40.000
graven onder 20.000 kruisen
Het
Nieuwsblad van het Zuiden - zaterdag 14 juni 1969
Lommel - Duitse begraafplaats - Archief
Pierre van Beek
Er ligt een
veld van veertigduizend graven, gedekt door twintigduizend
gelijkvormige kruisen op slechts 65 km van Tilburg. En
weinigen die het weten. Het betreft hier het grootste Duitse
soldatenkerkhof van wereldoorlog nummer twee op het gehucht
Kattenbos nabij de Vlaamse grensplaats Lommel, loodrecht ten
zuiden van Luiksgestel. Het is een indrukwekkende
dodenakker, die niet alleen imponeert door zijn
uitgestrektheid van 16 ha en zijn aanleg, maar daarenboven
ook nog door de plaats van ligging: een eind van de
verkeersweg verwijderd op hooggelegen zandig terrein, te
midden van uitgestrekte dennebossen, waaraan heel dit gebied
van Kattenbos zo rijk is. Een bezoek aan deze plaats vormt
een onvergetelijke ervaring. Het roept een hele scala van
gedachten op, die lang nawerken en waarbij men zich betrapt
op de onweerstaanbare wens hier zeker nog eens, beter
beslagen en meer gerijpt dan de eerste keer, terug te komen.
Hoe ontstond
hier bij Lommel dit reuze-oorlogskerkhof? Geen veldslag,
geen militaire gebeurtenis van grote betekenis is verbonden
aan de naam van dat Kempische Lommel, dat eigenlijk nog tot
1839 bij Nederland heeft gehoord en nadien tegen ons huidige
Luiksgestel geruild werd. Het is zó begonnen in die stille,
hoge bossen. Tijdens de gevechten in België en Duitsland,
met name bij Aken, in het Hürtgenwoud en bij het
bruggenhoofd Remagen, begroef de Amerikaanse Gravendienst de
Duitse gesneuvelden op zijn strijdgebied voorlopig op vijf
verzamelkerkhoven. Dat waren toen Henri-Chapelle, Fosse,
Overrepen, Neuville-en-Condroz en... Lommel.
Centraal
punt
In de jaren
1946-1947 werden alle gevallenen van de vier eerstgenoemde
plaatsen naar Lommel overgebracht. Nadat in 1946 de
Amerikanen de voorlopige Duitse verzamelplaats aan de
Belgische autoriteiten hadden overgedragen, brachten dezen
alle op Belgisch gebied gevallen Duitsers naar Lommel.
Daaronder bevonden zich ook nog de 541 Duitse doden uit de
Eerste Wereldoorlog, die op het kleine soldatenkerkhof te
Leopoldsburg hun laatste rustplaats hadden gevonden. Dit
kerkhof alsmede de andere kleine, over 't Belgische
grondgebied verspreid liggende oorlogskerkhoven werden met
de concentratie te Lommel opgeheven. Later werd dit kerkhof,
dat in zijn oorsprong eenvoudig van aanleg was, aan de
Duitsers overgedragen met name aan de Volksbund Deutsche
Kriegsgräberfürsorge E.V., die het tot het huidige monument
maakte en er ook een echt Duits stempel op drukte. Lommel
vormt nu ook het centrale punt van waaruit de Duitse
oorlogskerkhoven in België van de Eerste Wereldoorlog
verzorgd worden.
De toegang
tot het kerkhof bevindt zich aan de noordkant. 't
Ingangsgebouw met twee vleugels omsluit een ruime erehof met
colonnade, die aan de zuidkant wordt afgesloten door een
crypte op de achterkant waarvan men in grote letters onder
de jaartallen 1939-1945 leest: "Hier ruhen Deutsche
Soldaten". Boven op de crypte verrijst een bijna zes meter
hoge kruisigingsgroep. De twee figuren onder het kruis Maria
en Johannes zijn 3.30 meter groot en wegen elk zevenduizend
kilo. De hele groep werd gehouwen uit vier blokken harde
basaltsteen welke blokken een totaalgewicht hadden van 93
ton. Na de bekapping bleef er voor de groep nog een gewicht
van 39 ton over. Het geheel werkt zwaar en massief. Typisch
Duits.
In de
crypte
Het
inwendige van de crypte wordt gevormd door bakstenen
booggewelven, die steunen op vier massieve met kapitelen
versierde kolommen. In een inzinking van de natuurstenen
vloer ligt in het midden van de crypte het in hardsteen
gehouwen beeld van een bijna drie meter grote, dode soldaat.
