CUBRA

INHOUD PIERRE VAN BEEK
HOME 
BRABANTS
KUNST
FOTOGRAFIE
TEKSTEN
AUTEURS
AUDIO
SPECIAAL

PRINT

Pierre van Beek - Heemkunde-artikelen

 redactie: Ben van de Pol

 

"Tivoli" was voor Tilburg een begrip

Het Nieuwsblad van het Zuiden - donderdag 19 februari 1970

 

Sinds vorig jaar bezitten we in Tilburg een Tivolistraat. Niet ergens zo maar in een van de nieuwe, verafgelegen wijken doch in het hartje van de stad. Om wat méér duidelijkheid te krijgen in al de Bosschewegen, die wij ons permitteerden - we dachten dat het er wel drie waren! - werd de Bosscheweg, die nóg vroeger naar de naam van Bossche Bedding heeft geluisterd, opnieuw ten doop gehouden met bovengenoemd resultaat. Waarom nu juist een Tivolistraat in onze stad? De heel oude Tilburgers zullen daar niet zoveel moeite mee hebben, want voor hen is "Tivoli" nog wel een begrip. Dat de jongeren hun gedachten laten uitgaan naar het Kopenhaagse pretpark van dezelfde naam is niet denkbeeldig. Dan zitten ze niet helemaal scheef want zowel met tuin als pret heeft het iets te maken gehad.

Indien we eens héél ver terug willen grijpen naar het woord "Tivoli" dan komen we bij een nog bestaande buurt van Rome terecht. Als Tibur (waaraan louter toevallig slechts twee letters ontbreken om Tilburg te zijn!) werd zij al door de oude, Romeinse dichters bezongen. In de tijd van de republiek genoot ze faam als zomerverblijfplaats en haar roem steeg nog toen keizer Hadrianus er zijn prachtige villa liet bouwen. Omstreeks 1550 had men er, bij de beroemde villa d'Este van de gelijknamige kardinaal, fraai aangelegde tuinen met fonteinen, een waterorgel, vijvers en beelden. De naam "Tivoli" roept dus herinneringen op aan een lusthof. Tilburg nu heeft, onder dezelfde weidse naam minstens één "pleziertuin" gehad. En die lag - zeker in zijn oorsprong - aan het huidige Piusplein. We hebben eens nagegaan hoe dat allemaal zat omdat hierover nogal enige mystificatie blijkt te bestaan.

 

Het "Tivoli" waar het hier nu op de eerste plaats om gaat, was gelegen aan het Piusplein, daar waar we thans de meubelzaak van "Van A tot Z" aantreffen. Dit blijkt uit akten en uit kadastrale kaarten. In 1872 koopt Adrianus Jacobus Donders van de schutterijen van de voet- of kruisboog, die hier hun doelen hadden, het huis "Tivoli" aan "Het Ven" (zo werd vroeger het Piusplein genoemd) voor 2.000 gulden. Deze Donders woont daar een tijdje en verhuist dan naar de Heuvelstraat om daar een café Het Nederlandsch Koffiehuis te exploiteren. Dit lag op het punt bij de Markt, waar we nu Boekhandel W. Bergmans kennen. Zijn koffiehuis was vroeger ook reeds herberg geweest onder de naam "'t Swart Peerd". Op 24 december 1872 had hij zijn "Tivoli" op "Het Ven" publiek laten verkopen door de Tilburgse notaris Peter Gerard Molengraaff. De verkoopakte vertelt ons, dat het betreft het huis "Tivoli" (van een café wordt hier niet gesproken), met uitgang, terreinen, koepels en plantaadje, groot omtrent twintig Nederlandse roeden te Tilburg letter N nr. 1357. Als belending van het perceel wordt opgegeven: oost de straat; west Wilhelmus Mutzaerts; zuid de weduwe Adriaan Mombers en noord de dreef op de schietbaan van de schutterijen van de voet- of kruisboog. De akte waar het hier om gaat, bevindt zich in het Tilburgse gemeentearchief (not. 224/180).

 

Niet zo klein

Uit een andere bron aldaar blijkt, dat dit "Tivoli" nog maar een hele bedoening was. Langs de straatzijde besloeg het een lengte van niet minder dan 32,5 meter met een diepte van 8,5 meter. Er was aan verbonden een tuin van liefst 100 meter diep en 25 meter breed. Er lag een schietbaan met een lengte van 75 meter en een breedte van 7,5 meter. De schutterijen St. Joris en St. Sebastiaan waren hier gevestigd.

