"De
Looiersbeurs" wisselde zoals gemeld donderdag van
eigenaar. De heer J. Remmers, die 45 jaar aan het hoofd van
dit "enige echte café van Tilburg" stond, verkocht
zijn zaak aan de NRM, de Noordbrabantse Recreatie
Maatschappij. Onze redacteur Pierre van Beek ging naar
aanleiding van de verkoop de geschiedenis van "De
Looiersbeurs" na. De vraag, wat er met het café gaat
gebeuren, konden de woordvoerders van de NRM tot op heden nog
niet beantwoorden. Een van hen verklaarde, dat er over de
toekomst van "De Looiersbeurs" onderhandelingen
gaande zijn. Het resultaat daarvan zal waarschijnlijk
donderdag aanstaande bekend worden.
TILBURG,
3 juni. - In "Huize Remmers" of "De
Looiersbeurs" op den Heuvel zijn nu ook overdag de
gordijnen dicht en de deur blijft gesloten. Het zal voor
sommigen nog even moeten wennen als men, door de macht der
gewoonte, naar de klink grijpt en die deur niet meer meegeeft.
"Och ja, dat is waar ook! 'De Looiersbeurs' is verkocht.
Het stond in Het Nieuwsblad", flitst het dan plotseling
door uw gedachten en ge loopt peinzend verder. Als ge niet tot
de jongsten behoort, krijgt ge misschien wel allerlei
visioenen van alles wat zich in zo'n lange reeks van jaren in
"Huize Remmers" heeft afgespeeld. Welke organisaties
hebben daar tot de laatste dag niet een goed tehuis gevonden.
Dat varieert van gilden en standsorganisaties tot de
postzegelclub en alles wat zich daar tussen maar denken laat.
En dan trekken daar in processie nog tal van andere
evenementen aan de geest voorbij, zoals grote landelijke
congressen, het internationaal Esperanto-congres (1928) waarop
dertien landen vertegenwoordigd waren, beurzen,
tentoonstellingen, fancy-fairs, shows, feestmalen aan geweldig
lange hagelwitte, gedekte tafels, maar ook aan middagen en
avonden met bals, film en cabaret - avonden van gewestelijke
artiesten maar ook van de Nederlandse coryfeeën op dit gebied
en ten slotte nog intieme feesten met feestneuzen...
In
het gemeentearchief vonden wij een ongedateerd, met potlood
geschreven velletje papier, kennelijk de tekst van een
advertentie. Daarin kwalificeerde de eigenaar A.J. Remmers-Van
Puyenbroek zijn zaak als: "Grootste inrichting voor
maatschappelijk verkeer ter stede". Zo was het inderdaad
zonder bluf. En dat "maatschappelijk verkeer" vormde
een handige samenvatting van alles wat we hierboven wél
opnoemden en ook van wat we vergaten. Tegelijkertijd
paradeerden op dit kladje de verschillende bieren, die
"Huize Remmers" tapte. Hier zijn ze: Pilsner Urquell,
Union Hell, Union Quell, Trappistenbier en Paulanerbrau. Dat
stond er des zomers allemaal met een mooie schuimrand op de
tafeltjes van het terras. Niet het minst tijdens de
kermisdagen, wanneer men bier op de kermis dronk en
tegelijkertijd in het café zat. Vooral de stamgasten zullen
dit en hun gezellige tafel voor het buffet missen. Maar
misschien is het niet allemaal voorbij. Naar wij vernamen ligt
het toch wel heel serieus in de bedoeling, dat er voor de
toekomst opnieuw een Horecabedrijf gevestigd zal worden. Dat
dan tot troost voor wie een leegte ziet.
Eeuwen
oud
Behoort
de Heuvel mede tot de oudste gedeelten van Tilburg, het pand
"De Looiersbeurs" blaast in ouderdom ook dapper zijn
partijtje mee. In een publikatie van 1947 van L.G. de Wijs
geeft deze als zijn oordeel, dat uit de gebruikte steensoort,
de bouw van fundamenten en kelder valt op te maken, dat de
onderbouw beslist teruggaat tot de 16de eeuw. Mogelijk is hij
echter nog ouder.