De driedelige achterwand van de crypte draagt in het
middenvak bijbelse taferelen in goud-mozaïek, rechts en
links geflankeerd met de volgende teksten in eenzelfde
goud-mozaïek uitvoering. Links: "Öfne dein Herz der
Ehrfurcht vor dem Opfer unserer Toten". Rechts: "Bewahre in
deinem Gewissen die Mahnung der Kreuz zum Frieden". De wand
aan de voorkant werd eveneens uitgevoerd in mozaïek met
bijbelse voorstellingen.
Het is er
koel onder de gewelven, waar de soberheid van lijnen, hier
en daar een krans op het midden van de zijwanden, en het uit
het zuiden door de getraliede poorten binnenvallende
daglicht 'n stemmingsvolle sfeer wekken. Door het motief van
de uitbeelding en het licht door twee bronzen tralievensters
krijgt ge de indruk alsof de dode zich opricht om de weg
naar de eeuwigheid te gaan.
Confrontatie
Wie dan uit
de schemer naar buiten treedt, wordt overrompeld door de
plotselinge confrontatie met de veertigduizend doden. Een
indruk, die nog sterker werkt als ge door de smalle trappen
aan de buitenkant van de crypte tussen de muren van de
zwarte lavasteen naar boven klimt tot aan de voet van het
kruisigingsmonument. Hier liggen ze dan, de 40.000 doden,
twee bij ieder betonnen kruis, ingedeeld in blokken van
telkens twee maal veertig man. In één oogopslag overziet ge
van uw verheven standplaats twintigduizend kruisen in
eindeloos lijkende rijen in perspectivische vernauwing tot
aan de zuidgrens van het kerkhof. Hoe ge u ook wendt of
keert, recht naar het zuiden, naar oost of west, altijd weer
marcheren die kruisen in lange starre linies. Als ge lang
tuurt - en ge doet dat onweerstaanbaar - vloeien al die
kruisen op hun gladgeschoren bruine heidebanen tussen de al
even gladgeschoren groene grasbanen ineen tot een enorm
mozaïek van de dood. Als waarschuwing en vermaan...
Hoewel men
op Kattenbos nogal wat geaccidenteerd terrein aantreft, ligt
het hele kerkhof vlak als een biljart en aan vier kanten
ingesloten door dennebossen. Zelfs als ge op de verheven
crypte staat, zal uw oog aan geen van vier windstreken ook
maar iets anders dan bos ontdekken. En nergens steekt er een
spits van een kerktorentje boven uit. Deze omstandigheid
accentueert wel in hoogst bijzondere mate de rust van dit
veld der veertigduizend. Het wordt als het ware losgemaakt
van de binding met de wereld om rechtstreeks in confrontatie
te staan met het tijdloze van een eeuwigheid, die op deze
zonnige dag spreekt vanuit een strakblauwe hemelkoepel.
Als ge dit
alles ervaren hebt, is het wel tijd af te dalen van uw
standplaats en over het groene tapijt van de gazons voort te
schrijden langs de graven, waarmee ge geen directe maar toch
eigenlijk wel een breed-menselijke relatie hebt. Grotere
soberheid dan op de kruisen kon er wel niet betracht worden.
Zij voeren niets anders dan een naam, niet eens een
leeftijd. Maar alle leeftijden zijn hier vertegenwoordigd
van nauwelijks achttien tot aan de zestig jaar, zo lezen wij
op een prospectus. Sommige graven dragen glazen potjes voor
een waxinelichtje, hier en daar een klein bloemstukje. Dat
zullen er meerdere worden naarmate de zomer verder schrijdt,
maar de meeste graven zullen nooit bloemen krijgen. Zij
zullen het altijd moeten doen met die ene naam en dat zelfs
nog niet eens, want heel wat kruisen vermelden slechts: "Ein
Deutscher Soldat"...
Studieobject
Ge kunt niet
op het kerkhof komen of er zwerven Duitsers rond en op de
parkeerplaats staan hun auto's. In de zijgevel van het
ingangsgebouw, waar het bezoekersboek ter tekening ligt,
schrijven zij hun namen tussen die van vele Belgen en
Nederlanders. De rechtstreeks betrokken Duitsers haalt ge er
onmiddellijk uit het boek, want daar zijn dan óók de
kolommen voor het nummer van een graf en het nummer van het
"block" ingevuld. Zó goed is de organisatie wel. Hoe vaak
het kleine, gedrukte boekje met de nummers van de 40.000 al
gebruikt is, verraadt zijn beduimeldheid. Maar we kijken
liever in het grote boek, waar naast nuchtere nummers,
gevoelens tot uitdrukking komen. Een interessant
studieobject voor wie er de tijd voor heeft.
