr. 1510 verder uw doel aangeeft. Links een
fraai bosje van gemengd hout, even later gevolgd door een niet
toegankelijk, particulier dennebos, waarin - vlak langs de
asfaltweg - een vennetje ligt te dromen. Het is het restant
van wat eens de "Holle vennen" werd genoemd. Aan de
overkant van de weg lag destijds - toen hier de heide nog geen
plaats voor weiland had gemaakt - een soortgelijk vennetje.
Over de wijde bouw- en weilanden aan de rechterkant heen ziet
ge nog net het verkeer over de weg Goirle - Poppel
voorbijgaan. Daar tussen vindt het oog echter een rustpunt op
de aan een zijweg gelegen boerderij van Van Raak, die het met
aanhorige gebouwen en bomen daar uitstekend doet.
We
zijn nu op het gehucht "Breehees" beland bij een
groepje boerderijen nadat we paddestoel 1290 achter ons hebben
gelaten. Hij vertelt o.a. dat ge pas 7 km van Tilburg
verwijderd zijt. De oudste vermelding van de naam "Breehees"
valt in 1433. In 'n stuk van 1419 is echter al sprake van
"Breeheese Rijt". Met "hees" werd vroeger
een met kreupelhout begroeid stuk grond, dat bij hoog water
onderliep, aangeduid. "Bree" slaat op groot
oppervlak. "Breehees" betekent dus: een grote
oppervlakte van heesgronden. Bij het naderen van het gehucht
vragen we speciaal aandacht voor de achterzijde van de eerste
boerderij aan de rechterkant. Met bijbehorend schuurtje en
fruitbomen, die bij ons bezoek in volle bloei stonden, vormt
zij een aantrekkelijk motief voor een foto.
Even
nadat de asfaltweg ophoudt, kunt ge, bij wijze van spreken,
ook aan de "beschaving" vaarwel roepen. Het bos
omvaamt u op overrompelende wijze als met duizend armen. Het
slokt u op als een deel ervan en het zal u niet meer loslaten
voordat de tocht bijna ten einde is. Stap nu uit want ge staat
in een prachtige berkelaan. De zon (voor vandaag gerequireerd)
kijkt met miljoenen ogen door het gebladerte en tovert overal
lichtvlekken en grillige schaduwen. En ook overal zingen en
sjierpen de vogels. Haal nu diep adem; laat het geluk als een
hemelse dauw over u komen en kijk en luister en droom door een
heilige schroom bevangen.
In
volle glorie
Na
de berken komen de beuken, waarin de spechten hun nesten
gehakt hebben. Misschien hoort ge de jongen wel sjielpen uit
het zwarte gat. Dan verrijzen de zware eiken, die geslachten
hebben zien komen en gaan, maar die vermoedelijk nog
overtroefd worden door enige forse beuken. Intussen spreidt
rechts en links van de weg het bos met zijn onderbeplanting al
zijn glorie ten toon. De bosbes tiert er welig. Het is er
echter wel verboden terrein. Ge moet dus op de weg blijven.
Doch ook daar valt genoeg te beleven. Zie maar aan de
rechterkant de schilderachtige, gerestaureerde "Groote
Hoef" met haar kleine ruitjes, in rode en groene
driehoeken geschilderde venstertjes, de halve deur, het
rustieke schuurtje, de stapel hout en de bloeiende boomgaard
er achter. Om je vingers af te likken!
Gorp
Hierna
belandt ge op het hoogtepunt van de tocht. In de zevende
hemel! Stap opnieuw uit bij het driehoekige
"pleintje" met hoge dennen en eiken. Hier is Gorp,
maar hier is ook Klondike het goudland voor de natuurvriend.
Delf dus waar ge staat al gebeurt dat niet met de schop maar
met de ogen van geest en gemoed. Enige jaren geleden hebben we
reeds een uitvoerig artikel aan deze omgeving gewijd. Daarom
willen we nu volstaan met een summiere aanduiding al is het
ook moeilijk niet voor de zoveelste maal in vervoering te
geraken en u in de ontroering te doen delen.
Ziedaar
de merkwaardige boerderij met zeskantige koepel, bakhuis,
gracht en brug, die zichzelf in het water bekijkt. Het is de
"Leenhof". In de wandeling ook "De Koepel"
genoemd. In deze boerderij, waarschijnlijk een Keltische
nederzetting, werd in 1518 Goropius Becanus Johannes van Gorp
uit Beek geboren. Hij was beroemd als medicus,
geschiedschrijver en wijsgeer, lijfarts van Karel de Vijfde,
de koninginnen van Frankrijk en Hongarije. Hij was ook een van
de eersten, die zich met vergelijkende taalwetenschap bezig
hield. De man bracht nogal wat beroering met zijn conclusie
dat Adam en Eva Nederlands gesproken moesten hebben. Dat
vertelt tenminste J.M. Lauwers. Wij weten alleen, dat onze Van
Gorp het Antwerpse dialect als de oudste taal der wereld
beschouwde. "Immers", zei hij, "duyts is douts.
