CUBRA

INHOUD PIERRE VAN BEEK
HOME 
BRABANTS
AUTEURS

PRINT

Cantecleer (ps. van Pierre van Beek) - columns

 redactie: Ben van de Pol

 

Nieuwe Tilburgse Courant - dinsdag 7 januari 1941

 

 

Vorst

 

De vorst is te voorschijn gekropen uit zijn gore spelonk ievrans op de wijde wereld en kijkt u nu aan met een grimmig gezicht. Dat trekt hij altijd zoo om dezen tijd van het jaar want wanneer de dagen gaan lengen begint de winter te strengen. Tenminste zoo zeggen het levenswijze menschen, die bij de ondervinding naar school zijn gegaan. Ge kunt dat een aardige spreuk vinden doch intusschen zit ge er toch maar mee te kijken. Natuurlijk niet met den spreuk doch met dien vorst zonder land of troon. Dat de woordeboeken er een vrouw van gemaakt hebben, behoeven gij of ik niet te verantwoorden. Ik zie er niets vrouwelijks aan. Voor mij is de vorst een brute sinjeur, die niet met zich spotten laat. Hij bijt zich vast in de wereld gelijk een politiehond in den boef om niet los te laten aleer de Baas het beveelt.

Die boodschap komt gewoonlijk pas in Maart. Tot dan toe danst alles naar de pijpen van den vorst. De geploegde velden en karresporen, welke er den weg heen wijzen, krimpen ineen als een schooljongen, die een pak ransel krijgt... De wateren sluiten hun vizier en de betonwegen naar de groote steden verbleeken... De dag gaapt slechts even en slaapt dan weer... De wolken durven niet uit varen gaan maar houden stil het zeil gestreken... De huiverende huizen drukken hun schouders vaster tegen elkander aan... In die huizen vechten vaders met gluiperige kieren, waardoor de vorst zijn kneedbaar lijf met taaien wil naar binnen poogt te persen... De musschen zitten ziek en dik onder de winderige daken en de menschen spoeden zwijgend met zorgenhoofden tusschen staande kragen door de straten van de ongastvrije stad... Hier hebt ge nou het schilderij van den vorst! Den vorst, dien iedereen kent maar niemand als een vriend aanvaardt. Daarom geloof ik vast, dat eens nog komt de dag, waarop het hem kwaad zal vergaan want wie nergens vrienden telt, leidt een roekeloos bestaan...

Ik weet niet waarom de vorst geboren werd. Al de dingen, die ge kent hebben hun zin maar waartoe dient toch wel die vorst? Geeft gij daarop het antwoord soms? Hij legt het verkeer te water alsook de gedachten van de menschen lam, strooit overal verkoudheid uit, vreet uw schaarsche kolen op met gulzige slokken, maakt warme harten koud en drukt de kamerplanten voor uw raam, die gij met zooveel zorg gekoesterd hebt, twee dikke duimen op de keel... Kortom: de vorst is een gemeen sujet, dat overal misnoegen en miserie brengt. Geeft hem dus een kruis, een groot kruis achterna, zoodra hij weer zijn biezen pakt!...

 

CANTECLEER