CUBRA

INHOUD PIERRE VAN BEEK
HOME 
BRABANTS
AUTEURS

PRINT

Cantecleer (ps. van Pierre van Beek) - columns

 redactie: Ben van de Pol

 

Nieuwe Tilburgse Courant - dinsdag 23 juli 1940

 

 

Een seconde

 

Een seconde is niet veel! Slechts een molecuultje van den tijd, waaruit de minuut bijeen geregen wordt. Zoo denkt gij tenminste om uw geweten in slaap te sussen over de vele seconden, die gij nutteloos verdaan hebt. De seconden kunt ge zien op de uurwerken. Doch niet bij alle. Op klokken zijn ze schaarsch, horloges en wekkers daarentegen hebben er altijd. De diepste diepte van het waarom van dit onderscheid vermocht ik niet te achterhalen - misschien moet ge daarvoor wel wijsgeer zijn - maar alle menschen gaan er mee accoord. En dan is het wel goed.

Al de seconden van de uurwerken van de heele wereld duren even lang; slechts in hun geaardheid ligt verschil. Op een horloge kappen zij met de drift en 't temperament van een jongen hit het cirkeltje, waarin de minuut als in een kooitje gevangen zit, in zestig afgewogen stukjes. Zoo wordt een minuut bevrijd. De seconden van een wekker gedragen zich koket. Die stappen, als bakvischjes, verliefd en met een tikje bravoure, achter den tambour-maître aan, die haar den weg wijst, welke zij moeten gaan. In de chronometers woont de heer onder de seconden. Hij werkt als een man met haast en slaat segmenten rond over de witte baan van den tijd gelijk een maaier de zicht door het rijpe koren drijft. Daar zit iets voornaams in, dat al het vermoeden wekt, dat een seconde niet zoo onbelangrijk is als gij wel dacht. Het gaat er maar om hoe ge er tegenaan kijkt!...

Hebt gij wel ooit gepeinsd aan de seconde, die er ligt tusschen het vuur en het kruit?... De seconde tusschen het leven en de dood?... Het aantal zielen op de wereld, dat in de ééne seconde, die gij niet telt, het lichaam als een afgedragen wapenrusting uitwerpt?... Hier toeft ge op de grens van twee werelden. De menschen mochten daar wat méér aan denken opdat zij hun pas tijdig in orde zouden hebben. Dit is de seconde, welke komt voor iedereen omdat ze staat aangestipt op den chronometer van Onze Lieve Heer. Gij kunt daar niet op kijken, weet echter toch met zekerheid, dat ééns de knop wordt ingedrukt en uw secondewijzer stil zal vallen. Daarom is het goed, dat gij, gelijk weleer die Antwerpsche dichter, de doodsgedachte voortdurend als een geurig kruid in uw knoopsgat draagt. Vooral op dat "geurig" komt het aan! Dat heeft die dichter er wel niet zóó nadrukkelijk bij verteld maar dit zegt u

 

CANTECLEER