Wie
was Kubke Kladder? Die vraag heeft Ben van de Pol, die de
redactie van Kubke’s columns gedaan heeft, en ondergetekende enige
tijd beziggehouden. Het zou wel aardig zijn, vonden wij, als we bij
de presentatie van de columns op CuBra ook iets zouden kunnen melden
over de identiteit van de schrijver. Hoe konden we dat aanpakken?
Een soort ‘Opsporing verzocht’ met behulp van CuBra-bezoekers.
Het bleek niet nodig, want eigenlijk had al die tijd het antwoord op
de vraag onder handbereik gelegen. Het was net als de grote letters
op een landkaart: je kijkt eroverheen.
Om
dat te verduidelijken moeten we terug naar mei 2003. In een
catalogus van een antiquariaat in Liempde (Duthmala, gespecialiseerd
in Brabantica) zag ik de aanbieding van een multomap met
fotokopieën. Dat gebeurt niet vaak, en in dit geval was het aanbod
nog interessanter omdat het kopieën waren van een rubriek die de
Tilburgse journalist Pierre van Beek jarenlang voor het Nieuwsblad
van het Zuiden geschreven heeft onder de titel Tilburgs
Taalplastiek. Ik bestelde de map onmiddellijk, en vond daarin
behalve het Taalplastiek ook fotokopieën van de columns van Kubke
Kladder.
Hoe
aardig de rubriek Taalplastiek van Pierre van Beek ook is, ik vond
de columns van Kubke interessanter als vondst. Ze dateren immers uit
1929 en 1930, zijn geschreven in het Tilburgs dialect (of althans
een weergave daarvan; zie hierover het artikel van Ben van de Pol),
en zijn daarmee de tot nu toe vroegst bekende literaire publicaties
in dat Tilburgs dialect. Tot dan toe waren de oorlogsbrieven van
Naarus de vroegste – althans als krantenpublicatie – en het werk
van Kubke leek me meteen een mooie opvolger van Naarus in de
CuBra-pagina’s.
Maar
wie was die Kubke? Het heeft even geduurd, maar toen zag ik het
licht. Als de columns van Kubke door de maker van al die
fotokopieën zijn opgenomen bij het Taalplastiek van Pierre van
Beek, dan is het logisch dat… U raadt het: Kubke Kladder is Pierre
van Beek.
Toen
werd het nog eenvoudiger, want Pierre van Beek staat natuurlijk in De
Paap van Gramschap van Ronald Peeters, hèt naslagwerk over de
Tilburgse letteren. En jawel hoor. Daarin lezen we dat Pierre van
Beek vele pseudoniemen heeft gebruikt in zijn lange journalistieke
loopbaan: Canteclaer, Flaneur, Tilburger, Claudius, Trekvogel, en
ook ‘Köpke Kladder’. Dat kon dus niet missen: Köpke = Kubke.
Pierre
van Beek (Tilburg 1907-1993). Van zijn zeer uitgebreide journalistieke werk over Tilburg en
Midden-Brabant is slechts weinig in boekvorm verschenen. De meest
recente uitgave is Terugblik op Tilburg dat in 1994 werd uitgegeven
door Heemkundekring Tilborgh, bij gelegenheid van het 25-jarig
bestaan van de kring (samenstelling door Harrie Konings, Ronald
Peeters, en Jan Peters; tekeningen door Kees Koster).
In
1928 begon trad Van Beek toe tot de redactie van De Nieuwe
Tilburgsche Courant; vanaf 1964 werkte hij voor Het
Nieuwsblad van het Zuiden. Daar begon hij onder andere met
Tilburgse Taalplastiek, en honderden andere artikelen volgden. Ook na
zijn pensionering in 1972 zette hij dit werk voort. Het Regionaal
Historisch Centrum Tilburg heeft Van Beeks journalistieke werk
beschikbaar in fotokopie.
Bron:
Ronald Peeters, De Paap van Gramschap; Tilburg 1992 |