CUBRA

INHOUD PIERRE VAN BEEK
HOME 
BRABANTS
AUTEURS

PRINT

Cantecleer (ps. van Pierre van Beek) - columns

 redactie: Ben van de Pol

 

Nieuwe Tilburgse Courant - dinsdag 31 december 1940

 

 

Oudejaar

 

Scheef van de rheumatiek sukkelt het oude jaar, met den rug naar u toegekeerd, den heuvel af... Het duwt voor zich uit een piependen kruiwagen vol met afgedragen bullen. Sommige hiervan zijn aan het schoone verwant geweest, andere waren leelijk vanaf hun geboorte en zijn het nog! Zoo vindt ge er bijvoorbeeld: geblutste idealen, leege beloften en hopen met ingeslagen bodems... Gesprongen intriges, verschroeide hebzucht en gebarsten hoogmoed... Dat alles wordt nu opgeruimd en niemand ziet er nog naar om. Dit jaar heeft zijn plicht gedaan gelijk de duizend andere jaren die er eerder kwamen. Het goot wel niet al de kelken der beloften vol gelijk gij er van verwachtte, doch dat was niet de schuld van het jaar maar van u zelf.

"Jaren doen altijd wat ze doen moeten!" zegt mijn vriend de filosoof. Ze laveeren niet en houden zich niet met uitvluchten of het sluiten van compromissen op. Ze trekken hun koers met een vaste lijn. Alleen de menschen kunnen zich daarin vergissen. En ge ziet dat ook geregeld! Daar het erkennen van een zelfgemaakte fout een grootheid vergt, welke velen niet vermogen op te brengen, geven ze maar de schuld aan het jaar. "Het is een slecht jaar geweest!" zeggen ze dan. Zoo ging het altijd reeds en blijft het gaan waarom er voor het jaar nooit een standbeeld zal worden opgericht al slooft het zich nog zoo uit.

Ik vind het tragisch voor het jaar, dat het in zijn laatste uur niet de vreugde van een hechte vriendschap kent. Wie heeft er ooit den lof gezongen van het jaar, dat henen ging? Wie heeft er bij dit afscheid ook maar één traan geschreid? Wie sprak als het den deurknop greep: "Kom, blijf nog even buurten?" Geen mensch die toen een troostwoord vond. Hoogstens roept gij het vluchtig een "zalig einde" toe op een manier van maak-dat-ge-naar-buiten-komt en springt dan met uw hart en uw gedachten in het nieuw. Nu wordt wat in 't verleden viel ineens wel honderd keer zoo oud. Ge wendt het hoofd en kijkt alleen nog maar vooruit, want daar wenkt de hoop, die altijd nieuwe energieën wekt. Ze houdt ze ook thans gereed. Voor u, voor mij en alle menschen. Kom laten wij ze halen!...

 

CANTECLEER