In een krantenartikel (NTC 28 juli 1934) troffen we nog enige gegevens aan. Deze bleken deels gebaseerd op de door ons hierboven vermelde akte en deels ontleend aan de bekendmaking der publieke verkoping door notaris Molengraaff uit Tilburg. Indien hier geen verschrijving heeft plaatsgehad, heeft - volgens die publikatie - de oppervlakte van "Tivoli" veertig Nederlandse roeden bedragen, wat dan niet met de officiële akte klopt. Volgens die bekendmaking omvatte "Tivoli" o.a. zeer ruime boven- en benedenlokalen met aangelegen terreinen, plantaadje (aangelegde tuin), koepels en ook nog een slingerbos. Verder wordt er gemeld, dat er een tappersnering gevestigd is en dat er sinds een aantal jaren met goed gevolg danspartijen en concerten zijn gegeven. Het complex wordt aangeprezen als heel geschikt voor het vestigen van een fabriek of ander bedrijf. De bekendmaking werd gedrukt bij H. Palier en Zn. te Den Bosch.

 

Klopt niet

Nu doet zich de merkwaardigheid voor, dat de schrijver van het krantenartikel dit hele "Tivoli" lokaliseert aan de Bossche Bedding, dat is Bosscheweg, hoewel in de akte geen van beide namen voorkomen maar wel duidelijk van "Het Ven" gesproken wordt. Hij motiveert zijn vrijheid met de bewering, dat de Bosscheweg vroeger tot "Het Ven" behoorde en pas later onder de Heuvel kwam. Deze toevoeging kan er op wijzen, dat de schrijver wel enige moeilijkheid heeft ondervonden door de duidelijke lokalisatie "Het Ven", die de behoefte deed ontstaan "Tivoli" naar de Bosscheweg over te brengen. De motivering klopt echter niet, daar de omgeving van de Bossche Bedding altijd onder de wijk Kerk (Heuvel) heeft behoord. De schrijver meldt ook dat "Tivoli" verkocht werd aan de familie Panis, die de herberg voortzette. Ook dit is een mystificatie. De Bosscheweg heeft rond 1840 echter wel een herbergier Joh. Cornelis Panis gekend, die in 1830 nog in de Heuvelstraat woonde en toen voerman was. Ter disculpatie van de schrijver dient te worden vermeld dat deze, in zijn tijd, niet kon beschikken over gegevens, welke thans aanwezig zijn.

 

Verdwenen

Koper van "Tivoli" in 1827 werd de rentenier H.P. van der Velden, die in de wijk Kerk (Heuvel) woonde. Hij maakte "Tivoli" tot zeepziederij "De Hoop". Van hem ging "Tivoli" in 1832 of 1834 over aan Koning Willem II, die er stallen van maakte en de plezier- of lusttuin in een weiland herschiep. Toen was "Tivoli" dus verdwenen. Om nu nog even de verdere lotgevallen van dit complex vast te leggen: Rond 1849 verkochten de nabestaanden van de koning de bestaande stallen en het erf aan de architect J. van Tulder van wie het bezit - in ieder geval vóór 1870 - overging aan diens zoon Hendrikus Jacobus van Tulder, die zich bouwmeester noemde. De stallen zijn vermoedelijk rond 1865 afgebroken. In 1870 was er niets meer van over.

 

