CUBRA

INHOUD PIERRE VAN BEEK
HOME 
BRABANTS
KUNST
FOTOGRAFIE
TEKSTEN
AUTEURS
AUDIO
SPECIAAL

PRINT

Pierre van Beek - Heemkunde-artikelen

 redactie: Ben van de Pol

 

Ravelse bossen opengesteld voor het publiek

Het Nieuwsblad van het Zuiden - zaterdag 15 augustus 1970

 

Wie de markering van de uitgezette wandelpaden niet wenst te volgen, kan er rustig zwerven en misschien zelfs verloren lopen... Dat slaat op de staatsbossen van de Belgische gemeente Ravels, gelegen aan de nog altijd Arendonkse Steenweg geheten asfaltweg, die via het kerkdorpje Ravels-Eel naar Arendonk leidt. Een deel dezer bossen is deze zomer voor recreatie voor het publiek opengesteld onder het nadrukkelijk etiket van stilte- en rustzone. Een dubbel opmerkelijk feit. We hebben nooit de indruk gehad, dat men ten zuiden van onze grens zo gul was met het openstellen van bossen, noch bij de staat, noch bij de particuliere landgoedbezitters. In tegenstelling tot de ontwikkeling van de laatste jaren in Nederland zien we over de grens nog steeds bijzondere interessante natuurgebieden hermetisch afgesloten. Tot vóór enige tijd gold dit ook voor de zo uitgestrekte Ravelse bossen. En nu opeens die ruimhartige verandering.

Het tweede feit, dat onze aandacht trok, was het ontbreken van de in Nederland zo karakteristieke bepaling van de verplichting zich aan de voetpaden te houden. De natuurvriend kan naar hartelust ronddolen. Enige reglementregels schijnen nog wel in de maak te zijn, maar bij onze Ravelse buren zit toch de gedachte vóór van vrijheid, blijheid. Het zal er maar van afhangen hoe het publiek een dergelijke vrijheid honoreert.

Nu moet ge echter niet denken, dat het er een "wilde" boel is. Het tegendeel is waar. Dat hopen we hierna te belichten. De laatste jaren werd er door de mensen van de onder het ministerie van Landbouw ressorterende afdeling "Waters en Bossen", welke voor de recreatieterreinen een kleurrijk embleem met drie eikenbladeren en gestyleerde watergolven voert, doelgericht gewerkt in de Ravelse bossen. Het resultaat daarvan zagen we. En wat dan voor onze lezers vermoedelijk als voornaamste geldt: die bossen liggen slechts op 27 km van Tilburg verwijderd. Je moet het alleen maar weten!

 

De weg Ravels-Eel naar Arendonk behoort op zich reeds tot de mooiste wegen, die men hier in de verre omtrek kan aantreffen. Dit geldt vooral voor zonnige zomerdagen. Juist daar waar de Ravelse bossen beginnen, duikt de aan weerskanten met zware bomen beplante weg in een volmaakte tunnel, doordat de boomkruinen dicht in elkander zijn gegroeid en de naald- en loofhoutbeplanting ook het normale daglicht het binnentreden belet. Op die mooie zomerdagen voert de zon er permanente strijd met het lover. Zij veegt lichte vlekken tegen de stammen, maakt de bladeren als het ware doorzichtig en strooit overal kleine lichtvlekjes rond, tintelend als lovertjes op het jurkje van een ballet- of circusdanseres. Dan is de weg door de Ravelse bossen tot één juichend feest geworden, waarop men zich bij de nadering steeds weer opnieuw verheugt. Ge moet wel heel bot of erg gehaast zijn om u deze belevenis te laten ontgaan. Welnu, uitgerekend aan deze sprookjestunnel ligt - komende van Tilburg - aan de rechterkant van de weg het nieuwe recreatiegebied. Misschien hebt ge reeds vroeger in het voorbijrijden nieuwsgierig en ook wel een beetje verlangend naar die bossen gelonkt. Ze lagen daar zo afgesloten te vegeteren en boorden zich zo eindeloos lijkend naar de onbekende verten van het noordoosten en ook naar het zuidwesten, waar dan voor de enigszins georiënteerde de kom van Ravels wel te vinden moest zijn.

