CUBRA

INHOUD PIERRE VAN BEEK
HOME 
BRABANTS
AUTEURS

PRINT

Cantecleer (ps. van Pierre van Beek) - columns

 redactie: Ben van de Pol

 

Nieuwe Tilburgse Courant - vrijdag 23 augustus 1940

 

 

Regen

 

De regen tikt met de toppen van zijn magere vingers tegen mijn ruit zooals gij tokkelt op het tafelblad, wanneer de tevredenheid met rechtuitgestoken beenen en de duimen in de armsgaten van haar vest, in uw hart te rusten zit. Mag ik aannemen, dat ook de regen in een goede bui verkeert? Roffelen doet hij tenminste niet altijd!

Ge weet het toch ook, dat ge van die stille, treiterende regens hebt, welke druilen als een zeurig kind aan moeders rokken en maar aan geen uitscheiden denken. Ik spreek hier van de motregens. Dit zijn regens met een kwaad geweten. Ze sluipen op fluweelen voeten uit het wolkenpak alsof ze weten, dat ze u misleiden gaan. En ze doen het steevast ook! Gij meent wel, dat het zoo'n vaart niet loopen zal, doch met hun braaf gezicht hebben ze u al natgemaakt wanneer gij pas denkt aan het opsteken van uw parapluie. Zóó is de methode van motregens en van sommige menschen...

Ge hebt ook regens, die boodschappers vooruit zenden. Zij brengen buitelende wolken mee, welke ze, gelijk een gordijn, voor het licht van den hemel schuiven ten teeken, dat het spel beginnen gaat. Eerst dan breekt het spectakel los. Dit zijn welopgevoede regens omdat zij hun visitekaartje presenteeren. Het zijn de regens, die regenen. Ze weifelen niet, ze zeuren niet maar ze doen! Het zijn regens met temperament en karakter, regens als mannen uit één stuk. Kortom: dit zijn de regens, waarvan ik houd. Met hart en vurigheid bespringen ze uw raam gelijk een paard in galop. Hun voorbeeld werkt zelfs aanstekelijk op de menschen van het trottoir. Die worden tot grooter activiteit in het gaan geprikkeld. In diagonalen pijlt de regen van mijn hart op het asfalt der straat en op het paard van den voermanswagen. De straat blinkt er van als een pasgepoetste kachel. Ze vangt lantaarns en boomen lijk een goedkoope spiegel... Het paard glimt op de dijen als bruine schoenen met een 's Zondags gezicht... Er zoeft een auto voorbij met waterflarden aan de wielen... Breekt nu de zondvloed los? Neen, het is al gedaan! De zon heeft een gat in de wolken gewroet en vanuit haar gepolsterden zetel spelt ze lachend de les van het licht, dat altijd wint. Deze les moesten de menschen beter leeren...

 

CANTECLEER