Laten we nu eens gaan kijken wat zich op de Bosscheweg heeft afgespeeld. Het staat vast, dat in 1832 het terrein aan de Bossche Bedding, waar men een "Tivoli" heeft thuisgebracht, nog geheel onbebouwde grond was. Adriaan Willem Ketelaars bezit hier een perceel bouwland. Hij verkoopt dit aan Hendrikus v.d. Hout (49 jaar), die in het Nieuwland (Nieuwlandstraat) woont naast de 1914 afgebroken "Oude Ster", die van 1624 dateerde. Als zijn beroep wordt in 1830 "venter" vermeld. Deze v.d. Hout bouwt in 1839 aan de Bosscheweg een "huis" dat wel een herberg geweest zal zijn, want nu staat hij als "herbergier" te boek. Hij zit daar tot 1840 totdat zijn eigendom in handen komt van Adrianus v. d. Hout, die het behoudt tot 1842. En wat zien we nu? Bij een volgende verkoop wordt er niet alleen van een huis en erf maar... ook van een "pleziertuin" gesproken. Deze tuin is derhalve door Adrianus v.d. Hout of misschien reeds door zijn voorganger aangelegd. Adrianus v.d. Hout blijkt zijn eigendom verkocht te hebben aan Antoni Goyarts wiens beroep als "timmerman" vermeldt wordt. Goyarts verkoopt in 1859 de boel aan kolonel Jan Carel Chrysotomus de Horion de Corby. Ook dan gaat het nog altijd over een huis met erf en pleziertuin. In deze periode schijnt het publiek ontspanningscentrum aan zijn bestemming onttrokken te zijn. Nog in hetzelfde jaar doet de kolonel zijn bezit over aan Leonardus Johannes Daniel Swagemakers, die eigenaar blijft tot 1874.

 

Villa "Tivoli"

Bij al deze transacties aan de Bosscheweg zijn we de naam "Tivoli" niet tegengekomen, maar dit houdt geenszins in, dat hij er niet geweest is. De herberg zou best zo geheten kunnen hebben, we weten het alleen maar niet. Wat we wel weten is, dat er in de tijd van Swagemakers een fraaie villa is verrezen, die de naam "Tivoli" voerde. Hier en op het westelijk daarvan gelegen complex zijn de R.K. Leergangen verrezen toen daarvoor een nieuw pand werd gezet. Dit gebouw werd later de R.K. Handelshogeschool, zoals onze huidige Economische Hogeschool in haar begintijd heette. De rector magnificus hiervan mgr. prof. dr. Th.J.A.J. Goossens heeft jaren lang de inmiddels ook weer verdwenen villa "Tivoli" bewoond. Nu staat op de plaats van villa "Tivoli" het pand van Smarius' Import en daarnaast zijn opnieuw de R.K. Leergangen terecht gekomen.

 

Grote chic

Een "Tivoli" heeft een belangrijke plaats in het Tilburgse leven gespeeld. In een oude publicatie lezen we, dat Tilburg tussen 1800 en 1850 nogal eens bezoek kreeg van vooraanstaande personen en dat daarbij voor hen georganiseerde feestelijkheden gegeven werden in "Tivoli". In het Dagboek van De Beer lezen we, dat op 5 augustus 1833 de heren hoofdofficieren een bal hebben gegeven, waarbij tegenwoordig waren de Prins van Oranje (de latere koning Willem II) en enige geïnviteerde "aanzienlijke heeren" van Tilburg. Elders wordt vermeld, dat tijdens het verblijf van de prins in Tilburg in "Tivoli" verschillende openluchtbals plaatsvonden.

De (oude) Harmonie gaf in het begin van de 19de eeuw wel buitenconcerten. Deze Harmonie was in 1820 gevestigd in het Stadskoffiehuis van Arnoldus Blomjous op 't Heike naast het stadhuis. Dit koffiehuis werd later het op zijn beurt weer in 1929 afgebroken hotel "De gouden zwaan" van Broecx. Die Harmonie placht te musiceren in de "Rauwbraken", in de "Rustende Jager" of in Baaijenbosch en ook in "Tivoli". Zo'n tocht naar buiten betekende steeds een hele gebeurtenis voor Tilburg, dat in 1820 nog maar 10.400 inwoners telde.

 

Zomerbals

De Nieuwe Koninklijke Harmonie besloot bij haar oprichting in 1843 haar zomerbals in de tuin en in de lokalen van "Tivoli" te geven. Volgens het Gedenkboek der N.K. Harmonie (1843-1918) was dit "een lokaal en een tuin aan de Bosscheweg", waar later de villa "Tivoli" is verrezen. Aan "Het Ven" kan dit uiteraard niet geweest zijn want daar bestond in 1843 geen "Tivoli" meer. In het al eerder aangehaalde krantenartikel, dat bedoelt iets van de geschiedenis van "Tivoli" aan de Bosscheweg te geven, wordt gesproken over een dicht bij het centrum van de stad gelegen "buitenherberg". De daarbij behorende tuin wordt als "schitterend" gekwalificeerd met aangename zitjes, vele koepels en een mooie bomenschat. Er wordt ook meegedeeld, dat van deze tuin later een stuk werd afgesneden ten behoeve van de aanleg van de spoorlijn. Wat dit laatste betreft zitten we dus wel aan de Bosscheweg. De rest van de beschrijving doet echter weer denken aan die van het "Tivoli" op "Het Ven". De schrijver van 1934 ziet in zijn tijd bij villa "Tivoli" nog oude bomen en één koepel, die restanten moeten zijn van de buitenherberg aldaar.

