CuBra

Zó is het oudste stenen huis in Den Bosch aan de naam 'De Moriaan' gekomen - Jan Bruens

 

 

Rommelend in mijn boekenkasten zag ik ver weggestopt deze drie dikke pillen staan: het tweedelige werk 'De uithangtekens' uit 1868 en 'Het boek der opschriften' uit 1869. Jacob van Gennep en Johannes ter Gouw zijn de samenstellers daarvan. Deze met etsen geďllustreerde boeken die in 1994 opnieuw zijn uitgegeven, heb ik in 1996 cadeau gekregen. 't Is gek – en tegenover de gulle gever schandalig ook nog - dat ik nu pas de tijd en het geduld weet op te brengen, in die boeken te gaan grasduinen. Toen ik de eerste dikke pil opensloeg, was ik meteen verloren en uren zoet. Wat kunnen uithangtekens toch levendige, krachtige en sprekende uitingen van het volksleven zijn. Dat vinden de samenstellers zelf natuurlijk zelf ook. In fraaie bewoordingen zeggen ze er dit over:

 

«Een stad vertoont en vertelt haar geschiedenis ook in uithangtekens, geschilderde borden en gehouwen stenen, figuren aan luifels en ijzeren stangen, opschriften en rijmen. Al wandelend langs de straten kunt gij op die uithangtekens het maatschappelijk en huiselijk leven der bewoners bespieden, hun bedrijf en hun welvaart, hun kledij en hun huisraad. Ja, zo gij de gave der opmerking bezit, leest ge er hun gedachten en gevoelens, hun wensen en begeerten, hun wijsheid en hun dwaasheid, hun gemoedelijke vroomheid en hun ondeugende spotternijen gadeslaan.»

 

Doorlezend kwam ik aan de weet dat negers en Moren – daartussen werd geen onderscheid gemaakt - voor tabaksverkopers veel aantrekkelijks hadden, want dat waren immers de planters van de tabak. Tabak kwam uit een andere wereld, want dat moest dus ook door wezens uit die andere wereld worden getoond. Zo kwamen Moren en Morianen, al dan niet pijprokend, op de luifels en de stoepen van de tabaksverkopers. En zoals dat vaker gebeurt: veel herbergiers, winkeliers en burgers wilden óók met zo'n zwartkop aan de gevel pronken en gingen op dezelfde toer. Waarom? Om een heel eenvoudige reden: de Moor of de Moriaan werd uitgehangen om aan de schone sekse genoegen te geven Als bewijs van hun bewering halen de auteurs de woorden aan van juffrouw Angenietjen uit Bredero's blijspel 'Het Moortje':

 

«Mij was weleer geseyt en ick recht heb onthouwen,

Dat die Morianen zijn genegen seer tot vrouwen ...»

 

Toen ik zo ver was, had ik het gevoel eindelijk het verlossende antwoord te kunnen geven op de vraag waarover menige knappe kop zijn hoofd heeft gebroken: hoe komt 'De Moriaan', het oudste huis op de Markt van Den Bosch, aan zijn naam?

Welnu, in het begin van de 17e eeuw werd dat kasteeltje door een vooraanstaande familie bewoond. Die werd geprezen om de excellente patisserieën waaruit de gasten na een allerfijnst souper of banket een keuze konden maken. De keukenbrigade bestond dus uit cuisiniers en patissiers van de allerhoogste rang.

Op een dag kwam de keuken met een verrassende noviteit. Dat was een gebak dat vooral bij de dames zo zeer in de smaak viel dat ze daarvoor lovende woorden te kort kwamen. Toen iemand riep 'het lijkt wel een moorkop', was meteen de naam voor de lekkernij geboren. Daaruit is later de chocolade bol voortgekomen. De familie gaf aan de plaatselijke smid de opdracht, de moorkop op een uithangbord uit te beelden. Aldus geschiedde. En elke keer dat de notabelen van de stad in het kasteeltje mochten aanzitten aan een souper of banket, werd - als verpersoonlijking van de moorkop – de Moor oftewel de Moriaan uitgehangen.

 

Zo zit dat dus, en niet anders.