CUBRA

INHOUD PIERRE VAN BEEK
HOME 
BRABANTS
KUNST
FOTOGRAFIE
TEKSTEN
AUTEURS
AUDIO
SPECIAAL

PRINT

Pierre van Beek - Heemkunde-artikelen

 redactie: Ben van de Pol

 

DE WARANDE verdient méér waardering

Het Nieuwsblad van het Zuiden - zaterdag 6 juni 1964

 

Er bestaat een Italiaans spreekwoord, dat - letterlijk in het Nederlands vertaald - luidt: "De ezel kent zijn staart pas als hij hem verloren is". We vinden voor dit gezegde zo niet direct een even kernachtig equivalent in onze taal. De algemene levenswijsheid die het tot uitdrukking brengt is echter deze, dat een mens een bezit eigenlijk goed gaat waarderen als hij het verloren heeft en het dus te laat is. En nu vraagt u wat dit met de Tilburgse Warande te maken heeft? Hopelijk wordt dit duidelijk uit hetgeen hierna volgt.

 

 

Sinds een reeks van jaren bezit de gemeente Tilburg in de Warande, het voormalige landgoed van de familie Verbunt, dat ligt opgesloten tussen het Tilburgse Dierenpark, de spoorlijn Breda, de lijn naar Baarle-Nassau en de Bredaseweg en dat bij de aankoop een oppervlakte had van ongeveer 81 hectare, een recreatieoord van een bijzondere aantrekkelijkheid. Menig grote stad zou voor zo'n dergelijk bezit haar vingers afbijten en wanneer een dergelijk fraai bos gelegen was bij een of andere stad in het westen van het land, zou het als nummer één op de kleurige folders van de plaatselijke VVV prijken. Maar nu zijn we in Tilburg eenmaal verwend op het gebied van natuurschoon en daardoor komt het wellicht, dat van onze Warande niet zoveel praat gemaakt wordt.

 

Langzame groei

In ieder geval ontkomt men niet aan de indruk, dat de Warande - in onze stad zelve - niet de aandacht geniet, waarop ze aanspraak zou mogen maken. Op doordeweekse dagen is het aantal bezoekers uiterst schaars. Alleen op mooie zomerse zondagen kan het er behoorlijk druk zijn, zodat het moeite kost een plaatsje op een van de zestig banken, die kriskras door het bos verspreid staan, te vinden. Niettemin zit er - naar men ons verzekerde - groei in. Langzaam stijgt het aantal bezoekers al ligt het tempo wel laag.

Nu valt het niet te ontkennen, dat een tocht van het oosten van de stad zo helemaal naar het westen een hele reis betekent. Als eersten op dit gebied georiënteerden komen de bewoners van "Het Zand" in aanmerking, doch van deze richting uit bezit de Warande geen andere toegangsweg als de wat excentrisch gelegene bij de overweg aan de Zwartvenseweg. De andere toegangswegen liggen alle aan de Bredaseweg, de beruchte "dodenweg", die door gepensioneerden het liefst vermeden wordt en deze categorie komt speciaal in aanmerking als bezoekers op de gewone weekse dagen. Zij zijn voor vervoer op fiets of brommer aangewezen, want de gewone dienst van de stadsbussen zet hen ook niet voor de toegang af.

Hopelijk komt hierin echter in de niet al te verre toekomst een verbetering, omdat het namelijk in de bedoeling ligt de Prof. Verbernelaan achter het Dierenpark door te trekken, zodat de Warande dan voortaan ook langs deze kant bereikt kan worden.

 

Twee gedeelten

Zoals bekend werd de Warande, in hoofdplan, aangelegd in de vorm van een ster, zoals dat in die dagen de mode was. Dat betekent lange rechte lanen, die alle uitkomen op een centraal punt, wat destijds de nu verdwenen villa vormde. Op de dag van vandaag zouden we zo geen recreatieoord aanleggen, maar de eentonigheid van een dergelijk grondplan ondervangen door de aanleg van aardige kronkelpaden, zodat men toch een interessant wandelgebied gekregen heeft.

Voor ons valt de Warande in twee gedeelten uiteen, namelijk het gecultiveerde deel - verreweg het grootste en dat de sporen van de gekunstelde aanleg vertoont - en het meer natuurlijke deel, waar de hand van de mens zich minder verraadt. Dit laatste bevindt zich langs de nieuwe Belgische lijn, voor de aanleg waarvan het een lelijke veer heeft moeten laten. Maar er bleef nog een riant stukje over. Het bestaat uit hei met vliegdennen en eiken en waarin vooral die heerlijke berk met zijn fel tegen de donkere mast afstekende witte stammen en het heldere groen van de bladeren een bijzonder mooi accent geeft. De jeugd kan hier ravotten en Indianenfantasieën botvieren. Wat ze dan ook doet, al of niet onder toezicht van de ouders, die een fijn plaatsje in het zonnetje vinden op de bank in de lichte open ruimte.

