Pierre
van Beek - Heemkunde-artikelen
redactie:
Ben
van de Pol - foto: Rob Siers
Natuur zelf penseelde
romantisch schilderij "Gorp - De Ley"
Het
Nieuwsblad van het Zuiden - zaterdag 25 april 1964
Ze
zijn er altijd geweest en ze zullen er wel steeds blijven: mensen,
die als weldadige reactie op het jachtige leven van de stad, het
stille maar voor hart en geest weldadige gesprek met de natuur
voeren. In onze streken verkeren we daarvoor in nogal begenadigde
omstandigheden, waarbij men niet enkel aan Oisterwijk behoeft te
denken. Ook het gebied ten zuiden van Goirle neemt een waardige
plaats in in het parelsnoer van de Brabantse hei en bossen. Maar de
landhonger grijpt ook hier voortdurend om zich heen, zodat reeds
veel onvervangbaars voor altijd is verdwenen. Maar daarom juist
stemt het tot zulk een verheugenis, dat de Stichting "Het
Noord-Brabantse Landschap" er kort geleden in geslaagd is hier
een waardevolle bezitting te verwerven, waardoor het behoud van een
prachtig stuk natuur- en landschapsschoon voor de toekomst
gewaarborgd is. We doelen op het complex "Gorp - De Ley".
Voor velen is dit gebied "terra incognita".
"Gorp"
is zo groot
De
benaming "De Ley" moet van vrij recente datum dateren. In
het verleden placht dit gedeelte als "Gorp" te worden
aangeduid. Maar ja, Gorp is zo groot en ligt niet alleen onder de
gemeente Hilvarenbeek. Als er in de toekomst echter van het gebied
"De Ley" gesproken wordt, hebben we een nadere omgrenzing
van een specifiek gedeelte, zodat we precies weten wat er bedoeld
wordt.
Hoe
er heen
Men
bereikt de nieuwe aanwinst van "Het Noord-Brabantse
Landschap" via Goirle en de Poppelseweg. Op ongeveer een
kilometer vóór de grens slaat men het zg. Gorps baantje in, een
door een ANWB-paddestoel aangeduide zandweg, links van de
Poppelseweg en schuin tegenover het Nieuwkerks baantje. Aan het
einde van het eerstgenoemde baantje treft men aan de linkerkant een
witte "barrière" aan, een plank met het opschrift "Gorp
- De Ley", waarachter een machtige beukenlaan naar het hart van
het complex voert. Dit gedeelte geniet nog de meeste bekendheid,
daar het vele jaren geleden de verbinding was tussen de Breehese
dijk en het Gorps baantje. Sinds tientallen van jaren vormt het
echter "Verboden terrein", waardoor het geheel in zijn
isolement is geraakt. Als "Het Landschap" er de scepter
zwaait, zal dit niet geheel worden opgeheven doch houders van
wandelkaarten zullen er in ieder geval toegang hebben.
Hubert
van Beusekom
"De
Ley" behoorde vroeger tot de uitgestrekte bosgebieden van Gorp,
waarvan eigenaar was de heer Hubert van Beusekom, die zijn
werkzaamheden in Den Haag had maar heel wat tijd op Gorp doorbracht,
waar hij het zg. "Kasteeltje" bewoonde. De heer Hubert van
Beusekom, die in 1939 op de leeftijd van 84 jaar is gestorven, was -
met zijn welverzorgd wit baardje - een eerbiedwaardige figuur en
werd eigenlijk al tijdens zijn leven een legende. In Goirle kan men
u nog vertellen hoe hij tegen de avond per tram uit Tilburg
arriveerde, waar dan zijn koetsier met een rijtuigje klaar stond om
hem naar het ongeveer drie kilometer verder gelegen kasteeltje te
brengen. Verder leeft hij in de herinnering voort als de man, die er
met grote angstvalligheid tegen waakte, dat zijn landgoed door
onbevoegden werd betreden, waarom er - bij de grote bosbrand van de
twintiger jaren, die vanaf de Beekse dijk tot aan de Belgische grens
door zijn landgoed joeg - maar weinig bluskandidaten opdoken...
Een
ander facet van deze markante persoonlijkheid is dat hij bij de
overheid over prima relaties scheen te beschikken, waardoor menig
inwoner van de streek een rijksbetrekking, bv. bij de posterijen,
aan hem te danken heeft.