"Nichts kann
verloren werden durch den Frieden. Alles kann verloren
werden durch den Krieg", (Block 16, Grab 529), leest ge
daar. Op het meer persoonlijke vlak ligt: "In stillen
Gedenken an unsere Eltern, die vielmals hier waren am Grab
von unserem Bruder Heinz", (Block 26, Grab 161)... "Vielen
Dank für die vorbildliche Pflege der Gräber", (Block 8, Grab
10). Elders staat er niets achter dan "In stiller
Andacht"...
Weer
individu
Ziedaar een
ongeselecteerde greep zonder jacht naar effect. Het wat
nauwkeuriger snuffelen in dit boek lijkt ons een
prijzenswaardige daad. In de omslotenheid van dit
receptielokaal valt dan de ban van de massale eenheid
daarbuiten van u af. Het is alsof, door die exacte
nummering, uit de collectiviteit telkens één individu naar
voren treedt omdat het geroepen werd...
"Entschuldigen", zegt een Duits paar achter onze rug, dat we
nu pas ontdekken. We schuiven hun het boek toe. Er wordt er
wéér een opgeroepen... Met gevoelens van onbekenden die
vertrokken zijn, hebben we geen last, we zijn echter niet
onbescheiden genoeg om later terug te gaan om te kijken naar
wat zij schreven met wie we een fractie van een minuut oog
in oog gestaan hebben.
Pools kerkhof - Lommel - Archief Pierre van
Beek
Pools
kerkhof
Op slechts
vier kilometer ten oosten van Lommel ligt nog een tweede
soldatenkerkhof. Dit is geheel aan de Poolse gesneuvelden
gewijd. Het bevindt zich op de "Kruiskiezel", direct bij het
kruispunt van de wegen Lommel - Overpelt en Eindhoven -
Hasselt. Hoewel klein van omvang - er liggen slechts 253
graven - is ook dit zeer stemmingsvol en met bijzondere zorg
onderhouden. Aan drie kanten omsluiten dennebossen met een
singel van sparren en berken het complex, dat vanaf de
wegkant iets schuin oploopt. Staande op het hoogste punt
heeft men over de kruisen en de weg heen een fraai uitzicht
over het vlakke land tot daar waar het oog op een bosrand
vastloopt.
"Gemeente
Lommel. Hulde en erkentelijkheid aan onze bevrijders
1940-1945" staat er op een hardsteen gebeiteld. Het midden
van het ereveld wordt ingenomen door een meters hoog
kruisbeeld aan de voet waarvan permanent kransen liggen met
Poolse en Nederlandse teksten op de linten. Hoofdmonument
van dit kerkhofje, waar ook de graven liggen tussen het
heidekruid, vormt een rechthoekige wand van hardsteen over
welks oppervlak verspreid staan de namen van de plaatsen,
die aan de Polen hun bevrijding te danken hebben. Zo leest
ge daar dan, sprongsgewijze over het vlak verdeeld: Ieper,
Ruiselede, Gits, Hooglede, Thielt, Gent, Roeselaar, Stekene
en Merksplas. Vóór de wand links staat een massief, uit één
blok steen gehouwen beeld van de Poolse beeldhouwer Marion
Wnuk uit Warschau en daarnaast een bronzen plaat met een in
het Pools, Nederlands en Frans gestelde tekst: "Duizendjarig
Polen aan zijn zonen op deze grond gesneuveld". Op in de
rulle bosgrond gedrukte marmeren gedenktafels, waaraan weer
en wind hun glans ontnomen hebben, wordt hulde en
erkentelijkheid betuigd door hen, die in eerste linie bij de
bevrijding betrokken waren. Dat blijken dan bewoners van
straten en wijken in de nabije omgeving, padvinders, en ook
het ons welbekende Baarle-Nassau-Hertog, waar men ook de
Polen nog altijd niet is vergeten.
Een bezoek
aan dit kerkhofje betekent slechts een kleine omweg bij een
tocht naar het veld van de veertigduizend op Kattenbos. Het
kwam ons als het meest praktisch voor dit Poolse ereveld op
de heenreis naar Kattenbos aan te doen. Dit laatste kan men
daarna langs geasfalteerde binnenwegen bereiken zonder
Lommel opnieuw aan te doen. Men dient dan echter wel over
een kaart te beschikken.
