Nieuwe Tilburgse Courant - vrijdag 14 augustus 1959
Recht uit Het Hart 14
Toontjes groot
avontuur...
Toontje uit de Vogelbuurt, die we al eens eerder
ontmoet hebben, is naar de tentoonstelling geweest.
Nu aan de goede kant van de hondegaas! Een keiharde
gulden heeft hij op het loket gelegd. Z'n knieën
heeft-ie stiekem door laten zakken, zodat de
juffrouw zeker maar niet zou denken dat hij ouder
dan tien jaar was. 't Lukte!... De hele dag heeft
hij rondgezworven op "Het Hart". Z'n meegenomen
boterhammen heeft hij opgegeten bij de vijver, vlak
bij het bosvarken... Doodmoe is hij 's avonds naar
bed gegaan met z'n hoofd vol wonderen. Met z'n tien
tenen naar omhoog ligt hij nu naar het plafond te
staren. Een bromvlieg oefent ergens in brommen en
vliegen. Ze landt op het nachtkastje en dan blijkt
het de helikopter van de Sabena te zijn. En wie
stapt daar als piloot uit?... Waarachtig het
bosvarken!
"Dag
bosvarken", zegt Toontje. "Wat ben je klein vandaag.
En moet je niet bij de vijver staan?" "Eigenlijk wel
maar eigenlijk ook niet!" zegt het bosvarken. "Als
ik groot ben, moet ik er staan... als ik klein ben
niet. Als bosvarken beteken je iets... Als
bosvarkentje sta je maar voor schut. Het zit 'm
alleen in dat 'tje'! Snap je?"... "Neen bosvarken,"
zegt Toontje, "geen snars!" "O, dan praat ik te
diep", mompelt het bosvarken. "Maar kom, we gaan
naar 'Het Hart'. Ik zal jou óók klein maken. Anders
kun je niet in de helikopter." Het bosvarken klapt
een keer in zijn voorpoten en het is gebeurd met
Toontje. Dan scheurt het bosvarken een stuk van de
wollen deken, bijt er twee armsgaten in en zegt: "'t
Is vannacht koud buiten. Hier heb je een jasje. Dan
krijg je geen reumatiek!" "Ik heb niet graag wat je
niet krijgt, bosvarken"... "Neem het toch maar! Kom,
we gaan!" Vóór het instappen likt Toontje vlug over
een wiel van de helikopter. Net als hij dacht: 't Is
van drop!...
Door
de kier van het openstaand raam vliegen ze naar
buiten. Ze vliegen heel ver maar zijn er gauw. Ze
maken een perfecte landing in het Textielpaviljoen
midden op het tafeltje vóór de poppenkast. "Kijk
bosvarken, een wolkenkrabber met een gat er in",
zegt Toontje. "Ik wil in het gat kijken. Kan dat?"
Het bosvarken haalt een klein rood boekje uit de
zijzak van zijn colbertje, maakt een sommetje en
zegt: "Ja het kan. Maar het is heel moeilijk." Het
klapt in zijn voorpoten en tjoep... ze zitten alle
twee op de rand van het gat. "Ook maar net gehaald",
grinnikt een magere spijker, die ze niet eens
opgemerkt zouden hebben als hij zijn mond niet had
opengedaan.
Toontje kijkt in de diepe afgrond van de poppenkast
zonder iets te zien dan dikke duisternis. Totdat het
bosvarken zijn zaklantaarn aanknipt... "Daaronder
zijn mensen", fluistert Toontje. "Ik wil er naar
toe." "Dat mag niet!" zegt het bosvarken streng.
"Dan ben ik stout en doe het tóch" en roetsch!! de
daad bij het woord voegend glijdt Toontje langs een
staalkabel van een draad naar de bodem van de
poppenkast. Nu moet het bosvarken wel volgen. Dit
doet het dan ook.
Daaronder treffen ze een heel gezelschap aan, dat
zegt van Cia* te zijn. "Dat is ver weg",
constateert Toontje. "Zijn jullie daar ook
weggejaagd, net als de missionarissen?" "Wij zijn
helemaal niet weggejaagd. Wij zijn uitgenodigd om te
komen", antwoord de oudste, die Noë heet. "En ik ben
officieel Sint Petrus", stelt zich de tweede voor.
"Maar zeg maar gewoon Petrus. Dat Sint is goed voor
Sinterklaas"... "En wij zijn de engeltjes, hi, hi,
hi!!!" ginnegappen twee blozende dingskes terwijl ze
terloops koket kijken of hun petticoat wel goed
uitstaat... Aan een kapstok ziet Toontje een
veelkleurige regenboog hangen van allerlei zilver-
en goudpapier. Juist als hij vragen wil of hij er
eens op mag schommelen, knipt het bosvarken de
zaklantaarn uit. In de poppenkast is het nu weer
pikdonker. Het bosvarken zegt: "Kom we moeten gaan.
Buiten wordt het direct licht", en zo maakt het een
abrupt eind aan het bezoek, dat nu pas interessant
begon te worden...
In
Toontjes slaapkamer vliegt de bromvlieg verschrikt
op van het nachtkastje als Toontjes moeder hem
wakker schudt: "Vooruit, er uit! 't Is acht uur!"...
Dan valt haar oog op de deken. "Wie heeft die deken
gescheurd?" roept ze vervaarlijk dreigend. "Dat
heeft het bosvarken gedaan", antwoordt Toontje nog
half slaperig. "Wát bosvarken!"... Mats!!! en een
klinkende oorveeg roept Toontje volledig tot de
werkelijkheid terug. "Vlegel, die ge zijt!"...
FLANEUR
Voetnoot redactie:
*
De poppenspeelster Cia van Boort.