 

Orde op zaken

Mogelijk kwam het doordat de transportleiding van het Nederlandse aardgas naar België er zich een jaar geleden, komende vanaf de Esbeekse oude trambaan en dan hij Poppel en Weelde achterom, "mir nichts dir nichts", in een kaarsrechte lijn doorheen gevreten had, dat het "Verboden Toegang" minder stringent werd toegepast. Van de andere kant was daar het steeds verder naar de grens opdringende Vlaamse toerisme - nadat de streek rond Herentals voller en voller was geraakt - dat enige pressie in de richting van de huidige ontwikkeling heeft uitgeoefend. De laatste jaren verdwenen er ongemerkt verbodbordjes en kon men er al picknickende mensen met auto's in de verboden dreven aantreffen. Nu is er orde op zaken gesteld. Aan de dreven van het gedeelte links langs de weg verschenen kersverse, bloedrood geschilderde verbodsborden met de toegevoegde waarschuwing, dat er geschoten wordt "met de kogel". Aan de andere kant van de weg is evenwel voor de stille recreatie ruimte genoeg.

 

Hoe het begon

Tot in de eerste jaren van de wisseling van onze eeuw was het gebied van de huidige staatsbossen "woest en ledig". Wat zo verstaan dient te worden, dat uitgestrekte heidevelden en niet in cultuur gebrachte grond het gebied kenmerkten. Men kon er uren ver kijken! Hoewel de lager gelegen gedeelten later zeer goede landbouwgrond bleken uit te maken, werd in die dagen, die nog geen mechanisatie van ontginningsarbeid kenden, het gebied als vrijwel waardeloos beschouwd. Misschien is Ravels toen zelfs wel blij geweest, dat de gemeente in 1907 honderden ha aan de Belgische staat kon verkopen tegen... 95 franc per hectare. In hetzelfde jaar nam de staat de bebossing ter hand. Van de eertijds aanwezige heidevennen zijn er nog een paar overgebleven o.a. het Zwart Goorven in het huidige recreatiegebied en het Kesseven op de grens van de gemeenten Ravels en Oud-Turnhout. Dit laatste ven ligt echter thans in een (nog) niet opengesteld deel der bossen.

 

Start met 55 ha

De totale oppervlakte der bossen bedraagt 817 ha, waarvan 800 ha tot Ravels behoren. 250 ha liggen ten zuidoosten van de weg naar Arendonk en het is van dit laatste gedeelte, dat thans - bij wijze van proef - voorlopig 55 ha voor het publiek toegankelijk werden. Hoewel er enige accommodatie werd aangebracht, is en blijft het uitgangspunt van het Beheer van "Waters en Bossen" het creëren en handhaven van een zone voor stilte en rust. Er zal geen kermis van gemaakt worden!

De bossen hebben we als bijzonder fraai leren kennen. Ze danken dit zowel aan hun ongerepte staat als aan hun gemengde beplanting van naald- en loofhout. Men treft er aan dennen en sparren, berken, eiken en beuken, waarvan sommige in hun zes decennia een respectabele hoogte en dikte wisten te bereiken. Daar tussen door woekert bijna overal de vogelkers, welke - gezien haar forse stammen - hier al veel vroeger inheems lijkt geweest te zijn dan in de gemengde bossen aan de Nederlandse kant van de grens.

 

Picknickstrook

Het centrum van het recreatieoord wordt gevormd door een brede, van de weg zichtbare picknick- en parkeerstrook, de eerste bedekt met gras en de tweede met rood grint. Op de grasstrook, die tot een eind in de middag in de schaduw ligt, rijen de picknicksets met flankerende afvalbakken zich in het gelid. Het is echter niet de bedoeling, dat deze grasvelden tegelijkertijd gebruikt worden voor het parkeren van auto's zoals in de eerste weken van de openstelling al direct het geval bleek. De voertuigen horen aan de overzijde op het grint thuis zoals trouwens de "P" van parkeren duidelijk aangeeft.