Wat
er zich in al die eeuwen heeft afgespeeld? We vonden alleen
gegevens vanaf 1800. Van 1830-1840 was er nog geen café
gevestigd maar een grote bakkerij van Willem Blomjous. Hoewel
deze zonen bezat, zetten die de bakkerij toch niet voort zodat
ze stil kwam te liggen. Zijn dochter, die - na huwelijk met
een Van de Oetelaar - weduwe was geworden, ging een rustig
leven leiden, wat haar niet belette kostgangers te houden. In
1847 verkocht zij het pand aan J.P. Verheijen nadat het een
jaar lang had leeggestaan. Deze Verheijen bracht de nodige
wijzigingen aan en begon er een café. Later zou blijken dat
dit de start was van de bestemming, die het huis tot in onze
tijd, onder verschillende eigenaars, zou behouden. Er is
derhalve hier 122 jaar achtereen een café geëxploiteerd.
Tweeëntwintig jaar geleden vierde A.J. Remmers op 26
september het eeuwfeest met een drukbezochte receptie.
Kastelein
Verheijen had er blijkbaar geen zin meer in, want hij verkocht
zijn zaak aan August van Erp, die van huis uit verver was. In
die tijd heette het café echter nog geen
"Looiersbeurs" maar "Rotterdamsche
Korenbeurs", niet te verwarren met de huidige
"Korenbeurs". Van Erp pakte als kastelein de zaak
flink aan. De Nieuwe Koninklijke Harmonie vond haar tehuis in
de bovenzaal van het "Tilburgs Koffiehuis" bij J.
van de Pas, het latere café "Marinus" aan de
Monumentstraat dat intussen is afgebroken, al lang te klein.
Zij zag naar een nieuw uit. In een rapport kwamen drie of
eigenlijk vier mogelijkheden ter sprake, waarvan een gekozen
werd. Deze betrof het voorstel van de kastelein van de "Rotterdamsche
Korenbeurs", die nu vermeld staat als E. van Erp. Hij
wilde boven zijn café een zaal bouwen met een ingang door de
poort naast de "herberg" en met een trap, die vanuit
het café naar boven voerde. De bovenzaal zou 81 voet lang, 26
voet breed en 14 voet hoog worden. Zijn plannen bevatten
verder een ofchest, tevens commissiekamer, vervanging van de
drie ramen aan de Heuvelkant door deuren, die toegang moesten
geven tot een over de stoep heenspringend balkon. De overigens
niet zo grote tuin zou eventueel ook nog voor gebruik door de
Harmonie worden ingericht. Wie de inrichting van "Huize
Remmers" kent, weet dat dit plan werd uitgevoerd. Het was
30 september 1851 gereed.
N.K.
Harmonie
Zesentwintig
jaar is de N.K. Harmonie bij Van Erp thuis geweest, zij het
dan ook met een korte onderbreking. Die onderbreking was te
wijten aan een huurverhoging van f 40,- per jaar, tot groot
genoegen van de concurrentie, die ook wel graag de Harmonie
binnenhaalde.
Op
15 maart kwam Van Erp met een huurverhoging van f 40,- per
jaar. De Harmonie vond dit op een bedrag van f 125,- per jaar
"schrikkelijk overdreven". Alvorens toe te happen
ging men eens een eindje verder de Heuvel op praten met
Stokkermans, de kastelein van het bekende "Villa
Nova", een in Tilburg nog niet geheel vergeten naam.
Stokkermans had zich destijds bij de eerste verhuizing van de
N.K. Harmonie al kandidaat gesteld. Hij beschikte over een
zaal en tuin, bekend onder de naam "Villa Nova Pax
Intrantibus", dat is: "Nieuwe villa, vrede aan hen
die binnentreden". Toch was het daar geen klooster
ondanks deze mondvol Latijn. Het pand stond zo ongeveer waar
later het City Theater, voorheen ook Luxorbioscoop geheten,
afbrandde, een brand die één dode eiste door verstikking,
van de man die poogde de kassa te redden. Als we ons niet
vergissen, stamde het houten latjeswerk met
kunstbloemenversiering van het City Theater nog van
"Villa Nova". Stokkermans vroeg slechts 120 gulden
huur voor tuin en zaal. Daar verschrok Van Erp toch wel van en
hij stuurde zijn vrouw naar de Harmonie-voorzitter met de
boodschap, dat het niet meer hoefde met die f 40,- verhoging.