Hoe kom ik er
Daar het
niet in de bedoeling ligt van de hele excursie een
"graventocht" te maken, willen we hier ook nog een en ander
vertellen over het traject naar Kattenbos. Wij geven de
voorkeur aan de route Tilburg, Hilvarenbeek, Reusel, Bladel,
Eersel, Bergeijk (over Eerselsedijk), Luiksgestel, Lommel,
Kattenbos. Een van de mooiste en rustigste routes, die er
door het Kempische land te maken valt.
Men komt
dwars door het oude Eersel met zijn door linden omzoomde
dorpsplein, dat een geheel eigen sfeer ademt en waar ge
rakelings passeert aan het 15de-eeuwse kapelletje, dat een
oponthoud zeker loont. Dit geldt ook voor een wandeling over
het dorpsplein. Bergeijk omarmt u met zijn heerlijke bossen.
Dit uitgebreide dorp met zijn unieke klokkestoel naast de
oude kerk op de plaats van de in 1650 ingestorte toren
eenmaal gepasseerd, voert een kronkelweg naar Luiksgestel,
het langgerekte landbouwdorp, dat in de tijd van de
generaliteitslanden een enclave vormde in Staats Brabant,
waar het geloof van vervolging vrij bleef. De hypermoderne
St. Martinuskerk met haar antieke beelden dwingt hier tot
een kort oponthoud. Was het onderweg overal nogal rustig, na
Luiksgestel betreedt ge definitief het land van de stilte,
waar alleen Luiksgestelnaren op een zonnige zondag per fiets
kalmpjes over het asfalt peddelen zonder telkens door auto's
naar de kant van de weg te worden gedrukt.
Mooie harde
wegen leiden altijd naar een doel. Maak u niet ongerust
wanneer 't gevoel, dat ge naar nergens gaat hier langzaam de
overhand krijgt totdat ge arriveert aan de kleine grenspost.
Geef maar even een signaal als gij er niemand van de
Belgische Douane ontmoet. Dan verschijnt er wel een
geüniformeerde arm achter een raam, die het teken tot
doorrijden geeft. Misschien ook verschijnt er helemaal niets
en dan rijdt ge maar op eigen initiatief verder.
Een nog uit
de oorlog stammende baileybrug, waarvan de planken onder de
wielen van de auto rommelen, voert over het kanaal Bocholt -
Herentals en direct daarna valt ge in verbazing. In de
dennebossen aan weerskanten van de weg rijen zich villa na
villa, landhuis na landhuis, waarvan niet één aan het andere
gelijk is. Geslaagde en minder geslaagde, maar toch het
meest van de eerste categorie. Hier heeft de geplaagde mens
kennelijk zijn vrijheid uitgevierd en daartoe blijken heel
wat Nederlanders te behoren. Alsof het nog niet genoeg was,
stuit ge rechts van de weg ook nog op een 13 ha groot, naar
moderne eisen ingericht sport- en ontspanningscentrum met
een overdekte tribune, waarop menige grote stad jaloers zou
kunnen zijn.
Bosvijvers
Overigens is
ook dat Lommel met zijn 20.000 inwoners nog niet zo klein.
Het behoort tot de meest uitgestrekte gemeenten van de
provincie Limburg. Het onderscheidt zich o.a. door het bezit
van een dubbele dorpskern, die met het Frankische marktplein
met zijn fraai wit oud-gemeentehuis dat nu politiebureau is,
en de kern van het kerkplein met de statige neo-gotische
kerk van Sint-Pieter-in-Banden. Hoewel er de laatste jaren
veel geschonden werd, heeft Lommel toch nog altijd zijn
karakter van een typisch Kempendorp bewaard. Sterk ook
spreekt het Kempenkarakter
door de omgeving. Lommel is het land van de dorre steppen,
dat echter na de oorlog enigszins aan aard heeft ingeboet,
maar het is ook de streek van prachtige duinen,
zandverstuivingen, uitgestrekte dennebossen, waarin
uitgegraven vijvers stil te blinken liggen. Die laatste
vindt ge op het reeds eerder genoemde gehucht Kattenbos op
de weg naar Leopoldsburg.