 

Centraal punt

Centrum van de Warande vormt de plaats van de voormalige villa, waar nu nog de tuinderswoning en een schuur staan. De overtollige bomen werden er gerooid en zo ontstond hier een ruimte, die juichend de wandelaar opvangt als hij uit de beschaduwde lanen komt. Grote goed verzorgde gazons accentueren nog de ruimte en de gewijde rust, die vooral op een stille ochtend van deze plaats uitstraalt. Een van deze gazons is vrijgegeven als speelruimte voor de jeugd. En het is een prachtige ruimte waar naar hartelust balspelen kunnen worden beoefend, de oranje sheltertjes kunnen worden opgeslagen en waar voor de ouders ook een paar banken aanwezig zijn.

Het is ook hier, dat het oog van de natuurliefhebber geboeid wordt door 'n aantal fantastische rode beuken van respectabele ouderdom en dientengevolge met een daaraan evenredige omvang. Doordat zij zo vrij staan op de gazons, komen ze volledig tot hun recht en domineren zij het centrum van de Warande. Daar is de hoge reus op het middengazon met in zijn nabijheid een verhoogd rozenperk in staat van wording. Op het andere gazon spreidt een soortgenoot zijn takken breed uit tot zeer laag boven de grond, zodat hij een caroussel lijkt, die ieder ogenblik aan het draaien kan gaan.

 

Veel variatie

Van de op het centrum uitkomende lanen is er niet één hetzelfde. Er is een lange lindelaan die nooit gesnoeid werd, zodat de takken reeds aan de voet der bomen beginnen en er een donkere hemelhoge tunnel vol mysterie ontstond. Minder duister maar geladen van plechtigheid is de laan van de torenhoge sparren, die zich bijna zwart door het lichte groen van de rijke onderbeplanting boort en waar in de late nazomer of de herfst de wandelaar gaat over een tapijt van naalden. Elders vindt ge een soortgelijk laantje in verkleinde editie, die u brengt naar een brede laan van statige en zowel letterlijk als figuurlijk gewichtige beuken. Dan weer voert een kronkelpad u door een beukenwoud, hier van oude, ginds van jongere datum, door een bos van jonge dennen of door een complex van als ranke scheepsmasten oprijzende dennen. Terwijl sommige naar het licht van de hemel tasten, zoeken andere het in een naar de aarde gebogen bestaan en leven zij zich uit in een krampachtige worsteling van zonderlinge vergroeiingen. Een zeldzame keer priemt er tussen het loofhout een slanke conifeer als een exotische cypres van Böcklings "Dodeneiland" en dan weer stuit ge op een bos van mosgroene lariks of lork. Er staan Douglasdennen, eiken in overvloed, waaronder grootbladige Amerikaanse, waarvan in de herfst de bladeren zo fraai rood worden, er groeit de krentenstruik met zijn eetbare vruchtjes en de eveneens eetbare tamme kastanje, waar de jeugd in de herfst zo graag "onderbost"... en als ge vlug bent, ziet ge nu nog hier en daar het paars van de bloeiende rododendron naar voren springen.

 

Geen pootjebaden

De Warande bevat ook de onmisbare waterpartij. Er zijn zelfs twee vijvers, waarvan de ene echter het grootste deel van het jaar droog staat, hoewel de Warande toch tot de laagste gebieden van Tilburg behoort. De andere vijver nabij het centrum gelegen behoort echter jammer genoeg tot afgesloten terrein. Het zou een mooi ding zijn wanneer de jeugd hierin mocht rondplassen. Men verzekerde ons echter, dat dit niet kon worden toegelaten, omdat deze vijver te gevaarlijk zou zijn. Hij is vrij diep en bezit een onregelmatige bodem met verraderlijke verrassingen. Niettegenstaande deze handicap vormt de Warande toch een oord van ongekende rijkdom met voor de geestelijke en lichamelijke volksgezondheid de waarde van een sanatorium of rustoord. Hier is nu letterlijk keus voor iedereen en voor alle tijden van het jaar. De geregelde bezoeker ontdekt zelf spoedig de zonnige en de beschaduwde plekken, de plaatsen voor het hartje van de zomer en die voor het voor- of najaar. De winderige en de rustige windvrije plekken.

Wild komt in de Warande weinig voor. De eekhoorn is er wel vertegenwoordigd en de vogelwereld natuurlijk ook. Wat dit laatste betreft krijgen we wel eens de indruk, dat de kraaien, roeken en kauwtjes er met grote brutaliteit de boventoon voeren. De zwarte kraai stapt er, vooral des morgens, fier en uitdagend over de gazons, de kauwen en roeken houden er hun vliegoefeningen alsof deze wereld alleen voor hen is. Daar zijn de merels, die er wormen uit het gras trekken, maar kleine jongens bij om van de vele bescheiden soorten mezen maar niet te spreken.