Toen Van Erp zelf de mededeling van zijn vrouw kwam
bevestigen, nam het Harmonie-bestuur de gelegenheid te baat om
hem even een papiertje te laten tekenen. Daarin trok hij niet
alleen zijn huurverhoging in, maar verbond zich zelfs
"nimmer een hogere huur te zullen vorderen".
Kastelein
Stokkermans zat óók niet stil. Hij zakte met zijn prijs tot
f 100,- per jaar. De meerderheid van de N.K. Harmonie-leden
vermocht de geste van Van Erp niet te waarderen en 1 oktober
1855 kon Stokkermans de "Harmonie" ontvangen. Daags
na het welkom moest de nieuwe kastelein echter al onder handen
genomen worden. De gasverlichting bleek te slecht en ze stonk
ook nog. De kersverse gastheer beloofde verbetering. Op 28
januari 1856 stond hij weer bij het bestuur op het matje
wegens niet nakomen van de overeenkomst. Ook in de toekomst
bleef men klachten houden van allerlei aard. Stokkermans trok
het boetekleed aan. Toen hij echter in maart 1858 om een
huurverhoging vroeg, men hem f 30,- gaf maar hij er f 50,-
wilde hebben, was de maat vol. Kastelein Rommelaars uit café
"Bellevue" (hoek Bosscheweg - St. Jozefstraat) bood
lokaal en tuin aan maar Van Erp wilde haar ook terug. Einde
1858 zou de Nieuwe Kon. Harmonie maar weer teruggaan naar Van
Erp tegen een huur van f 165,- per jaar. Door een
contract-affaire, tengevolge waarvan men eind september er bij
Stokkermans uit moest maar pas eind oktober bij Van Erp
terecht kon en de boze Stokkermans niet meer voor een maand
extra in tuig wilde, stond de Nieuwe Koninklijke Harmonie voor
die maand verschil op straat. De "Philharmonie"
ontfermde zich tijdelijk over de dakloze. In de "Rotterdamsche
Korenbeurs" verbleef men nadien tot 13 september 1877. En
toen? De nieuwe eigen zaal in de Stationsstraat werd, volgens
een Harmonie-Gedenkboek (1843-1918) op 28 juli 1878 officieel
geopend.
We
hebben deze N.K. Harmonie-geschiedenis wat uitvoeriger
gegeven, omdat ze een leuk kijkje geeft op een facet van het
oud-Tilburgse culturele leven.
Bij
de "Rotterdamsche Korenbeurs" had intussen in 1861
een andere kastelein zijn intrede gedaan in de persoon van D.
Hofland, die de zaak gekocht had van Van Erp. Deze was er op 1
november 1860 uitgegaan. De uit Indië afkomstige Hofland had
een grote aap mee naar Tilburg gebracht. Dat beest zat in de
zaak meestal dicht bij de kachel tot groot vermaak van de
bezoekers. Nadat er een zekere Messer als kastelein is
opgedoken, treedt tussen 1870 en 1880 Petrus Oppermans, die
van Oerle kwam, als zodanig op en daarna, tot 23 september
1916, diens zoon Johannes Oppermans. Op 4 mei 1916 zien we A.J
(Janus) Remmers als eigenaar zijn intrede doen en dat wordt de
tijd van de grote activiteit, die niet zo ver achter ons ligt.
Als hij in 1954 met pensioen gaat, zet zijn zoon Jan het
bedrijf voort. Diens kinderen zoeken hun taak en geluk buiten
het cafébedrijf - er is dus geen opvolger - en zo volgde de
recente verkoop in mei 1969.
