Ravelse bossen opengesteld voor het publiek
Het
Nieuwsblad van het Zuiden - zaterdag 15 augustus 1970
Wie de
markering van de uitgezette wandelpaden niet wenst te
volgen, kan er rustig zwerven en misschien zelfs
verloren lopen... Dat slaat op de staatsbossen van de
Belgische gemeente Ravels, gelegen aan de nog altijd
Arendonkse Steenweg geheten asfaltweg, die via het
kerkdorpje Ravels-Eel naar Arendonk leidt. Een deel
dezer bossen is deze zomer voor recreatie voor het
publiek opengesteld onder het nadrukkelijk etiket van
stilte- en rustzone. Een dubbel opmerkelijk feit. We
hebben nooit de indruk gehad, dat men ten zuiden van
onze grens zo gul was met het openstellen van bossen,
noch bij de staat, noch bij de particuliere
landgoedbezitters. In tegenstelling tot de ontwikkeling
van de laatste jaren in Nederland zien we over de grens
nog steeds bijzondere interessante natuurgebieden
hermetisch afgesloten. Tot vóór enige tijd gold dit ook
voor de zo uitgestrekte Ravelse bossen. En nu opeens die
ruimhartige verandering.
Het
tweede feit, dat onze aandacht trok, was het ontbreken
van de in Nederland zo karakteristieke bepaling van de
verplichting zich aan de voetpaden te houden. De
natuurvriend kan naar hartelust ronddolen. Enige
reglementregels schijnen nog wel in de maak te zijn,
maar bij onze Ravelse buren zit toch de gedachte vóór
van vrijheid, blijheid. Het zal er maar van afhangen hoe
het publiek een dergelijke vrijheid honoreert.
Nu moet
ge echter niet denken, dat het er een "wilde" boel is.
Het tegendeel is waar. Dat hopen we hierna te belichten.
De laatste jaren werd er door de mensen van de onder het
ministerie van Landbouw ressorterende afdeling "Waters
en Bossen", welke voor de recreatieterreinen een
kleurrijk embleem met drie eikenbladeren en gestyleerde
watergolven voert, doelgericht gewerkt in de Ravelse
bossen. Het resultaat daarvan zagen we. En wat dan voor
onze lezers vermoedelijk als voornaamste geldt: die
bossen liggen slechts op 27 km van Tilburg verwijderd.
Je moet het alleen maar weten!
De weg
Ravels-Eel naar Arendonk behoort op zich reeds tot de
mooiste wegen, die men hier in de verre omtrek kan
aantreffen. Dit geldt vooral voor zonnige zomerdagen.
Juist daar waar de Ravelse bossen beginnen, duikt de aan
weerskanten met zware bomen beplante weg in een
volmaakte tunnel, doordat de boomkruinen dicht in
elkander zijn gegroeid en de naald- en
loofhoutbeplanting ook het normale daglicht het
binnentreden belet. Op die mooie zomerdagen voert de zon
er permanente strijd met het lover. Zij veegt lichte
vlekken tegen de stammen, maakt de bladeren als het ware
doorzichtig en strooit overal kleine lichtvlekjes rond,
tintelend als lovertjes op het jurkje van een ballet- of
circusdanseres. Dan is de weg door de Ravelse bossen tot
één juichend feest geworden, waarop men zich bij de
nadering steeds weer opnieuw verheugt. Ge moet wel heel
bot of erg gehaast zijn om u deze belevenis te laten
ontgaan. Welnu, uitgerekend aan deze sprookjestunnel
ligt - komende van Tilburg - aan de rechterkant van de
weg het nieuwe recreatiegebied. Misschien hebt ge reeds
vroeger in het voorbijrijden nieuwsgierig en ook wel een
beetje verlangend naar die bossen gelonkt. Ze lagen daar
zo afgesloten te vegeteren en boorden zich zo eindeloos
lijkend naar de onbekende verten van het noordoosten en
ook naar het zuidwesten, waar dan voor de enigszins
georiënteerde de kom van Ravels wel te vinden moest
zijn.