Enclave
Nog
tijdens zijn leven verkocht de heer Van Beusekom het grootste deel
van zijn bezittingen aan de Goirlese fabrikant de heer Ed. van
Puyenbroek. Een deel werd echter uitgezonderd, nl. dat wat thans de
naam "De Ley" draagt en waar zijn nu ook al weer 75 jaar
oude zoon thans nog een bescheiden en goed verscholen liggend
landhuis bewoont. Opnieuw zou het resterend familiebezit versnipperd
worden door de jongste verkoop aan "Het Landschap". Nog
altijd echter behield de heer Van Beusekom jr. zijn landhuis,
omsloten door dennenbos en schaarhout en aan de achterzijde de beek
de Ley als natuurlijke grens.
De
hele gang van zaken op Gorp heeft er uiteindelijk toe geleid, dat
het landgoed "De Ley" praktisch een enclave is in het
gebied van de heer Rud. van Puyenbroek, de enige zoon van de reeds
eerder genoemde heer Ed. van Puyenbroek. En wat een enclave! De
voorgeschiedenis wijst er al op, dat we hier met een ongerept gebied
te doen hebben en dat is eigenlijk ook zo.
Niets
vergeten
Welke
ingrediënten heeft een romantisch mens nodig om het landschap van
zijn droom te scheppen?... Ge vindt ze hier! Er is er letterlijk
geen vergeten en als we het niet zelf gezien hadden, zouden we aan
een fabeltje denken!...
Neem
nou die beukenlaan, die naar 't hart van het complex leidt, dat
gevormd wordt door een fantastisch mooie boerderij! In deze tijd van
het jaar staan de bomen er nog kaal bij maar straks, als het zomert,
zullen hun bladerkruinen een gewelf vormen en dan zijn de bomen de
pijlers van een gotische kathedraal, die men met een soort heilige
schroom betreedt en waar het licht maar schemerig naar binnen zeeft.
Sommige van deze bomen, vooral die in de nabijheid van de boerderij,
zijn zó dik, dat ze zich door geen paar mensenarmen omspannen
laten. Hun aan de voet breed en grillig uitlopende hoofdwortels
klauwen in de grond alsof ze zich vastgrijpen in de eeuwigheid...
Als deze bomen konden spreken! Welnu, ze doen het voor wie hun taal
verstaat.
Niet
altijd heeft hier die serene eenzaamheid van thans geheerst. Er
staat geen stam, die niet besneden werd met namen en jaartallen Eens
wellicht nietige inkervingen, maar door tientallen van jaren met de
stam uitgegroeid tot brede maar soms nog altijd leesbare letters...
1902 lezen we daar als datum. Dat is méér dan zestig jaar geleden!
En de letters zijn niet eens zo heel dik uitgedreven door de kracht
van de natuur. Zó krijgt ge enig begrip voor de ouderdom van de
kolossen onder het reuzenvolk van deze laan! We hebben niet lang
naar het traditionele hart behoeven te zoeken. Het was een fors hart
geworden, waarvan de geestelijke vader wel lang ter ziele zal zijn,
maar het hart vertelt voort van eeuwig menselijke dingen... Zolang
de wereld draait, zullen er verliefde jongelingen zijn en overal op
de wereld zullen er harten in bomen gesneden worden...
Centraal
punt
De
beek de Ley, die van België komt, en waaraan het landgoed zijn
huidige naam ontleent, begrenst het aan twee kanten. Die Ley
verkeert hier nog in een volkomen oerstaat, die nog door geen
schendende mensenhand werd aangetast. De Ley vormt in deze streek
het prototype van een Brabantse beek met hier en daar slingerende
meanders, die als steeds groter wordende lussen zijn tot zij
elkander raken, waardoor een beek, op geheel natuurlijke wijze, haar
eigen bedding verlegt. Over zo'n beek verwacht ge een rustiek
bruggetje van nauwelijks ontvelde boomstammen. Het is er met
daarnaast een grote, uit eerbied voor zoveel schoons, buigende
hazelaar, die ook al decennia achter zijn rug heeft. Er staan op de
oeverrand eiken in labiel evenwicht, die een volgend jaar door het
uitspoelen van de oever onherroepelijk geveld zullen worden... en
dan is er die doorkijk op de boerderij als centraal punt van dit
paradijs.
Er
staan tal van boerderijen in deze streken maar geen enkele als deze.
Alleen deze van het langgevelige type met het bakhuis opzij, werd
steeds intact gehouden. Ze ziet er wat moe uit met haar versleten en
groen-bemost rieten dak, dat "Het Landschap" zal laten
restaureren, maar ze getuigt eigenlijk toch nog altijd van
boerentrots en zelfs van enige majesteit. Met vele, kleine vierkante
ruitjes bekijkt ze als met half dichtgeknepen oogjes haar wereldje.
't Is wel lang geleden, dat ze de naam van "Nieuwe Hoef"
kreeg, maar nog altijd is zij in haar in driehoekjes geschilderde
venstertjes de draagster van de originele "wapen"-kleuren
van Gorp: Geel en rood.