Er
is een tijd geweest, dat in de "Rotterdamsche
Korenbeurs" op iedere eerste maandag van de maand (met de
maandmarkt) een huiden- en lederbeurs werd gehouden. Deze werd
kortweg algemeen "Looiersbeurs" genoemd. Toen die
naam zoveel burgerrecht had gekregen en bovendien meer
toepasselijk was, werd de zaak maar resoluut omgedoopt in
"Looiersbeurs".
De
Remmersen zijn er altijd op uit geweest hun gasten een echt
tehuis te bieden. Daarom noemden zij hun zaak ook graag
"Huize Remmers". Daaruit sprak niet alleen beter de
brede opzet, maar er straalde ook meer warmte uit. Deze
benaming vindt men dan ook nu nog naast de deur geschilderd
staan. De grootste uitbreiding, die Remmers onderging, dateert
van 1922 toen de bijzonder grote achterzaal tot stand kwam.
Zij werd oorspronkelijk als kegelbaan gebouwd op instigatie
van de heer Woestenbergh uit de Heuvelstraat. Zo had Tilburg
twee jaar twee kegelbanen. Toen ook "De Rode Haan"
aan het park betere accommodatie kreeg, was in de
kegelbehoefte voldoende voorzien maar Tilburg schreeuwde om
andere lokaliteiten. Die vond men bij Remmers. Daar konden
verenigingen alle kanten uit en ze stroomden dan ook toe.
Oorlog
Na
het uitbreken van de oorlog was het, voor wat die grote
achterzaal betreft, voor de verenigingen afgelopen. Teneinde
te ontkomen aan dreigende inbeslagneming door de Duitsers,
verhuurde Remmers ze in 1941 als kantoren aan het
Assurantiekantoor Boeren en Tuinders Onderlinge. Bij de
bevrijding werden er Canadezen gelegerd. Na hun vertrek hadden
dezen er nogal wat schade aangericht. Het waren trouwens ook
de Canadezen, die wij met een hoge vrachtauto de in de
richting Heuvelstraat stekende, zeer zware, horizontaal
liggende tak van onze lindeboom zagen afrijden.
Ons
verhaal van "Huize Remmers" zou niet compleet zijn
als we ook niet even stilstonden bij het balkon der zaak. Van
oorsprong rustte dit op vier stevige palen. Deze vormden
evenwel een lelijke sta-in-de-weg voor de voetgangers op het
trottoir. Zij werden vervangen door tegen de muur bevestigde
consoles, die men er thans nog aantreft. Voor deze verbouwing
droeg de gemeente f 300,- bij. Bovendien kreeg de eigenaar van
het pand voor "eeuwig" recht stoelen en tafels voor
het café te plaatsen zonder daarvoor terrasbelasting te
betalen, meldt De Wijs. Mogelijk is deze bepaling op een
gegeven moment gewijzigd of afgekocht, want Remmers heeft in
ieder geval tot heden jaren achtereen voor zijn terras
betaald.
Balkonpolitiek
In
de hoogtijdagen van de verkiezingsactie had de Katholieke
Staatspartij, de latere Katholieke Volkspartij, haar
hoofdkwartier in "Huize Remmers". Met een grote
menigte vrienden en vijanden en louter geamuseerden beneden op
het Heuvelplein als toehoorders, werden vanaf het balkon bij
Remmers de toespraken tot de kiezers gehouden. Hier werd
politiek gemaakt, bedreven en misdreven. Vanaf dit balkon
werden banbliksems geslingerd maar daalden ook de
heiligverklaringen als milde lentedauw over het kiezersvolk.
Zo was het toevallig ook nog eens een keer!
Nu
we van dit alles afstand hebben genomen, misschien een
tikkeltje meewarig omhoog kijken naar dat balkon van de
gesloten "Looiersbeurs", is het alsof we daar op het
hoekje de onbekende dichter zien zitten grijnzen, die eens in
Tilburg fungeerde als motto van een Zondagsbijlage met:
"Wie lacht niet als hij de mens beziet"...
PIERRE
VAN BEEK