Orde
op zaken
Mogelijk
kwam het doordat de transportleiding van het Nederlandse
aardgas naar België er zich een jaar geleden, komende
vanaf de Esbeekse oude trambaan en dan hij Poppel en
Weelde achterom, "mir nichts dir nichts", in een
kaarsrechte lijn doorheen gevreten had, dat het
"Verboden Toegang" minder stringent werd toegepast. Van
de andere kant was daar het steeds verder naar de grens
opdringende Vlaamse toerisme - nadat de streek rond
Herentals voller en voller was geraakt - dat enige
pressie in de richting van de huidige ontwikkeling heeft
uitgeoefend. De laatste jaren verdwenen er ongemerkt
verbodbordjes en kon men er al picknickende mensen met
auto's in de verboden dreven aantreffen. Nu is er orde
op zaken gesteld. Aan de dreven van het gedeelte links
langs de weg verschenen kersverse, bloedrood
geschilderde verbodsborden met de toegevoegde
waarschuwing, dat er geschoten wordt "met de kogel". Aan
de andere kant van de weg is evenwel voor de stille
recreatie ruimte genoeg.
Hoe
het begon
Tot in
de eerste jaren van de wisseling van onze eeuw was het
gebied van de huidige staatsbossen "woest en ledig". Wat
zo verstaan dient te worden, dat uitgestrekte
heidevelden en niet in cultuur gebrachte grond het
gebied kenmerkten. Men kon er uren ver kijken! Hoewel de
lager gelegen gedeelten later zeer goede landbouwgrond
bleken uit te maken, werd in die dagen, die nog geen
mechanisatie van ontginningsarbeid kenden, het gebied
als vrijwel waardeloos beschouwd. Misschien is Ravels
toen zelfs wel blij geweest, dat de gemeente in 1907
honderden ha aan de Belgische staat kon verkopen
tegen... 95 franc per hectare. In hetzelfde jaar nam de
staat de bebossing ter hand. Van de eertijds aanwezige
heidevennen zijn er nog een paar overgebleven o.a. het
Zwart Goorven in het huidige recreatiegebied en het
Kesseven op de grens van de gemeenten Ravels en
Oud-Turnhout. Dit laatste ven ligt echter thans in een
(nog) niet opengesteld deel der bossen.
Start
met 55 ha
De
totale oppervlakte der bossen bedraagt 817 ha, waarvan
800 ha tot Ravels behoren. 250 ha liggen ten zuidoosten
van de weg naar Arendonk en het is van dit laatste
gedeelte, dat thans - bij wijze van proef - voorlopig 55
ha voor het publiek toegankelijk werden. Hoewel er enige
accommodatie werd aangebracht, is en blijft het
uitgangspunt van het Beheer van "Waters en Bossen" het
creëren en handhaven van een zone voor stilte en rust.
Er zal geen kermis van gemaakt worden!
De
bossen hebben we als bijzonder fraai leren kennen. Ze
danken dit zowel aan hun ongerepte staat als aan hun
gemengde beplanting van naald- en loofhout. Men treft er
aan dennen en sparren, berken, eiken en beuken, waarvan
sommige in hun zes decennia een respectabele hoogte en
dikte wisten te bereiken. Daar tussen door woekert bijna
overal de vogelkers, welke - gezien haar forse stammen -
hier al veel vroeger inheems lijkt geweest te zijn dan
in de gemengde bossen aan de Nederlandse kant van de
grens.
Picknickstrook
Het
centrum van het recreatieoord wordt gevormd door een
brede, van de weg zichtbare picknick- en parkeerstrook,
de eerste bedekt met gras en de tweede met rood grint.
Op de grasstrook, die tot een eind in de middag in de
schaduw ligt, rijen de picknicksets met flankerende
afvalbakken zich in het gelid. Het is echter niet de
bedoeling, dat deze grasvelden tegelijkertijd gebruikt
worden voor het parkeren van auto's zoals in de eerste
weken van de openstelling al direct het geval bleek. De
voertuigen horen aan de overzijde op het grint thuis
zoals trouwens de "P" van parkeren duidelijk aangeeft.
De
picknick- annex parkeerplaats werkt met haar fleurig
beeld van auto's en in alle rust genietende mensen zeer
verlokkelijk op de gebruiker van de Arendonkseweg, maar
hij zal zijn lust er meteen heen te rijden toch even
moeten bedwingen. Deze brede strook kan straks wél als
uitgang maar nu niet als ingang gebruikt worden. Om het
terrein te bereiken zal men óf de weg direct bij het
begin van de bossen, óf de weg aan het uiteinde - steeds
langs de Arendonkse Steenweg - moeten kiezen. Ge komt
derhalve achterom binnen. Parkeer- en éénrichtingsborden
wijzen de weg.