Anneke
en de boerderij
Vanaf
de brede hoofddeur blaft, als een gevaarlijke waakhond, een
abnormaal groot bord met zwarte letters op witte grond, u de woorden
"Rijksveldwachter" toe!... Oei! denkt de argeloze
wandelaar. Het huis ziet er dood en verlaten uit. Hij zal wel moeten
volstaan met eens naar binnen gluren door de kleine ruitjes, doch
eerst waagt hij een bescheiden klopje op de deur en een rammeltje
aan de klink... Het onverwachte gebeurt na een korte stilte. De deur
gaat open en daar staat Anneke van Iersel, een wat gebogen vrouw met
pittige oogjes en een rap mondje. We dachten, dat ze al wel dood zou
zijn, want we hadden haar in zo lang niet gezien en er zijn er wel
meer op de "Nieuw Hoef" gestorven...
"Ge
hoeft nie in de deur te blijven staon! Komt er mar in as ge iets
weten wilt!", noodt ze. Even later zit de wandelaar aan de
tafel op de grote "hèrd", een enorm boerenvertrek, met
oude familieportretten aan de wand, waar de stoelen langs de kant
staan en een vloer, waar wit zand op gestrooid had moeten zijn,
schoon weggeveegd langs de stoelen, maar welk zand er nu niet is.
Als een zwarte huif valt de zoldering over de bezoeker heen. Een
enorme vierkante balk loopt door de kamer en haaks daarop staan de
zware zolderribben. Langs één wand de zeer brede schouw - ook weer
door een zware balk gedragen - en links van die schouw de ijzeren
deur van de bakoven. Het open vuur van weleer is verdwenen. Er
hangen ook geen boerenhammen in de zwaar-beroete schoorsteen. Die is
zelfs - vanwege de trek - helemaal dichtgemetseld. Maar op de
schouwrand prijken de gekleurde borden. Wat een huis, wat een huis!
Zonder een stukske triplex confectie zoals in
imitatie-boerenbedoeningen van moderne landhuizen.
Anneke
van Iersel is eigenlijk een verhaal apart. Het verhaal van een
mensenleven en dan nog van een gelukkig mens, trots alle hardheid
van het bestaan. 1896, de 18de juni, werd ze op de "Grote
Hoef" op Gorp geboren als "de oudste van elf". Met
haar 13 maanden kwam ze bij haar grootouders inwonen, bij Cornelis
Paulussen, die het aan het Gorps baantje gelegen café "Het
Paradijs" bewoonde, dat in 1911 tot de grond toe afbrandde.
"Toen ze me op de 'Grote Hoef' als kind kwamen halen, zeiden
ze: Ge neemt ze nou wel mee, maar ge hebt ze nog niet groot! Ja, ik
was toen 'n 'min dingske' verduidelijkte ze. Ik kos wel daansen in
een bierglas! En kijk nou es!" We kijken! Anneke heeft nooit
spijt van die tijd gehad. "Ik heb het er altijd goed gehad al
was het hard werken." Het doet goed zo'n tevreden mens vandaag
aan te treffen.
Die
Paulussen was boswachter en zijn nakomelingen waren het ook toen
Anneke op de hoef van thans kwam. Jan Paulussen, de laatste
boswachter, haar oom, stierf 12 december 1963 en diens broer ging
hem op het einde van de oorlog voor. Deze overleed in de kelder van
de hoef, want er werd toen op Gorp zwaar geschoten. Aangezien al die
oppassers onbezoldigd rijksveldwachter waren, is het huidige bord op
de deur verklaard.
Het
is wel duidelijk, dat Anneke van Iersel niet zonder Gorp kan.
Eigenlijk is ze de ongekroonde koningin van Gorp al regeert ze
alleen over een koe, een vaars en wat kippen. Zonder haar zou Gorp
en thans "De Ley" iets van zijn wezen verliezen.
Ook
een vennetje
Maar
nog hebben we niet alles verteld. Achter de boerderij, waar
eigenlijk nooit een mens komt, ligt een groot perceel mastenbos en
hei, zó ongerept, ruig en wild als het O.L. Heer geschapen heeft.
En om aan de laatste eis te voldoen droomt in die ruigheid, als een
glanzend koeienoog, een klein donker vennetje waarvan de wereld geen
weet heeft...
Zijn
er de ingrediënten voor landschapsschoon of zijn ze er niet? Dit is
dan het nieuwe bezit van "Het Landschap"... We mogen er
wel dankbaar voor zijn, dat dit zo behouden wordt!...
PIERRE
VAN BEEK
|