De picknick- annex parkeerplaats werkt met haar fleurig beeld van auto's en in alle rust genietende mensen zeer verlokkelijk op de gebruiker van de Arendonkseweg, maar hij zal zijn lust er meteen heen te rijden toch even moeten bedwingen. Deze brede strook kan straks wél als uitgang maar nu niet als ingang gebruikt worden. Om het terrein te bereiken zal men óf de weg direct bij het begin van de bossen, óf de weg aan het uiteinde - steeds langs de Arendonkse Steenweg - moeten kiezen. Ge komt derhalve achterom binnen. Parkeer- en éénrichtingsborden wijzen de weg.

Parallel met het picknickterrein, hiervan slechts door een smalle strook bos gescheiden, loopt een brede, open strook met een keurige grasmat, die als speelweide voor allerlei balspelen voor de kinderen dienst kan doen. Men heeft hier te maken met de oude baan van de aardgasleiding, die zich echter als zodanig niet meer laat onderkennen. Het hele gebied wordt verder doorkruist door enige brandgangen.

 

Wandelpaden

Hoewel het niet in de bedoeling ligt op gewelddadige wijze in te grijpen in de aard van de natuur, werden op de thans beschikbare 55 ha toch tot over een lengte van 17 kilometer wandelpaden uitgezet. Een bord (schaal 1 :2.000) op de picknickplaats brengt ze in beeld. Ge krijgt daarbij tegelijkertijd een totaal overzicht van de indeling van het terrein. Het frappeert, dat de wandelwegen, die een naam dragen en in verschillende kleur staan aangegeven, kort gehouden zijn, zodat de niet zo fanatieke wandelaar (en wie behoort tegenwoordig niet tot deze categorie) niet reeds bij voorbaat de moed ontnomen wordt een hele route voor zijn rekening te nemen. De wegen beginnen en eindigen op het picknickterrein. Hier zetten we ze, met hun lengte, op een rijtje. Met de kleur van hun markeringen: Goorpad (zwart) 700 meter, Weymouthpad (geel) 1400 meter, Beukenpad (rood) 1600 meter, Dennenpad (groen) 1800 meter. Dat is derhalve allemaal nogal te doen.

 

Ongeschonden

De aanleg van deze paden kan niet als een aantasting van de natuur worden gezien. De schop werd er kennelijk nauwelijks bij gehanteerd. Er werden hier en daar wat struiken en bomen weggehakt, maar van dit werk is geen spoor overgebleven. Nu eens ligt het pad bedekt met een laag overjarige bladeren, dan weer gaat ge over een naaldtapijt en soms zelfs over pollen van groen mos. Ge zoudt zweren, dat de paden er eigenlijk altijd reeds geweest zijn. De op de bomen aangebrachte markeringen zijn duidelijk doch niet storend-opvallend. In speelse kronkelingen voeren ze u door het hele complex, steken wel eens een brandgang over, maar verdwijnen dan toch weer onmiddellijk in het dichte bos. Toch blijft het bij dit alles een beetje opletten, omdat soms de lichte plek van een branddreef misleidend lokt. Wie daar de markering kwijt raakt, dient op zijn schreden terug te keren naar de laatste gele, rode of groene vlek tegen een boom, want dan hebt ge even van te voren een onverwachte kronkel over het hoofd gezien.

Een charmant punt van het hele complex, dat we er node zouden missen, vormt het voormalige Zwart Goorven, volkomen in de bossen verborgen en toch maar vijf minuten verwijderd van 't picknickterrein. De "witte wandeling", die de speelweide oversteekt, voert er u naar toe. Men heeft hier te maken met een van de voormalige heidevennen. Het is de enige plek, waar "Waters en Bossen" wel geducht heeft ingegrepen in de natuurlijke gesteldheid. Dit met een wissel op de toekomst. Het oude vennetje onderging enige uitbreiding. Het bezit een eilandje en een toegankelijk schiereilandje. Beide begroeid met het oude hout. De vorm van de oevers werd dartel grillig gemaakt. Rondom noden banken onder de dennen, eiken of sparren tot een zitje. Bij regen neemt een aan de voorzijde opengehouden schuilhut die taak over. De oevers vertonen nu nog de gekunstelde kaalheid van het nieuwe. Het water ligt er klaar te dromen, maar iedere plantegroei ontbreekt tot heden. Moeder Natuur is echter wel zo milddadig dit straks met haar mantel der liefde te bedekken en weer in aangepaste staat te herstellen. Baden kan hier "om gezondheidsredenen" niet worden toegestaan. Die vlieger gaat derhalve niet op. Dit is dan vermoedelijk ook wel mede oorzaak van een haast onwezenlijke rust en stilte, die hier heersen.