Parallel
met het picknickterrein, hiervan slechts door een smalle
strook bos gescheiden, loopt een brede, open strook met
een keurige grasmat, die als speelweide voor allerlei
balspelen voor de kinderen dienst kan doen. Men heeft
hier te maken met de oude baan van de aardgasleiding,
die zich echter als zodanig niet meer laat onderkennen.
Het hele gebied wordt verder doorkruist door enige
brandgangen.
Wandelpaden
Hoewel
het niet in de bedoeling ligt op gewelddadige wijze in
te grijpen in de aard van de natuur, werden op de thans
beschikbare 55 ha toch tot over een lengte van 17
kilometer wandelpaden uitgezet. Een bord (schaal 1
:2.000) op de picknickplaats brengt ze in beeld. Ge
krijgt daarbij tegelijkertijd een totaal overzicht van
de indeling van het terrein. Het frappeert, dat de
wandelwegen, die een naam dragen en in verschillende
kleur staan aangegeven, kort gehouden zijn, zodat de
niet zo fanatieke wandelaar (en wie behoort tegenwoordig
niet tot deze categorie) niet reeds bij voorbaat de moed
ontnomen wordt een hele route voor zijn rekening te
nemen. De wegen beginnen en eindigen op het
picknickterrein. Hier zetten we ze, met hun lengte, op
een rijtje. Met de kleur van hun markeringen: Goorpad
(zwart) 700 meter, Weymouthpad (geel) 1400 meter,
Beukenpad (rood) 1600 meter, Dennenpad (groen) 1800
meter. Dat is derhalve allemaal nogal te doen.
Ongeschonden
De
aanleg van deze paden kan niet als een aantasting van de
natuur worden gezien. De schop werd er kennelijk
nauwelijks bij gehanteerd. Er werden hier en daar wat
struiken en bomen weggehakt, maar van dit werk is geen
spoor overgebleven. Nu eens ligt het pad bedekt met een
laag overjarige bladeren, dan weer gaat ge over een
naaldtapijt en soms zelfs over pollen van groen mos. Ge
zoudt zweren, dat de paden er eigenlijk altijd reeds
geweest zijn. De op de bomen aangebrachte markeringen
zijn duidelijk doch niet storend-opvallend. In speelse
kronkelingen voeren ze u door het hele complex, steken
wel eens een brandgang over, maar verdwijnen dan toch
weer onmiddellijk in het dichte bos. Toch blijft het bij
dit alles een beetje opletten, omdat soms de lichte plek
van een branddreef misleidend lokt. Wie daar de
markering kwijt raakt, dient op zijn schreden terug te
keren naar de laatste gele, rode of groene vlek tegen
een boom, want dan hebt ge even van te voren een
onverwachte kronkel over het hoofd gezien.
Een
charmant punt van het hele complex, dat we er node
zouden missen, vormt het voormalige Zwart Goorven,
volkomen in de bossen verborgen en toch maar vijf
minuten verwijderd van 't picknickterrein. De "witte
wandeling", die de speelweide oversteekt, voert er u
naar toe. Men heeft hier te maken met een van de
voormalige heidevennen. Het is de enige plek, waar
"Waters en Bossen" wel geducht heeft ingegrepen in de
natuurlijke gesteldheid. Dit met een wissel op de
toekomst. Het oude vennetje onderging enige uitbreiding.
Het bezit een eilandje en een toegankelijk
schiereilandje. Beide begroeid met het oude hout. De
vorm van de oevers werd dartel grillig gemaakt. Rondom
noden banken onder de dennen, eiken of sparren tot een
zitje. Bij regen neemt een aan de voorzijde opengehouden
schuilhut die taak over. De oevers vertonen nu nog de
gekunstelde kaalheid van het nieuwe. Het water ligt er
klaar te dromen, maar iedere plantegroei ontbreekt tot
heden. Moeder Natuur is echter wel zo milddadig dit
straks met haar mantel der liefde te bedekken en weer in
aangepaste staat te herstellen. Baden kan hier "om
gezondheidsredenen" niet worden toegestaan. Die vlieger
gaat derhalve niet op. Dit is dan vermoedelijk ook wel
mede oorzaak van een haast onwezenlijke rust en stilte,
die hier heersen.
