CUBRA

INHOUD PIERRE VAN BEEK
HOME 
BRABANTS
KUNST
FOTOGRAFIE
TEKSTEN
AUTEURS
AUDIO
SPECIAAL

PRINT

Pierre van Beek - Heemkunde-artikelen

 redactie: Ben van de Pol

 

Fundamenten van "De Looiersbeurs" dateren uit de zestiende eeuw

Het Nieuwsblad van het Zuiden - dinsdag 3 juni 1969

"De Looiersbeurs" wisselde zoals gemeld donderdag van eigenaar. De heer J. Remmers, die 45 jaar aan het hoofd van dit "enige echte café van Tilburg" stond, verkocht zijn zaak aan de NRM, de Noordbrabantse Recreatie Maatschappij. Onze redacteur Pierre van Beek ging naar aanleiding van de verkoop de geschiedenis van "De Looiersbeurs" na. De vraag, wat er met het café gaat gebeuren, konden de woordvoerders van de NRM tot op heden nog niet beantwoorden. Een van hen verklaarde, dat er over de toekomst van "De Looiersbeurs" onderhandelingen gaande zijn. Het resultaat daarvan zal waarschijnlijk donderdag aanstaande bekend worden.

 

TILBURG, 3 juni. - In "Huize Remmers" of "De Looiersbeurs" op den Heuvel zijn nu ook overdag de gordijnen dicht en de deur blijft gesloten. Het zal voor sommigen nog even moeten wennen als men, door de macht der gewoonte, naar de klink grijpt en die deur niet meer meegeeft. "Och ja, dat is waar ook! 'De Looiersbeurs' is verkocht. Het stond in Het Nieuwsblad", flitst het dan plotseling door uw gedachten en ge loopt peinzend verder. Als ge niet tot de jongsten behoort, krijgt ge misschien wel allerlei visioenen van alles wat zich in zo'n lange reeks van jaren in "Huize Remmers" heeft afgespeeld. Welke organisaties hebben daar tot de laatste dag niet een goed tehuis gevonden. Dat varieert van gilden en standsorganisaties tot de postzegelclub en alles wat zich daar tussen maar denken laat. En dan trekken daar in processie nog tal van andere evenementen aan de geest voorbij, zoals grote landelijke congressen, het internationaal Esperanto-congres (1928) waarop dertien landen vertegenwoordigd waren, beurzen, tentoonstellingen, fancy-fairs, shows, feestmalen aan geweldig lange hagelwitte, gedekte tafels, maar ook aan middagen en avonden met bals, film en cabaret - avonden van gewestelijke artiesten maar ook van de Nederlandse coryfeeën op dit gebied en ten slotte nog intieme feesten met feestneuzen...

In het gemeentearchief vonden wij een ongedateerd, met potlood geschreven velletje papier, kennelijk de tekst van een advertentie. Daarin kwalificeerde de eigenaar A.J. Remmers-Van Puyenbroek zijn zaak als: "Grootste inrichting voor maatschappelijk verkeer ter stede". Zo was het inderdaad zonder bluf. En dat "maatschappelijk verkeer" vormde een handige samenvatting van alles wat we hierboven wél opnoemden en ook van wat we vergaten. Tegelijkertijd paradeerden op dit kladje de verschillende bieren, die "Huize Remmers" tapte. Hier zijn ze: Pilsner Urquell, Union Hell, Union Quell, Trappistenbier en Paulanerbrau. Dat stond er des zomers allemaal met een mooie schuimrand op de tafeltjes van het terras. Niet het minst tijdens de kermisdagen, wanneer men bier op de kermis dronk en tegelijkertijd in het café zat. Vooral de stamgasten zullen dit en hun gezellige tafel voor het buffet missen. Maar misschien is het niet allemaal voorbij. Naar wij vernamen ligt het toch wel heel serieus in de bedoeling, dat er voor de toekomst opnieuw een Horecabedrijf gevestigd zal worden. Dat dan tot troost voor wie een leegte ziet.