 

Bosscheweg

Dat de bals van de Nieuwe Koninklijke Harmonie aan de Bosscheweg gegeven moeten zijn, zagen we reeds. Het lijkt ons echter, dat de buitenconcerten van de (oude) Harmonie tussen 1820 en 1832 wel in het "Tivoli" aan "Het Ven" zullen zijn gehouden. Ditzelfde zou dan ook moeten gelden voor de officierenbals van de Prins van Oranje, want in 1832 was het "Tivoli"-terrein aan de Bosscheweg nog onbebouwde grond. Pas na 1839 zouden de feesten met "de Prins" aldaar plaatsgehad kunnen hebben, maar dit ook weer niet na 1840, tenzij de dagboekschrijver uit gewoonte over de Prins van Oranje is blijven spreken, hoewel deze in 1840 koning Willem II was geworden. Zoals bekend stierf hij als koning op 17 maart 1849 te Tilburg.

Wanneer we nu, de dag van vandaag, eens aan de Bosscheweg, dus aan onze nieuwe "Tivolistraat" gaan kijken, zien we daar bij de huidige Katholieke Leergangen nog een dikke beuk en een paar oude acacia's. Ook aan de Verlengde Spoorlaan werden een paar platanen en een zeer dikke beuk gespaard. Wij herinneren ons, dat in de tuin ooit een koepel heeft gestaan. Dit zouden wel eens restanten van "Tivoli" kunnen zijn.

De tekening, die wij hier afdrukken, vonden we in een Gedenkboek van de R.K. Leergangen. De afgebeelde herberg draagt dus op haar voorgevel de naam "Tivoli" en er staat met de hand bijgeschreven, dat het om de Bossche Bedding (Bosscheweg) gaat. We weten echter niet waar deze tekening vandaan komt. Gezien de mystificatie, die er bestaat, zijn we er niet zeker van dat dit niet het "Tivoli" van "Het Ven" zou kunnen zijn.

 

Conclusie

Al het bovenstaande nog eens overziend, komen wij tot de conclusie, dat er in ieder geval een "Tivoli" aan "Het Ven" is geweest en dat er later aan de Bosscheweg een herberg met een pleziertuin is verrezen. Verder dat er een "Tivoli" heeft bestaan, dat een zeer voorname rol in het Tilburgse ontspanningsleven heeft vervuld. Zou het misschien zó kunnen zijn, dat er - na het verdwijnen van het echte "Tivoli" aan "Het Ven" - een soort nabootsing hiervan aan de Bosscheweg is ontstaan? En dit ook niet zonder succes? Voor ons is de kwestie niet bevredigend uit de doeken gekomen. Wellicht vormt dit artikel echter voor snuffelaars een aanleiding eens pogingen te doen de lacunes op te vullen. Zou dit geen aardige opgave zijn voor de pas opgerichte Heemkundekring "Tilborch"?

 

PIERRE VAN BEEK

 

 

Aan bovenstaand artikel werd door de auteur nog het volgende toegevoegd:

 

Was er maar meer gefotografeerd

 

 

 Villa Tivoli

(Uit: Tilburg in Beeld 1945-1989, door Ronald Peeters)

 

Dit is de nog maar enkele jaren geleden afgebroken villa "Tivoli" aan de voormalige Bosscheweg. Zij nam een zo vertrouwde plaats in in het Tilburgse stadsbeeld. Op zekere dag was ze weg en vanaf dat moment mist men ze misschien. Zo gaat het vaak in onze groeiende en voortdurend veranderende stad. Jaren lang zal iedereen voorbijlopen aan een oud huis, een oude boerderij en er niets bijzonders aan zien. Opeens blijkt het pand dan afgebroken en vanaf datzelfde moment voelt ge dat het historie geworden is - ook dan wanneer er nooit enige historische waarde aan werd toegekend. "Hadden we er maar tijdig een foto van genomen", luidt dan soms de verzuchting.

