Nieuwe
Tilburgse Courant - donderdag 18 december 1941
's
Morgens
Buiten zit de dag nog met zijn oogen
gesloten. Huizen staan onbewogen in haar slaapmantels
gehuld. Door de millioenen speldenprikgaatjes van den
hemelvloer merkt ge van deze zijde hoe Onze Lieve Heer
aan genen kant zijn lampen branden laat. Ge moogt dat
wellicht gaarne zien - al wat bij de sterren leeft is
zoo mirakels schoon! - maar toch schuift ge het gordijn
er voor. Ge knipt uw eigen lamp nu aan. Die schuchtere,
met het zware kapje, die een misdaad pleegt als zij naar
buiten straalt.
De dag van de natuur slaapt voort. De dag
van u treedt aan. Zoo gaat dat nu eenmaal in December en
in oorlogstijd! Zwart als de wereld om uw huis zijn in
de eerste minuten van het ontwaken uw gedachten. Ze
komen uit de schaduw van den droom. Een booze, die nog
op haar weegt... Een schoone, die de desillusie
schiep... De onwezenlijke gestalte van den slaap tast
langs de kamerwanden naar een deur om heen te gaan, maar
vindt die niet zoo gauw. In deze periode moet ge op uw
hoede zijn! 't Is de tijd van de verkeerde beenen en
kwade humeuren. Mijdt de serieuze gedachten want die
staan thans altijd scheef. Muizen baren bergen!
Peins liever nog aan niets doch schiet
vlug uw schoenen aan. Wanneer ge den geschoeiden mensch
naast die op kousevoeten zet, voelt ge aanstonds het
verschil. Ja, in schoenen, die aan voeten zijn, zit méér
geestelijke kracht dan ge zelf ooit hebt gedacht! Nu
komt de koude waterstraal. Zij blaast de blutsen uit uw
hersenvat! Het scheermes strijkt de valsche plooien glad
en de boord om uw hals zet de omgevallen kaars van uw
zelfvertrouwen weer netjes overeind. Met deze, stevig
geplant in de blaker van het ontbijt, kunt ge gerust
door duistere straten gaan. Dan speurt ge in alle
donkere dingen licht. Ge staat er zelf van versteld hoe
al die materiële zaken van invloed zijn op uw
persoonlijkheid. Eerst nu moogt ge de ernstige gedachten
verlossen uit hun kooi. Laat ze uitrijden, galoppeeren,
draven, vechten - ge houdt de teugels wel in hand want
er ligt een wereld tusschen den pas ontwaakten mensch in
de slaapkamer en den mensch, die welverzorgd door een
frisschen ochtend naar zijn dagtaak stapt...
CANTECLEER