 

Eeuwen oud

Behoort de Heuvel mede tot de oudste gedeelten van Tilburg, het pand "De Looiersbeurs" blaast in ouderdom ook dapper zijn partijtje mee. In een publikatie van 1947 van L.G. de Wijs geeft deze als zijn oordeel, dat uit de gebruikte steensoort, de bouw van fundamenten en kelder valt op te maken, dat de onderbouw beslist teruggaat tot de 16de eeuw. Mogelijk is hij echter nog ouder.

Wat er zich in al die eeuwen heeft afgespeeld? We vonden alleen gegevens vanaf 1800. Van 1830-1840 was er nog geen café gevestigd maar een grote bakkerij van Willem Blomjous. Hoewel deze zonen bezat, zetten die de bakkerij toch niet voort zodat ze stil kwam te liggen. Zijn dochter, die - na huwelijk met een Van de Oetelaar - weduwe was geworden, ging een rustig leven leiden, wat haar niet belette kostgangers te houden. In 1847 verkocht zij het pand aan J.P. Verheijen nadat het een jaar lang had leeggestaan. Deze Verheijen bracht de nodige wijzigingen aan en begon er een café. Later zou blijken dat dit de start was van de bestemming, die het huis tot in onze tijd, onder verschillende eigenaars, zou behouden. Er is derhalve hier 122 jaar achtereen een café geëxploiteerd. Tweeëntwintig jaar geleden vierde A.J. Remmers op 26 september het eeuwfeest met een drukbezochte receptie.

Kastelein Verheijen had er blijkbaar geen zin meer in, want hij verkocht zijn zaak aan August van Erp, die van huis uit verver was. In die tijd heette het café echter nog geen "Looiersbeurs" maar "Rotterdamsche Korenbeurs", niet te verwarren met de huidige "Korenbeurs". Van Erp pakte als kastelein de zaak flink aan. De Nieuwe Koninklijke Harmonie vond haar tehuis in de bovenzaal van het "Tilburgs Koffiehuis" bij J. van de Pas, het latere café "Marinus" aan de Monumentstraat dat intussen is afgebroken, al lang te klein. Zij zag naar een nieuw uit. In een rapport kwamen drie of eigenlijk vier mogelijkheden ter sprake, waarvan een gekozen werd. Deze betrof het voorstel van de kastelein van de "Rotterdamsche Korenbeurs", die nu vermeld staat als E. van Erp. Hij wilde boven zijn café een zaal bouwen met een ingang door de poort naast de "herberg" en met een trap, die vanuit het café naar boven voerde. De bovenzaal zou 81 voet lang, 26 voet breed en 14 voet hoog worden. Zijn plannen bevatten verder een ofchest, tevens commissiekamer, vervanging van de drie ramen aan de Heuvelkant door deuren, die toegang moesten geven tot een over de stoep heenspringend balkon. De overigens niet zo grote tuin zou eventueel ook nog voor gebruik door de Harmonie worden ingericht. Wie de inrichting van "Huize Remmers" kent, weet dat dit plan werd uitgevoerd. Het was 30 september 1851 gereed.

 

N.K. Harmonie

Zesentwintig jaar is de N.K. Harmonie bij Van Erp thuis geweest, zij het dan ook met een korte onderbreking. Die onderbreking was te wijten aan een huurverhoging van f 40,- per jaar, tot groot genoegen van de concurrentie, die ook wel graag de Harmonie binnenhaalde.

