Ergens tussen 1080 en
1085 werd in het Genneperhuis Norbertus van Gennep geboren, als zoon van
de heer van Gennep. De jonge Norbertus koos al in 1115 om kanunnik te
worden in het klooster van Xanten alwaar hij in aanraking kwam met de leer
van de H. Augustinus. Armoede en boetedoening waren de steekwoorden van de
leer van deze Augustinus. De kerkelijke macht is in de ogen van Norbertus
te wereldlijk geworden. De clerus bestiert niet alleen Gods woord op aarde
maar regeert ook daadwerkelijk de stadsbesturen en provincies. Norbertus
besluit een eigen orde op te richten en de nog jonge Limburger richt zijn
eerste kloostergemeenschap op in 1120. De orde die zich vestigt in het
Franse Prémontré, is eigenlijk in het begin meer een verzameling
kluizenaars. Ze wonen in een eenzaam bosgebied. Het motto is "één
van geest en één van hart, niemand noemde iets zijn eigendom". Een
soort commune-vorm die later nog meerdere malen uitgevonden is.
De ideeën van Norbertus slaan aan onder grote groepen gelovigen en het
volgende stichtingshuis volgt al snel in Floreffe. Al bij zijn leven, dat
niet langer duurde dan ruim vijftig jaar, verschijnen er wel honderd stichtingshuizen.
Het bijzondere aan deze huizen is dat er behalve geestelijken ook leken,
zowel mannen als vrouwen, woonden en werkten.
Op 18 juli 1126 wordt Norbertus bisschop van Maagdenburg, na eerder
verschillende hoge functies afgewezen te hebben.
Op zijn laatste tocht naar Rome loopt Norbertus waarschijnlijk
moeraskoorts op waaraan hij op 6 juni 1134 overlijdt in Maagdenburg. Hij
krijgt een graf op het kerkhof van het Lieve Vrouwe klooster aldaar en
wordt op 28 juli heilig verklaard.
Maagdenburg valt ook ten prooi aan de reformatiedrift. Dit doet Gaspar von
Questenberg, abt van het Norbertijnerklooster Strahov in Praag besluiten
te vragen of de resten van Norbertus opgegraven mogen worden om te
herbegraven in Praag. Na herhaaldelijke verzoeken gebeurt dit inderdaad.
In 1627 verhuizen de resten van de heilige Norbertus naar Praag alwaar ze
onder zeer veel ceremonieel herbegraven worden in een zijaltaar van de
kloosterkerk van Strahov. Ik ben daar enkele jaren ooit geweest, maar
helaas heb ik de kerk zelf niet kunnen bezoeken.
De schedel van Norbertus in
Strahov. Deze foto is genomen in 1934, bij zijn achthonderdste sterfdag.
In Nederland lieten de
Norbertijnen ook hun sporen achter. Er verschenen abdijen in Wittewierum,
Lidlum, Mariëngaarde, Mariënweerd, Dokkum en Middelburg. En natuurlijk
in het toenmalige Brabant (nu net over de grens er van) bij het gehucht
Bern, ten noordoosten van Heusden.
Het stichten van de abdij van Berne, zoals hij gaat heten, gebeurt in het
stervensjaar van Norbertus, 1134 en geschiedt vanuit de abdij van
Mariënwaard bij Geldermalsen. De Norbertijnen, Witheren of
Premonstratenzers, richten hier hun leef/werkgemeenschap op en bestieren
vandaar uit het geestelijke leven in de wijde omgeving.
Ruim viereneenhalve eeuw zal de abdij op deze plaats zijn. In 1572 wordt
zij geplunderd en in 1579 zelfs in brand gestoken door de watergeuzen.
De kloostergemeenschap blijft bestaan tot op de dag van vandaag, en zwerft
via Den Bosch en Vilvoorde om uiteindelijk neer te strijken in Heeswijk
Dinther.
Van de oorspronkelijke abdij rest bijna niets meer. Alleen de oude
waterput is gered kunnen worden en bevindt zich achter een monumentale
boerderij, midden in een koeienwei.
Thea van Blitterswijk, participante bij de Norbertijnergemeenschap in
Tilburg Noord heeft mij de put laten zien, een bijzonder restant van
Brabants geschiedenis.
Han van Meegeren
De toegangsweg naar de boerderij is statig.
Het ernaast gelegen kloostertje
Deze gevelsteen siert de boerderij
In de fraaie oude schuur
van de boerderij
De abdij naar een
schilderij van Jan Meerhout uit de 17e eeuw, waarschijnlijk gemaakt naar
oude tekeningen.
De restanten van de abdij op een gravure van C. Pronk uit de 18e eeuw.
Beide illustraties uit:
'Het verborgen leven van de abdij van Berne en haar parochie 1797-1857', door
Dr. W.I.C.C. van der Hurk, Zuidelijk Historich Contact 1977.
Bronnen:
- 'Norbert van Gennep', P. D. E. Valvekens, O. Praem, uitg. De Kinkhoren,
Brugge 1944
- 'Infomap over abdij en orde', door G. van der Velden-
- 'Het verborgen leven van de abdij van Berne en haar parochie 1797-1857',
door Dr. W.I.C.C. van der Hurk, Zuidelijk Historich Contact 1977.