Misschien komt wat verdween toevallig nog voor op een oude ansichtkaart. Dit betekent altijd nog méér dan niets. In vroeger jaren is er echter veel in Tilburg verdwenen, dat nooit werd vastgelegd. Zo bestaan er - bij ons weten - slechts twee oude afbeeldingen van de Markt bij de Heikese kerk, uit de 18e eeuw en de eerste helft van de 19de eeuw. De ene een bijzonder boeiende en romantische aquarel, die een beeld van 1742 geeft, dat bijzonder sterk denken doet aan een soortgelijke afbeelding van het oude Helmondse centrum, en een tweede, een gravure van omstreeks 1856.

 

Snel vergeten

Hoeveel is echter voor altijd uit Tilburg weggevaagd, dat menigeen graag eens terug zou zien. Wie kan zich bv. nog duidelijk voor de geest halen hoe het er tien tot dertig jaar geleden in Tilburg-Noord en de Rauwbraken uitzag? Om maar eens wat dichter bij huis te blijven - en dat is dan nog zo kort geleden! - hoe zag de "Koningswaai" er eigenlijk ook weer uit om van het vroegere 't Ven maar niet te spreken...

Nu we dan toch bezig zijn, mogen we ook wel even herinneren aan de afbraak van de Korvelse kerk, waar in die periode de kale kolommen zonder dak te kijken stonden en de kerkruïne er uit zag als een modern Pompeji. We denken aan "het straatje van Bronsgeest", het straatje van Jantje Marinus (oude Kerkpad), het huis met de merkwaardige over de straat hangende uitbouw aan de voormalige Zomerstraat tegenover de Ned. Hervormde Kerk; het teruggebouwde huisje met tuin op de hoek van de Bredaseweg en voormalige Lange Schijfstraat; het met klimop behangen huisje op de hoek van het Smidspad bij het politiebureau; de herten aan de ingang van het dierenpark, die niet - zoals velen dachten - van brons maar gewoon van ordinair zink waren en het daar desniettegenstaande aardig deden.

En wat heeft de omgeving van de Hasseltse kapel niet aan schilderachtigheid ingeboet. Met het Peerke Donderscomplex op de Heikant zal het wel "hetzelfde gat ingaan", want de bebouwing is daar al gevaarlijk dicht naderbij gekropen. Wanneer zal de slopershamer voor het kerkhof van de Bredaseweg in actie komen? Zo'n kerkhof en zo'n beeldenrij in het hartje van de stad mag dan een anachronisme heten maar we zouden niet weten, waar ge dat elders moet gaan zoeken. En daarom is het wel uniek. Van de Tilburgse molens is niet veel meer overgebleven en van oude boerderijen ook niet. Wat er nog staat, dient in de gaten gehouden te worden.

 

Fotograferen

Het komt niet in ons op een pleidooi te houden van "laten staan wat staat, want er zijn mensen, die het aardig vinden", wél pleiten wij om dit dan toch "wel aardige", dat tot verdwijnen gedoemd is, ten minste fotografisch vast te leggen opdat de komende generaties ten minste eens zullen kunnen zien hoe Tilburg vroeger was. Dat kon dan, samen met de historische waarde, misschien nog wel eens een plezierige bezigheid zijn. Er bestaat niet voor niets een onderneming, die momenteel brood ziet in het uitgeven van nogal dure boekjes van - bij gebrek aan beter - vaak slecht afgedrukte, oude ansichtkaarten. Het is ons bekend, dat er van tijd tot tijd foto's gemaakt worden van panden, die op de nominatie staan om te verdwijnen. Amateurfotografen zouden een handje kunnen helpen om vast te leggen, wat - naar eigen oordeel en eigen piëteitsgevoel - daarvoor in aanmerking komt. Daarbij denken wij dan verder dan de stad Tilburg, nl. ook aan de enthousiastelingen van omliggende dorpen.

 

Een tip

Zeg, heeft er al eens iemand aan gedacht bij het kerkhof aan de Bredaseweg een draakdodende St. Joris met een wolk er achter, tegen de lucht en diagonaalsgewijze in het beeldvlak geplaatst, te fotograferen? Daarmee zou op een fototentoonstelling best eens een prijs gehaald kunnen worden!

 

PIERRE VAN BEEK