Op 15 maart kwam Van Erp met een huurverhoging van f 40,- per jaar. De Harmonie vond dit op een bedrag van f 125,- per jaar "schrikkelijk overdreven". Alvorens toe te happen ging men eens een eindje verder de Heuvel op praten met Stokkermans, de kastelein van het bekende "Villa Nova", een in Tilburg nog niet geheel vergeten naam. Stokkermans had zich destijds bij de eerste verhuizing van de N.K. Harmonie al kandidaat gesteld. Hij beschikte over een zaal en tuin, bekend onder de naam "Villa Nova Pax Intrantibus", dat is: "Nieuwe villa, vrede aan hen die binnentreden". Toch was het daar geen klooster ondanks deze mondvol Latijn. Het pand stond zo ongeveer waar later het City Theater, voorheen ook Luxorbioscoop geheten, afbrandde, een brand die één dode eiste door verstikking, van de man die poogde de kassa te redden. Als we ons niet vergissen, stamde het houten latjeswerk met kunstbloemenversiering van het City Theater nog van "Villa Nova". Stokkermans vroeg slechts 120 gulden huur voor tuin en zaal. Daar verschrok Van Erp toch wel van en hij stuurde zijn vrouw naar de Harmonie-voorzitter met de boodschap, dat het niet meer hoefde met die f 40,- verhoging. Toen Van Erp zelf de mededeling van zijn vrouw kwam bevestigen, nam het Harmonie-bestuur de gelegenheid te baat om hem even een papiertje te laten tekenen. Daarin trok hij niet alleen zijn huurverhoging in, maar verbond zich zelfs "nimmer een hogere huur te zullen vorderen".

Kastelein Stokkermans zat óók niet stil. Hij zakte met zijn prijs tot f 100,- per jaar. De meerderheid van de N.K. Harmonie-leden vermocht de geste van Van Erp niet te waarderen en 1 oktober 1855 kon Stokkermans de "Harmonie" ontvangen. Daags na het welkom moest de nieuwe kastelein echter al onder handen genomen worden. De gasverlichting bleek te slecht en ze stonk ook nog. De kersverse gastheer beloofde verbetering. Op 28 januari 1856 stond hij weer bij het bestuur op het matje wegens niet nakomen van de overeenkomst. Ook in de toekomst bleef men klachten houden van allerlei aard. Stokkermans trok het boetekleed aan. Toen hij echter in maart 1858 om een huurverhoging vroeg, men hem f 30,- gaf maar hij er f 50,- wilde hebben, was de maat vol. Kastelein Rommelaars uit café "Bellevue" (hoek Bosscheweg - St. Jozefstraat) bood lokaal en tuin aan maar Van Erp wilde haar ook terug. Einde 1858 zou de Nieuwe Kon. Harmonie maar weer teruggaan naar Van Erp tegen een huur van f 165,- per jaar. Door een contract-affaire, tengevolge waarvan men eind september er bij Stokkermans uit moest maar pas eind oktober bij Van Erp terecht kon en de boze Stokkermans niet meer voor een maand extra in tuig wilde, stond de Nieuwe Koninklijke Harmonie voor die maand verschil op straat. De "Philharmonie" ontfermde zich tijdelijk over de dakloze. In de "Rotterdamsche Korenbeurs" verbleef men nadien tot 13 september 1877. En toen? De nieuwe eigen zaal in de Stationsstraat werd, volgens een Harmonie-Gedenkboek (1843-1918) op 28 juli 1878 officieel geopend.

We hebben deze N.K. Harmonie-geschiedenis wat uitvoeriger gegeven, omdat ze een leuk kijkje geeft op een facet van het oud-Tilburgse culturele leven.

 

Bij de "Rotterdamsche Korenbeurs" had intussen in 1861 een andere kastelein zijn intrede gedaan in de persoon van D. Hofland, die de zaak gekocht had van Van Erp. Deze was er op 1 november 1860 uitgegaan. De uit Indië afkomstige Hofland had een grote aap mee naar Tilburg gebracht. Dat beest zat in de zaak meestal dicht bij de kachel tot groot vermaak van de bezoekers. Nadat er een zekere Messer als kastelein is opgedoken, treedt tussen 1870 en 1880 Petrus Oppermans, die van Oerle kwam, als zodanig op en daarna, tot 23 september 1916, diens zoon Johannes Oppermans. Op 4 mei 1916 zien we A.J (Janus) Remmers als eigenaar zijn intrede doen en dat wordt de tijd van de grote activiteit, die niet zo ver achter ons ligt. Als hij in 1954 met pensioen gaat, zet zijn zoon Jan het bedrijf voort. Diens kinderen zoeken hun taak en geluk buiten het cafébedrijf - er is dus geen opvolger - en zo volgde de recente verkoop in mei 1969.

