Nieuwe Tilburgse Courant - dinsdag 18 augustus 1959
Recht uit Het Hart 15
"Het schreit in
mijn hart"...
"Il
pleure dans mon coeur comme il pleut sur la
ville"... Het schreit in mijn hart zoals het regent
op de stad... Daar zit al een heel stuk weemoed
gevangen in die paar woorden van Paul Verlaine, de
Franse dichter, die wel eens een scheve schaats reed
maar zijn "Sagesse" schreef "in staat van genade"
zoals Mien Proost ooit ondeugend heeft opgemerkt. We
weten niet waar die Franse woorden plotseling
vandaan kwamen. Ineens waren ze er en gingen hun
trage gang door onze geest toen we aan het einde van
"Het Hart" dachten. 't Zal voor velen wel moeilijk
zijn met de gedachte, dat het afgelopen is vertrouwd
te raken... Was het voor sommigen niet een stukje
van hun eigen hart... van hun eigen ik geworden?...
En ondergaan zij dit afscheid niet als "een beetje
sterven"?... Wij in ieder geval wel!
Nooit meer over die tentoonstelling flaneren!...
Nooit meer stukjes daarover schrijven!... Ge moet er
nog aan wennen!... Het zal lang duren eer we weer in
het Leypark kunnen komen om daar alleen 't park te
zien... We vrezen, dat er steeds weer paviljoens
zullen staan - ook als de gazons hun rechten
hernomen hebben. Daar stond "de Textiel"..., ginds
het "Paleis voor de Vrouw"..., in de schaduw van de
bomen "Onderwijs"..., bijna onder de bomen de oranje
koepel van Brabant.... Zó zullen ze in processie
voorbijtrekken, die paviljoens, gehuld in de
kleurige sluiers van hun eigen sfeer... En bij de
vijver zal nog lang de geest waren van die
opera-achtige avond van het folkloristisch festijn
toen daar zelfs Sardinië te zingen stond...
Voor
ons zal het Leypark nooit meer worden wat het
vroeger was: een kaal park met rare uitschieters,
in- en uithammen als evenveel getuigen van door de
gemeente verloren processen?... Sinds "Het Hart" is
het Leypark boven zichzelf uitgestegen. 't Is
voortaan het park van de droom, het park met een
geschiedenis en misschien ook wel het park van een
nieuw begin!...Als we het dan tóch over een nieuw
begin hebben, moet ons iets van het hart. In de
voorbije dagen drong zich een oude herinnering aan
ons op. We zagen ons zelf staan in het Leypark toen
het nog in zijn stadium van geboorte verkeerde. Vele
jaren geleden. Het kan in het voorjaar of de herfst
geweest zijn. In ieder geval was het een gure dag
toen we de officiële planting van een boom
bijwoonden. De eerste Leyparkboom.
Een
Wilhelminaboom hadden we al lang en daarom was het
misschien wel een Julianaboom! Welnu, al flanerend
hebben we tevergeefs naar deze boom gezocht. Bij de
toegang tot het ontspanningscentrum ontdekten we
naast een brandkraan een boom die de onze wel eens
geweest kon zijn. We hebben hem vriendelijk
ondervraagd maar hij zweeg in alle talen. En er was
niets aan hem, dat van zijn officiëligheid
getuigde... Toen is het ons bang om het hart
geworden. We voelden ons een beetje verantwoordelijk
voor die boom... Als een moeder, die plotseling haar
kind mist, hebben we in paniek uitgeroepen (maar
zonder dat iemand het horen kon!): "Boom van mijn
hart, waar ben je!!... In de storm der tijden
tenondergegaan?... Doodgewoon vergeten!... En als
dat allemaal niet zo is, waarom onderscheid je je
dan in niets van alle andere bomen?"...
Wij
waren en bleven de stem eens roepende in het
Leypark, waarmee we het lot van die bekende
woestijnroeper deelden. Sindsdien hebben we geen oog
meer dichtgedaan... Zo zijn we nu eenmaal!...
Heiligen hebben al kaarsjes gehad... Monumentjes
plaatsen doen we niet... maar wanneer nou onze boom,
als herinnering aan "Het Hart", weer eens aan de
vergetelheid ontrukt werd?... 't Was toch potdorie
een bijzondere boom!... Misschien, dat we dan ook
nog wel eens die melancholische dichtregel van
Verlaine kwijt raken en nooit meer behoeven te
schrijven: "Het schreit in mijn hart"...
FLANEUR