En duytse taal is dus 'de oudste' taal!" Nou, dan kan het
al wel niet anders meer of die moeten Adam en Eva gesproken
hebben!...
Verder
vindt men hier in de buurt nog het zogenaamde kasteeltje, heel
schilderachtig tussen het geboomte en met een Diana-beeld
(godin van de jacht) er voor. Bij "De Koepel" wijst
u paddestoel 1311 verder de weg. Niet naar Hilvarenbeek gaan,
langs het kasteeltje, doch in tegenovergestelde richting, waar
het rode paddestoelpijltje: "Roovert 1,5 km"
aangeeft. Dit is de openbare - zij het een slechte - weg. De
links van de paddestoel kaarsrecht door het bos lopende laan
is verboden terrein.
"De
Roovert"
Men
passeert weer een aardig boerderijtje de "Kleine
Hoef", waarvan de bekende boomgaard nu verdwenen blijkt.
Aan uw rechterkant aan het eind van een akker een villa, die
de naam "Paradijs" draagt. Bij een klein, driehoekig
perceeltje met beplanting aanwijzing van paddestoel 1310
volgen. Na 1,1 km komt ge op de Roovert. Maar eerst zijt ge
door een "tunnel" van bomen gereden over een weg met
kuilen en een daarop aansluitende zandige weg. Bij paddestoel
1551 hebt ge rechts aangehouden en in bewondering gestaan bij
de enorme beuk, volgesneden met namen en een bankje eronder.
Bij
het verlaten van weer een fraaie berkelaan rijdt ge op het
zogenaamde "Witte Huis", op kaarten als "De
Rook" aangeduid. In 1830 stond aan deze baan een tolhuis,
dat reeds "Het Witte Huis" heette. Hierin vond het
huidige vermoedelijk zijn oorsprong. De aanwezigheid van een
"grenskantoor" ter plaatse wijst op de
belangrijkheid van deze stille zandige weg. Vóór 1853 was
hij dan ook de grote verbinding van Turnhout via Poppel en
Hilvarenbeek naar Tilburg.
Maarten
van Rossum
Het
verhaal gaat, dat de woeste legeraanvoerder Maarten van Rossum
in "Het Witte Huis" eens zijn intrek heeft genomen
toen zijn troepen de omgeving brandschatten en o.a.
Hilvarenbeek plunderden. Dat moet dan in 1542 geweest zijn.
In
1390 passeerde hier Johanna, hertogin van Brabant, van wie
Roovert een oud leengoed was. Het betreft hier de hertogin,
die - zoals we reeds in een vorig artikel memoreerden - in dat
jaar met haar rijtuig in het moerasgebied van "De
Donk" bij Goirle kwam vast te zitten.
In
het begin van deze eeuw werd in "Het Witte 'Huis"
een stille kroeg gehouden. Ook werd er 's zondags clandestien
gedanst. "Ik kwam er mee een blauw pak in en mee een rooi
eruit", zei ons een man, die het nog heeft meegemaakt. En
naar hij verder verklaarde kwam dat rood van het "rooisel",
waarmee de plavuizen van het cafeetje werden rood gemaakt en
dat bij de danspartijen overvloedig als stof opdwarrelde.
Over
de grens
Er
gebeurden hier in het grensgebied - buiten het smokkelen en
stropen - nog wel andere clandestiene zaken volgens een andere
zegsman. Er zou bij "Het Witte Huis" eens een merrie
gedekt worden door een niet-goedgekeurde hengst. De
Hilvarenbeekse veldwachter kwam er op uit om de dekking te
verhinderen. Geen nood, men ging met beide paarden over het
nog geen honderd meter verwijderd liggende bruggetje. Daar op
Belgisch gebied deed de hengst zijn plicht onder het oog van
de machteloos toeziende veldwachter en tot hilariteit van de
snode "wetsovertreders"...
Zware
lindebomen overschaduwden nog niet zo lang geleden "Het
Witte Huis". Men heeft ze bij de grond afgezaagd en nu
schieten ze opnieuw uit. Zet de auto hier maar aan de kant. Nu
te voet rechtsaf naar het oplopende stenen bruggetje over de
Ley dat de - als gezegd - grensscheiding met België vormt
zoals grenspaal 209 aangeeft. De paal heeft weer eens een
nieuw verfje gekregen zodat de namenkrassers naar hartelust
opnieuw hun gang kunnen gaan...
Een
honderd meter op Belgisch gebied wenkt de witte Roovertse
kapel. Over de historie van dit gebied en de "Dichtung
und Wahrheit" van kapel met legende schreven wij reeds
enige jaren geleden, reden waarom we hierbij nu thans niet
stilstaan. De sfeer van dit hele gebied is er altijd een van
ingetogenheid en meditatie geweest.