Groot
contrast
Wij
ontdekten dit alles op een echte zomerzondag in een zeer
opvallend contrast: een parkeerterrein vol blinkende
beesten in allerhande kleur (één Nederlandse auto: wij)
aan de ene kant. Luierende en zich te goed doende Belgen
er tegenover met zelfs het koude kippetje naast het
flesje wijn op het eigen uit de auto opgeduikelde
klaptafeltje. In het achterhoofd de wijsheid: een kwaad
land waar, het niemand goed gaat. Pallieters of Heren
van Zichem zijn er immers met bosjes aan die kant van de
"meet"... Vijf minuten hiervan verwijderd dan opeens die
oase van stilte en rust van het Zwart Goor. Zó dichtbij
en toch eensklaps zó ver van de wereld. Zelfs op deze
zondagmiddag bijna geen mensen. Zou de stilte de zielen,
die haar niet verdragen kunnen, wellicht angstig maken?
Roerloos spiegelen de bomen zich in het water. Het
schuin invallend zonlicht legt er grote schaduwkladden
naast de eilanden.
Kleine idylle
In het
schuilhuisje houden drie boeren met petten op, die hun
fiets tegen de wand gezet hebben, een praatje. Aan de
overkant langs de oever fluistert, op een bank in de
schaduw van een spar, een jeugdig paartje zijn eigen
verhaal, dat echter door lange pauzes onderbroken wordt.
Dan tekent hij zwijgend, met een dood stuk dennetak,
onbestemde figuren in het oeverzand. Toch nog problemen
in de idylle van het Zwart Goor?
Zo zagen
wij de Ravelse bossen op die zondag. We kunnen niet
garanderen, dat het zo in de toekomst blijven zal. We
vrezen zelfs van niet. Het was zo kort na de
openstelling en de mare had nog niet de ronde gedaan
door het Kempenland. Onnodig te zeggen, dat in dit oord
van stille recreatie en rust de consumptietenten of een
café totaal ontbreken. Zijn verlangens op dit gebied
dient men tot een "ijsje" te beperken.
Experiment
Wat hier
door het Beheer van "Waters en Bossen" ondernomen wordt,
heeft het karakter van een experiment, waarbij men zich
van enig risico bewust is. Zullen er de elementaire
regels van fatsoen en zindelijkheid in acht worden
genomen of laat men "voor het aangenaam verpozen de
eigenaar van het bos de blikken en de dozen"? Zullen de
in de bossen opgehangen vogelkastjes ongestoord blijven
en zullen de bezoekers waakzaam blijven tegen
brandgevaar van weggeworpen sigarettenpeuken? Wanneer
men bij deze proef niet in de verwachtingen
teleurgesteld wordt, lokt er een interessant
perspectief. "Waters en Bossen" loopt reeds rond met de
gedachte in de toekomst nóg 250 ha voor het publiek open
te stellen. Dit eenmaal verwezenlijkt, dan overweegt de
gemeente Ravels, op een aangrenzend gemeente-eigendom
van 25 ha, een alleen voor de jeugd bestemd
kampeerterrein in te richten. Maar dit laatste behoort
nog tot de verre toekomstmuziek.
Geen
jacht
In het
staatsdomein zal in geen geval een camping verrijzen,
want hier gaat het op de eerste en de laatste plaats om
stilte en rust. Vermoedelijk zal dit echter toch niet
beletten, dat de tot heden in de Ravelse bossen
voorkomende reeën zich naar nóg stillere gebieden
terugtrekken. Jaarlijks werden er zo'n vijftien tot
twintig geschoten. Wanneer, na een jaar, de huidige
contracten zijn afgelopen, zal de jacht er niet meer
opnieuw verpacht worden. Dit is het offer, dat de
jachtlustigen te brengen krijgen.
Een
nieuwe fase is er ingetreden in die grote Ravelse
bossen, waarvan ook Tilburg en omgeving profijt kunnen
trekken. Bereikbaar langs goede wegen is het met de auto
niet meer dan ongeveer 54 km uit-en-thuis! Precies iets
voor een familietrip!
PIERRE
VAN BEEK