de tramremise in Reusel

Eind 19e eeuw was de Brabantse Kempen een wat achtergebleven gebied. De schrale grond was er debet aan dat de kleine boertjes door bleven keuteren. Wat turf steken, een kudde schapen, het hield niet over. Dit gegeven en de grote vraag naar dennenhout voor de Limburgse mijnen deed het provinciebestuur besluiten tot de aanleg van een tramlijn. Dit summum van vooruitgang diende dit achtergebleven te ontsluiten. Kolen, kunstmest en alles wat meer nodig was in dit gebied kon aangevoerd worden met de tram. En de uitgestrekte heidevelden konden eenvoudig omgetoverd worden in dennenbossen als leverancier van het benodigde hout. Dit dennenhout was populair in de mijnen. Lang voordat een dennenstam gaat breken laat hij een gekraak horen dat de mijnwerkers kon waarschuwen tegen naderend onheil.
Op 30 juni 1897 is het zover. De nieuwe tramlijn kan voor het eerst bereden worden door een feestelijk gezelschap. 


De feestelijke opening van de tramdienst

De lijn die begint in het stadse Eindhoven loopt via Gestel, Meerveldhoven, Veldhoven, Steensel, Duizel, Hapert en Bladel naar Reusel. De Tramwegmaatschappij de Meijerij beheert de lijn. Het is voor de Kempische bevolking in die tijd iets heel bijzonders. Voor velen is het de eerste keer dat ze een vervoermiddel zien dat niet door mens of dier wordt aangedreven. De tram bereikt de fabelachtige snelheid van 20 km per uur buiten de bebouwde kom. Hij raast als het ware door het landschap.

De exploitatie geschiedt door tramwegmaatschappij "de Meijerij". Vier maal per dag rijdt er een tram over dit traject. In de hoogtijdagen van deze lijn heeft de maatschappij 74 goederen cq veewagons en 19 personenwagons. 



De spoorbreedte van het Nederlandse netwerk en het Belgische is verschillend. Daarom moeten reizigers die in Reusel verder richting Arendonk en Turnhout willen overstappen in Reusel aan de grens. Hier werd een remise gebouwd. Een grote draaischijf en een loods voor de tramstellen. 

De draaischijf is verdwenen, maar het gebouw staat er nog steeds, schuin tegenover het voormalig tramstation. Het gebouw is nagenoeg nog in dezelfde staat als in 1937, toen de tramdienst opgeheven werd. De twee karakteristieke grote houten poorten aan de kop van het gebouw lagen direct achter de cirkel waar de trams op gedraaid konden worden. Opvallend is de 'schoorsteenopening' aan de bovenkant van een van de deuren. De trams reden achteruit de remise in. Het eerste gedeelte is van steen. De stoomketels werden namelijk de hele nacht op stoom gehouden om in de ochtend weer meteen operationeel te kunnen zijn. De hitte die van zo'n stoomketel afkwam was groot vandaar dat de locs in een stenen gedeelte stonden te dampen. Het achterliggende gedeelte waar de wagons de nacht doorbrachten was gewoon van hout. Aan de rechterkant even naast het gebouw was een grote vijver gegraven  voor het benodigde water voor de stoomketels.

De remise is in een nog vrij originele staat. Alleen de tweede paar deuren die het houten gedeelte beschermden tegen de hitte van de locs zijn verdwenen.

Nu dient het als werkplaats voor de grote collectie antieke tractoren van Cees Michielse, die eigenaar is van de ernaast gelegen woning. 

Han van Meegeren


Het station van Reusel












Deur met opvallende schoorsteen-uitsparing.


Cees Michielse poseert met een antieke dorsvlegel. Maaien en dorsen op authentieke wijze is een van de hobby's van Cees.

Met dank aan Bart Beex uit Bladel voor de tip om eens te gaan kijken bij de remise. Verder dank aan Sjaan en Cees Michielse voor de zeer gezellige ontvangst en de dus zeer geslaagde zondag.

NB: de paar gebruikte oude foto's kan ik helaas niet verantwoorden. Ik heb ze zeer geruime tijd gekopieerd van een internetsite met de gedachte: ik vraag toestemming als ik ze ga gebruiken. Maar nu het zover is kan ik de site niet meer vinden. Hopelijk meldt de rechthebbende zich eerdaags.