Er is een tijd geweest, dat in de "Rotterdamsche Korenbeurs" op iedere eerste maandag van de maand (met de maandmarkt) een huiden- en lederbeurs werd gehouden. Deze werd kortweg algemeen "Looiersbeurs" genoemd. Toen die naam zoveel burgerrecht had gekregen en bovendien meer toepasselijk was, werd de zaak maar resoluut omgedoopt in "Looiersbeurs".

De Remmersen zijn er altijd op uit geweest hun gasten een echt tehuis te bieden. Daarom noemden zij hun zaak ook graag "Huize Remmers". Daaruit sprak niet alleen beter de brede opzet, maar er straalde ook meer warmte uit. Deze benaming vindt men dan ook nu nog naast de deur geschilderd staan. De grootste uitbreiding, die Remmers onderging, dateert van 1922 toen de bijzonder grote achterzaal tot stand kwam. Zij werd oorspronkelijk als kegelbaan gebouwd op instigatie van de heer Woestenbergh uit de Heuvelstraat. Zo had Tilburg twee jaar twee kegelbanen. Toen ook "De Rode Haan" aan het park betere accommodatie kreeg, was in de kegelbehoefte voldoende voorzien maar Tilburg schreeuwde om andere lokaliteiten. Die vond men bij Remmers. Daar konden verenigingen alle kanten uit en ze stroomden dan ook toe.

 

Oorlog

Na het uitbreken van de oorlog was het, voor wat die grote achterzaal betreft, voor de verenigingen afgelopen. Teneinde te ontkomen aan dreigende inbeslagneming door de Duitsers, verhuurde Remmers ze in 1941 als kantoren aan het Assurantiekantoor Boeren en Tuinders Onderlinge. Bij de bevrijding werden er Canadezen gelegerd. Na hun vertrek hadden dezen er nogal wat schade aangericht. Het waren trouwens ook de Canadezen, die wij met een hoge vrachtauto de in de richting Heuvelstraat stekende, zeer zware, horizontaal liggende tak van onze lindeboom zagen afrijden.

 

Ons verhaal van "Huize Remmers" zou niet compleet zijn als we ook niet even stilstonden bij het balkon der zaak. Van oorsprong rustte dit op vier stevige palen. Deze vormden evenwel een lelijke sta-in-de-weg voor de voetgangers op het trottoir. Zij werden vervangen door tegen de muur bevestigde consoles, die men er thans nog aantreft. Voor deze verbouwing droeg de gemeente f 300,- bij. Bovendien kreeg de eigenaar van het pand voor "eeuwig" recht stoelen en tafels voor het café te plaatsen zonder daarvoor terrasbelasting te betalen, meldt De Wijs. Mogelijk is deze bepaling op een gegeven moment gewijzigd of afgekocht, want Remmers heeft in ieder geval tot heden jaren achtereen voor zijn terras betaald.

 

Balkonpolitiek

In de hoogtijdagen van de verkiezingsactie had de Katholieke Staatspartij, de latere Katholieke Volkspartij, haar hoofdkwartier in "Huize Remmers". Met een grote menigte vrienden en vijanden en louter geamuseerden beneden op het Heuvelplein als toehoorders, werden vanaf het balkon bij Remmers de toespraken tot de kiezers gehouden. Hier werd politiek gemaakt, bedreven en misdreven. Vanaf dit balkon werden banbliksems geslingerd maar daalden ook de heiligverklaringen als milde lentedauw over het kiezersvolk. Zo was het toevallig ook nog eens een keer!

Nu we van dit alles afstand hebben genomen, misschien een tikkeltje meewarig omhoog kijken naar dat balkon van de gesloten "Looiersbeurs", is het alsof we daar op het hoekje de onbekende dichter zien zitten grijnzen, die eens in Tilburg fungeerde als motto van een Zondagsbijlage met: "Wie lacht niet als hij de mens beziet"...

 

PIERRE VAN BEEK