Jan C.A.M. van de Mortel (1880-1947)

Mr. Jan Christiaan Alphonse Maria van de Mortel werd geboren te Tilburg op 19 juli 1880 als zoon van Josephus Florentinus Joannes van de Mortel, notaris, en van Francisca Anthonia Maria Verheyen van Estvelt. Na gymnasium te Breda ging hij rechten studeren aan de gemeentelijke universiteit te Amsterdam. In 1907 studeerde hij af en hij vestigde zich in zijn geboortestad als advocaat en procureur.
Van 1910 tot 1919 was hij griffier bij het kantongerecht, sinds 6 juli 1911 gemeenteraadslid en vanaf 29 januari 1916 lid van Provinciale Staten (tot 1939). Op 2 september 1919 werd hij gekozen tot wethouder van de gemeente Tilburg, welke functie hij tot 1940 bleef vervullen. Van de Mortel heeft vele functies bekleed: voorzitter van de Voogdijraad Tilburg (1908-1933), voorzitter van de Raad van Beroep der Directe Belastingen (1928-1933), voorzitter van de Raad van Arbeid (1919 – opheffing op 1 januari 1935), voorzitter Rijkscommissie tot ondersteuning van de Rundveefokkerij in Noord-Brabant, voorzitter van het Natuurhistorisch Museum, bestuurslid Noordbrabants Landschap, president-commissaris van de Tilburgse Hypotheekbank, commissaris P.N.E.M., bewindvoerder Cisterciënser-abdij Koningshoeven, eerste commissaris Nederlandse Heidemaatschappij (1917), later voorzitter (1937-1947), voorzitter Liefdewerk Kinderbescherming (Huize Nazareth) en secretaris Parochieel Kerkbestuur. Op 8 september 1939 werd hij benoemd tot lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. 


Het afscheid van Van de Mortel op 15 januari 1946 in het Paleis-Raadhuis. 
Links zijn vrouw mevr. J.E.A.M. van de Mortel-Houben 
en rechts mgr. M.C. Nabuurs, deken van Tilburg. (Bron: Foto RHC Tilburg).

Op 11 januari 1940 werd hij benoemd tot burgemeester van Tilburg en op 20 januari 1940 werd hij geďnstalleerd. Door de (Duitse) Rijkscommissaris werd hij op 12 juli 1944 met onmiddellijke ingang uit zijn ambt gezet. Direct daarna, op 18 juli, werd ir. H. Hondius benoemd tot waarnemend burgemeester. Van de Mortel werd gegijzeld in St.-Michielsgestel en Vught. De minister van Binnenlandse Zaken ontsloeg hem op 25 september 1944, maar hij werd op 27 oktober 1944 bij de bevrijding van onze stad door de geallieerden, terstond in zijn functie hersteld. Wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd legde hij op 15 januari 1946 zijn ambt neer. Kort daarna overleed hij te Tilburg op 21 december 1947. Jan van de Mortel trouwde in 1911 met Josephine Eleonora Arnolda Maria Houben (geboren te Tilburg 12 maart 1887, overleden te Tilburg 25 april 1966). Zij woonden in de St. Josephstraat. Hij werd als burgemeester opgevolgd door E. baron van Voorst tot Voorst.

Als burgemeester in de uiterst moeilijke bezettingsjaren heeft Van de Mortel zich een zeer tactvol diplomaat en een geboren regent getoond. Drie hoge onderscheidingen vielen hem ten deel: hij was Ridder in de Orde van Oranje Nassau, Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw en Ridder in de Orde van de H. Gregorius de Grote.

In 1958 werd in het plantsoen van het Burgemeester Van de Mortelplein een door Albert Termote vervaardigd bronzen beeld van Van de Mortel geplaatst. Het standbeeld werd opgericht uit dankbaarheid voor de wijze waarop hij de stad in de moeilijke jaren van oorlog en onderdrukking had geleid en beschermd.

Naar hem zijn het Burgemeester Van de Mortelplein (B en W 1954) en de Burgemeester Van de Mortelstraat (B en W 1960) genoemd.

Literatuur
Ronald Peeters, De straten van Tilburg (Tilburg, 1987), p. 112-113; Eere-galerij van Katholieke Nederlanders (1939); Ronald Peeters, Tilburg in beeld 1865-1945 (Tilburg, 1979), p. 109, 117 en 197; Paul van de Sande, Kunst onderweg (Tilburg, 1986), nr. 91; idem (Tilburg, 1992), nr. 109.

Links
Archief 245. Comité huldeblijk burgemeester J.C.A.M. van de Mortel, 1945 – 1948
Archief 1079. Jan C.A.M. van de Mortel (1880-1947), oud-burgemeester van Tilburg, 1940-1949