Na het
verlaten van de tweede dorpskern in zuidelijke richting en
het passeren van de spoorlijn begroet u rechts op een heuvel
de geheel gerestaureerde standaard-windmolen. Dat is de van
1820 daterende "Leyssensmolen", die in 1965 van elders naar
Kattenbos werd overgebracht en daar nu als een uitdagende
blikvanger fungeert. Direct na de molen beginnen links en
rechts van de weg de dennebossen. Geen vlakke, eentonige
bossen maar een aaneenschakeling van bergen en dalen. De
bodem bedekt met fijn gras en een laag van overjarige
naalden. Een vijver langs de weg, waar het vissen verboden
is, en vers witgeschilderde palen met als emblemen een
zwarte vis of een reeënkop wijzen de weg, die ge echter ook
hemelsbreed kunt kiezen. Altijd zult ge wel ergens stuiten
op de dieper in het bos gelegen grotere vijvers, in zandige
kommen. Zij hebben hun ontstaan niet te danken aan de natuur
maar aan mensehanden. Die mensen hadden al vroeg (1891)
ontdekt, dat het witte zand hier in de Kempische bodem tot
het fijnste van Europa behoort en zich uitstekend leent voor
de glasindustrie. Met name voor kristal. Een tiental van
zulke vijvers moet hier door de streek verspreid liggen.
"Blauwe
Meer"
Na enige
tijd loopt ge uit op de afscheiding van de camping "Het
Blauwe Meer", waarvan de ingang zich langs de weg naar
Leopoldsburg bevindt. Het is een camping zonder veel
kunstwerken. Men heeft zich daarbij beperkt tot een kantine
en het meest noodzakelijk sanitair. Zij ligt grotendeels
verspreid in het dennebos en verder over een meer open zand-
en heidegedeelte, zodat de natuur hier nauwelijks enig
geweld werd aangedaan. Die natuurlijkheid wordt in hoge mate
benadrukt door 't uitgestrekt bassin van een midden in het
bos liggende zanduitgraving, die daar in de zon ligt te
stoven als een grote, lege schelp. Ge kunt er zo maar vanaf
de bosrand, waar velerlei "kabouterhuisjes" met weidse namen
als bv. "Meerzicht", caravans en kleurige tenten staan, het
water inrennen om te zwemmen of in een zalig nietsdoen
wereldvergeten te drijven op uw meegebrachte rubberbootje.
Daarnaast blijft er in de grote schelp nog voldoende ruimte
vrij om bruin en gaar te bakken of te ravotten in dat
fijnste zand van Europa. De verrassing van de dag vormde bij
ons bezoek op een zonnige zondag echter wel de ontdekking,
dat op de naast huisjes, caravans en tenten geplaatste
auto's niet de Belgische maar de Nederlandse nummerplaten
domineerden...
Nog geen
kilometer voorbij "Het Blauwe Meer" bevindt zich de ingang
van het Duits soldatenkerkhof, waarover wij hierboven
spraken.
Wandelwegen
Een dagtocht
daarheen kent nog veel meer mogelijkheden dan we hier
aanstipten. Lommel koestert niet ten onrechte toeristische
aspiraties. Dat vertelt al de figuratieve plattegrond van de
Vlaamse Toeristen Bond op het kerkplein en de uitstippeling
van een drietal wandelwegen: het 3,5 km lange "Vijverpad"
langs de bosvijvers, het 2,5 km lange "Reservaatpad" aan
weerskanten van het valleitje van de Molneet door een
landschap dat een dramatische strijd voert tegen het
stuifzand, waartegen zelfs een schutwal moest worden
opgeworpen, en als derde het "Hoeverbergenpad" (7,5 km), dat
langs het Duitse kerkhof naar de Eikenberg met houten
uitkijktoren voert. Maar dat alles bij elkaar wordt voor één
dag wel te veel, al valt de lust tot ontdekking vaak
moeilijk in toom te houden.
Voor een
terugkeer naar Tilburg biedt Lommel verschillende
mogelijkheden, zeker als men niet voor een omweggetje
terugschrikt. Wie zich tevreden stelt met enkel een bezoek
aan het Duitse kerkhof - dat is zeker reeds de moeite van
een tocht waard - kan gemakkelijk in één middag op en neer.
Het is immers uit en thuis slechts honderddertig kilometer.
Gids voor
Vlaanderen
Wie méér van
het Vlaamse land wil leren kennen, schaffe zich de uitgave
van de Vlaamse Automobilistenbond "Gids voor Vlaanderen" aan
van Jozef van Overstraeten. Het is een turf van bijna
duizend bladzijden op goedkoop papier. Hij geeft
bijzonderheden van alle Vlaamse plaatsen tot de kleinste
toe. Weliswaar veelal summier maar in zulk een hoeveelheid,
dat men op bijna iedere bladzijde op verrassingen stuit. Men
kan er met kaarten in de hand een hele winter in puzzelen
voor het maken van zomerplannen. De prijs van dit onmisbare
boek bedroeg vorig jaar voor niet-leden van de bond tien
gulden in een Turnhoutse boekhandel.
PIERRE VAN
BEEK