Jan Bruens leest zijn verhaal 'De merel en de pier' voor. De tekst werd oorspronkelijk voorgedragen in het programma Wissewasjes van de BLOS.

 


Luister naar Jan Bruens
Bestand = 550 Kb (even geduld...)


Luister naar de merel
Bestand = 64 Kb

De merel en de pier

Wanneer ik in mijn tuin in de weer ben met grasmaaier, schoffel of hark, krijg ik geregeld bezoek van een merel, een bruine, een vrouwtjesmerel dus. We kunnen het goed met elkaar vinden. Ze loopt me meestal in de weg, en dan moet ik haar vragen: 'Zeg, schuif een beetje op alsjeblieft', en dat doet ze dan. Dat maak ik mezelf een beetje wijs, dat weet ik ook wel, want altijd ben ík het die opzij gaat.

Ik trakteer haar weleens. Trek ik de schuif onder in de compostbak omhoog, dan komt ze met snelle trippelpasjes naderbij, bekijkt met een scheef koppie de tientallen kronkelende pieren en pikt er - kieskeurig, zo lijkt het wel - eentje uit, wendt zich daarmee ter consumptie een ogenblikje af, en pas als ze de bek leeg heeft, trippelt ze terug om een nieuwe pier te halen. Dat gaat allemaal zonder gulzigheid. Dan denk ik bij mezelf: wat hebben merels goede manieren. Daar kan menig mens een voorbeeld aan nemen. Wie ooit heeft rondgekeken op recepties waar plateaus met fijne hapjes rondgaan, en op party's waar de gasten zich mogen bedienen van een lopend buffet, weet wel waar ik op doel.

Een tweejarig kleinkind van me is leergierig. Ze houdt van vogels. Komt ze op bezoek, dan zal ze, zo vlug de beentjes haar dragen kunnen, doorhollen naar mijn grote volière in de tuin. Daar heeft ze het op haar manier heel druk met zaadjes door het gaas friemelen, praten tegen de Chinese dwergkwartels, en met het nadoen van wat ze míj dikwijls heeft zien doen: uit de keuken het gietertje halen, vullen onder de buitenkraan, en daarna zó door het volièregaas uitgieten dat de straal precies terechtkomt in de schaal voor het badwater. Het kind weet van geen ophouden. Almaar die kraan open, gietertje vullen, kraan willen maar niet kunnen sluiten omdat ze die telkens de verkeerde kant uit draait, dribbelen naar de volière en uitgieten in het wilde weg omat ze nog niet mikken kan.

Omdat ik het kind toch niet aan het verstand kan brengen waarom ze geen water moet verspillen, zal ik haar een volgende keer na een paar gietertjes uitnodigen, kennis te gaan maken met mijn merel. Van haar moeder weet ze natuurlijk dat ze pas de volgende hap moet nemen als ze de mond leeg heeft, en ook dat ze niet moet schrokken, noch thuis, noch buitenshuis. Ik weet niet of het me goed af zal gaan en of het indruk op haar zal maken, maar ik zal mijn best doen om het gedrag van de merel - waarover ik aan het begin mijn waardering heb uitgesproken - op te voeren als een voorbeeld dat navolging verdient.

Maar ik denk wel dat ze gevoelig zal zijn voor mijn aanschouwelijk stukje opvoeding langs de weg van de merel en de pier.

Jawel, ze begrijpt dat.

Omdat ze zelf nog een wurm is?

Dat zou kunnen.

Maar vermoedelijk omdat ze graag, stil en aandachtig, naar verhaaltjes luistert, verhaaltjes over dieren.