Nieuwe
Tilburgse Courant - vrijdag 23 augustus 1940
Regen
De regen tikt met de toppen van zijn
magere vingers tegen mijn ruit zooals gij tokkelt op het
tafelblad, wanneer de tevredenheid met rechtuitgestoken
beenen en de duimen in de armsgaten van haar vest, in uw
hart te rusten zit. Mag ik aannemen, dat ook de regen in
een goede bui verkeert? Roffelen doet hij tenminste niet
altijd!
Ge weet het toch ook, dat ge van die
stille, treiterende regens hebt, welke druilen als een
zeurig kind aan moeders rokken en maar aan geen
uitscheiden denken. Ik spreek hier van de motregens. Dit
zijn regens met een kwaad geweten. Ze sluipen op
fluweelen voeten uit het wolkenpak alsof ze weten, dat
ze u misleiden gaan. En ze doen het steevast ook! Gij
meent wel, dat het zoo'n vaart niet loopen zal, doch met
hun braaf gezicht hebben ze u al natgemaakt wanneer gij
pas denkt aan het opsteken van uw parapluie. Zóó is de
methode van motregens en van sommige menschen...
Ge hebt ook regens, die boodschappers
vooruit zenden. Zij brengen buitelende wolken mee, welke
ze, gelijk een gordijn, voor het licht van den hemel
schuiven ten teeken, dat het spel beginnen gaat. Eerst
dan breekt het spectakel los. Dit zijn welopgevoede
regens omdat zij hun visitekaartje presenteeren. Het
zijn de regens, die regenen. Ze weifelen niet, ze zeuren
niet maar ze doen! Het zijn regens met temperament en
karakter, regens als mannen uit één stuk. Kortom: dit
zijn de regens, waarvan ik houd. Met hart en vurigheid
bespringen ze uw raam gelijk een paard in galop. Hun
voorbeeld werkt zelfs aanstekelijk op de menschen van
het trottoir. Die worden tot grooter activiteit in het
gaan geprikkeld. In diagonalen pijlt de regen van mijn
hart op het asfalt der straat en op het paard van den
voermanswagen. De straat blinkt er van als een
pasgepoetste kachel. Ze vangt lantaarns en boomen lijk
een goedkoope spiegel... Het paard glimt op de dijen als
bruine schoenen met een 's Zondags gezicht... Er zoeft
een auto voorbij met waterflarden aan de wielen...
Breekt nu de zondvloed los? Neen, het is al gedaan! De
zon heeft een gat in de wolken gewroet en vanuit haar
gepolsterden zetel spelt ze lachend de les van het
licht, dat altijd wint. Deze les moesten de menschen
beter leeren...
CANTECLEER