Nieuwe
Tilburgse Courant - vrijdag 30 mei 1941
De zomer
was in 't bosch
De zomer speelt verstoppertje tusschen de
dagen. Soms steekt hij een tipke van zijn neus er
achteruit. Dan roept ge: "Ha, nu heb ik u gezien!" maar
uw woorden zijn nog lauw als hij weer weggesprongen is.
Toch heb ik hem dezer dagen met heel zijn lijf ontmoet!
't Was in het bosch, waar hij als een vervulde belofte
vóór mij stond zonder dat een enkel haarke van zijn
hoofd een oogwenk aan ontvluchten dacht. Ja, de zomer is
gastvrij en goed voor wie hem opzoekt in zijn heem. Te
weinig menschen echter weten daar den weg. Wat erger
voor die menschen dan voor den zomer is!...
Gelijk ik u reeds zegde, stond ik dus
midden in het bosch. Ik was daar waarlijk niet alleen.
Er wandelden ook paradijselijke geuren rond. Ze kwamen
op u toe uit de breede dreven, waar de beuken
kathedralen bouwden. Uit de kronkelpaadjes, waar de
hazelaar zijn armen boven uw hoofd tot een prieel te
zamen vouwde. En gij had den grond er moeten zien! De
geuren durfden hem met hun voeten niet beroeren! Daar
wachtten fluweelen kussens van het mos op... ja op
wie?... Laat ik zeggen op den zwerver, die al de wegen
van de wereld heeft begaan en met moegedoolde beenen en
ingezakte illusies een rustplaats zoekt in zijn
geboortestreek. Hij zou er heden welkom zijn!... Daar
wachtten de boschbessen op de kinderen, die haar nooit
vergeten. Ze hadden hun vruchten al gezet met
honderdduizendtal. Schuchter hurkten zij bijeen. Ze
praatten van een rijken oogst als ik hun taal goed heb
verstaan. Met St. Jan zou het groote feest er zijn!
Doch zeg mij nou eens rap: Waar voelt het
lelietje-van-dalen zich beter thuis dan in het bosch,
waarvan ik hier nu schrijf! Indien ik u een gulden voor
zoo'n bloempje bood, zoudt gij het geen weten te vinden
elders dan bij den bloemist of in een gecultiveerden
tuin! In mijn bosch maakt het een stuk van den rijkdom
uit! 't Stak dien dag den kromstaf met zijn klokskes
dapper naar omhoog. Er luidden er millioen. En op hun
ijle klanken dansten blauwe elfenparen de schoonste
menuet. De veldmuis zette zich daarvoor extra in
postuur... De eekhoorn bleef verwonderd zitten op zijn
tak... De vogels staakten hun gekweel... Ja, 't zijn
rare zaken, die een mensch beleven kan als hij den zomer
ziet in 't bosch! Maar waarom zoudt ge de dingen niet
soppen in uw fantasie? Ten behoeve van u zelf en van
elkeen, die 't leven anders te prozaïsch vindt? Ja,
waarom zoudt ge niet?...
CANTECLEER