 

Kaalslag

Dat is dan onze Warande, die Tilburg helaas onvoldoende kent... en die niet door de Beekse Bergen verdrongen behoeft te worden! Na onze poging de aantrekkelijkheid van de Warande te schetsen moet ons nog iets van het hart. Voor wat de bosbouwkundige sector betreft is het beheer opgedragen aan de Nederlandsche Heide Maatschappij. Toegegeven, dat het complex toen het in handen van de gemeente kwam in verwilderde staat verkeerde. Er moest heel wat aan gedaan worden. Er is heel wat hout uit de Warande verdwenen en dat zal bosbouwkundig wel allemaal in orde zijn geweest. Toch vragen wij ons af, of aan het uitdunnen nooit een einde komt. Ieder jaar opnieuw zijn we, na een voorbije winter, tot de ontdekking moeten komen, dat er alwéér een partij hout verdwenen was met als ruil kale of nagenoeg kale plekken. Het kan toch niet de bedoeling zijn, dat men straks vanaf de Bredaseweg tot de Belgische lijn kijkt???

Punt twee dat ons verontrust, is het feit dat er voortdurend aan de Warande wordt "geknaagd". Het begon met de aanleg van de nieuwe hockeyvelden. Toen kwam de aanleg van het "Bels lijntje". Dit vooral is een zware aderlating voor het boscomplex geweest al betrof het hiervoor prijsgegeven deel dan "maar een stuk hei". Van zuivere natuur gesproken vormde dit stuk van de Warande langs de Zwartvenseweg het meest ongerepte deel van het complex. Langs genoemde weg is nu een weliswaar nog steeds zeer fraaie doch toch maar smalle recreatiestrook overgebleven, die helemaal uit het Warande-verband is losgesneden.

 

Jongste "amputatie"

En als derde "amputatie" hebben we thans het opschuiven van het Dierenpark naar het westen. Het betreft hier ruiling tussen de gemeente en de eigenaar van het Dierenpark. Laatstgenoemde gaf aan het einde van zijn park een stuk vrij voor de aanleg van de Prof. Verbernelaan en ontving daarvoor het meest oostelijk deel van de Warande terug. Dwars door dit gedeelte is thans een afrastering van gaas getrokken. Een belangrijk snijpunt van wegen ging hiermee voor de Warande verloren en er is nu een dode hoek ontstaan. Het Dierenpark ligt nu niet meer alleen naast de Warande, maar zit er finaal ingeschoven.

Nu weten wij wel, dat men voor al deze "amputaties" zeer goede argumenten heeft kunnen aanvoeren en dat grotere belangen voor kleinere dienen te wijken. Zo langzamerhand rijst echter toch de vraag wat de eerstvolgende "verkaveling" zal worden. De politiek van partiële "verovering" ligt op ander niveau sommigen nog vers in het geheugen. Hoe gemakkelijk nadert men, voortgaande op deze wijze, niet het moment, dat het restant eigenlijk "niet meer als de moeite waard" gekwalificeerd kan worden. We menen dat de Warande destijds is aangekocht voor de recreatie van de Tilburgse bevolking en niet om verkaveld te worden. Het is beter dit tijdig en voortdurend onder de ogen te zien.

 

Pomp gevraagd

De bevolking naar dit recreatieoord beter de weg te leren vinden is een van de oogmerken van dit artikel. Om dit doel te bereiken zou mede van nut zijn de aanleg van een ventweg langs de Bredaseweg en de spoedige doortrekking van de Prof. Verbernelaan. Het ontbreken van een verversingsgelegenheid is ook een handicap. De moeilijkheden daarvoor zijn welbekend, doch het minste wat geschieden kon was wel het aanbrengen van een pomp voor de jeugd, al zijn de ervaringen met de pomp van het Wandelbos niet zo hoopgevend. Hiermee zijn we meteen beland bij het hoofdstuk vernielingen. Ook in de Warande wordt door de jeugd veel vernield. Er bevindt zich hier bijvoorbeeld een stenen kapelletje, waarvan alle ruiten het al lang hadden moeten ontgelden. Een drie weken geleden werden er nieuwe ingezet. Ze zijn weer gedeeltelijk vernield en men heeft nu zelfs ook een kozijn uit de muren getrokken. Een andere klacht vormt het achterlaten van picknickrommel na een drukke zondag. Het al zo oude rijmpje van natuurbeschermers: "Laat niet voor het aangenaam verpozen de eigenaar van het bos de blikken en de dozen" blijft derhalve actueel. Ouders en opvoeders zouden dit de huidige generatie (en sommigen zichzelf) nog wel eens opnieuw in mogen pompen.

 

Resumerend willen we ten slotte opmerken, dat Tilburg in de Warande een fraai stuk natuur bezit voor rustige recreatie en dat dit niet verkaveld dient te worden, daar men anders wel eens voor de ervaring van de Italiaanse ezels kan komen te staan, waarmee wij ons stuk openden.

 

PIERRE VAN BEEK