 

Groot contrast

Wij ontdekten dit alles op een echte zomerzondag in een zeer opvallend contrast: een parkeerterrein vol blinkende beesten in allerhande kleur (één Nederlandse auto: wij) aan de ene kant. Luierende en zich te goed doende Belgen er tegenover met zelfs het koude kippetje naast het flesje wijn op het eigen uit de auto opgeduikelde klaptafeltje. In het achterhoofd de wijsheid: een kwaad land waar, het niemand goed gaat. Pallieters of Heren van Zichem zijn er immers met bosjes aan die kant van de "meet"... Vijf minuten hiervan verwijderd dan opeens die oase van stilte en rust van het Zwart Goor. Zó dichtbij en toch eensklaps zó ver van de wereld. Zelfs op deze zondagmiddag bijna geen mensen. Zou de stilte de zielen, die haar niet verdragen kunnen, wellicht angstig maken? Roerloos spiegelen de bomen zich in het water. Het schuin invallend zonlicht legt er grote schaduwkladden naast de eilanden.

 

Kleine idylle

In het schuilhuisje houden drie boeren met petten op, die hun fiets tegen de wand gezet hebben, een praatje. Aan de overkant langs de oever fluistert, op een bank in de schaduw van een spar, een jeugdig paartje zijn eigen verhaal, dat echter door lange pauzes onderbroken wordt. Dan tekent hij zwijgend, met een dood stuk dennetak, onbestemde figuren in het oeverzand. Toch nog problemen in de idylle van het Zwart Goor?

Zo zagen wij de Ravelse bossen op die zondag. We kunnen niet garanderen, dat het zo in de toekomst blijven zal. We vrezen zelfs van niet. Het was zo kort na de openstelling en de mare had nog niet de ronde gedaan door het Kempenland. Onnodig te zeggen, dat in dit oord van stille recreatie en rust de consumptietenten of een café totaal ontbreken. Zijn verlangens op dit gebied dient men tot een "ijsje" te beperken.

 

Experiment

Wat hier door het Beheer van "Waters en Bossen" ondernomen wordt, heeft het karakter van een experiment, waarbij men zich van enig risico bewust is. Zullen er de elementaire regels van fatsoen en zindelijkheid in acht worden genomen of laat men "voor het aangenaam verpozen de eigenaar van het bos de blikken en de dozen"? Zullen de in de bossen opgehangen vogelkastjes ongestoord blijven en zullen de bezoekers waakzaam blijven tegen brandgevaar van weggeworpen sigarettenpeuken? Wanneer men bij deze proef niet in de verwachtingen teleurgesteld wordt, lokt er een interessant perspectief. "Waters en Bossen" loopt reeds rond met de gedachte in de toekomst nóg 250 ha voor het publiek open te stellen. Dit eenmaal verwezenlijkt, dan overweegt de gemeente Ravels, op een aangrenzend gemeente-eigendom van 25 ha, een alleen voor de jeugd bestemd kampeerterrein in te richten. Maar dit laatste behoort nog tot de verre toekomstmuziek.

 

Geen jacht

In het staatsdomein zal in geen geval een camping verrijzen, want hier gaat het op de eerste en de laatste plaats om stilte en rust. Vermoedelijk zal dit echter toch niet beletten, dat de tot heden in de Ravelse bossen voorkomende reeën zich naar nóg stillere gebieden terugtrekken. Jaarlijks werden er zo'n vijftien tot twintig geschoten. Wanneer, na een jaar, de huidige contracten zijn afgelopen, zal de jacht er niet meer opnieuw verpacht worden. Dit is het offer, dat de jachtlustigen te brengen krijgen.

 

Een nieuwe fase is er ingetreden in die grote Ravelse bossen, waarvan ook Tilburg en omgeving profijt kunnen trekken. Bereikbaar langs goede wegen is het met de auto niet meer dan ongeveer 54 km uit-en-thuis! Precies iets voor een familietrip!

 

PIERRE VAN BEEK