Van
Belgische zijde wordt momenteel een betonweg tot aan het
Leybruggetje gelegd. Als verbinding met Poppel vormt hij een
grote verbetering, want het kan hier 's zomers ongelooflijk
zandig zijn; uit een oogpunt van landschapsschoon betekent hij
een verslechtering. Hetzelfde geldt voor een pas verrezen
betonschutting voor twee bungalows, nagenoeg tegen de Ley op
Belgisch gebied. Boeiend is de kijk over de weilanden in
zuidelijke richting, waar men aan den einder de bossen van
"De Pannehoef" (gemeente Poppel) ziet liggen.
Naar
Hilvarenbeek
Teruggekeerd
bij "De Rook" volgen we de aanwijzing van de daar
aanwezige paddestoel, die voor Hilvarenbeek 4,1 km aangeeft.
Van Goirle zijt ge nu nog maar 5,8 km verwijderd. Dus nog geen
elf kilometer van Tilburg. De belevenissen zijn al vele
geweest en de reeks wordt nog met één vermeerderd door een
terugblik in de berkenlaan tegenover "Het Witte
Huis".
Nog
geen honderd meter in richting Hilvarenbeek, aan de
rechterkant weer een opvallende "boerderij".
Opmerkelijk door de vakwerkbouw, die in onze streek niet
voorkomt. Het vakwerk is niet oorspronkelijk. Het werd in de
jaren vóór de oorlog bij een restauratie aangebracht. Het
daarbij gebruikte hout is echter wel zeer oud. Een balk in het
aangebouwde schuurdeel draagt ook een zeer oude datum, die we
vergeten zijn maar vele jaren geleden met eigen ogen hebben
gezien.
De
weg naar Hilvarenbeek is vooral zandig ter hoogte van de
"Roovertse Bergen", een schilderachtige
zandafgraving aan de rechterkant. Men zit hier aan de uiterste
kant van de bossen van de voormalige Oranjebond. Dan laten u
de bossen aan weerszijden plotseling geheel los en overrompeld
springt de Hilvarenbeekse toren te voorschijn. Hij werkt van
hieruit als een reus, die geen partij is voor de lage huizen,
waar hij overheen staat. Dr. A. Eerens, de overleden
oud-archivaris van de abdij van Tongerlo, was van oordeel, dat
oude verkeersbanen vaak lijnrecht van kerk tot kerk gingen.
Welnu, de kerk van Hilvarenbeek staat recht achter de weg.
Naar het zuiden vormde de Poppelse toren het eindpunt van de
rechte lijn in de tijd, dat de oude "processiebaan"
nog werd gebruikt. Een dergelijke ligging van een weg verraadt
ook de gesteldheid der streek. Alleen door woeste gebieden
trok men die rechte lijn. Lagen er daarentegen onderweg
vruchtbare akkers dan ging men grif met bochten om de akkers
heen. Dit zou een verklaring zijn van bv. de vele kronkels in
de weg van Best naar St. Oedenrode...
Paddestoel
1313 hebt ge nu wel niet meer nodig, want een beter baken in
dit weideland met schilderachtige boerderijgroepen van het
Groot Loo links in de verte dan de Beekse toren bestaat er
niet. Rechts tussen de bomen door priemt het als een
tandestoker zo spitse torentje van Esbeek. Een intense rust
weegt er over de akkers en weiden met onbewogen grazende
koeien. Ze komen soms naar de weg gelopen en blijven u achter
de prikkel- of schrikdraad met grote lodderogen vragend
aanstaren.
Machtig
gezicht
Tussen
de boerderijen van het Klein Loo door, waar ge eindelijk weer
eens op verharde weg geraakt zijt, wilt ge - triomferend als
na een zegetocht - Hilvarenbeek binnenrijden. Niet zo haastig,
want van deze kant uit is het silhouet van Hilvarenbeek het
duidelijkst en het mooist. Stap even uit bij het sportveld van
"Hilvaria", sta in bewondering en verbaas u. Oog in
oog geconfronteerd met die toren, die bij het naderen steeds
meer details en kleur heeft onthuld. De zon van het zuidwesten
vangt hem in twee flanken, de ene hel verlicht, de andere met
licht en donkere slagschaduwen zodat het reliëf hem nog
forser maakt dan hij al is. In welk dorp vindt ge eigenlijk
zulk een toren? Nu is het geen tweehonderd meter meer of ge
staat op het Vrijthof, waar het zoet rusten is na onze
expeditie. Maar negen kilometer en ge zijt weer in Tilburg. In
totaal 24 kilometer uit en thuis.
De
wegen zijn het best na een regendag - erg stoffig na vele
dagen droogte. Goed succes!
PIERRE
VAN BEEK