Cornelius Antonius Maria – Kees—Mandos, werd op 21 september 1913 geboren in Tilburg, en overleed aldaar op 25 december 2001. Van 1927 tot 1932 kreeg hij zijn opleiding als beeldend kunstenaar aan de Academie voor Beeldende en Bouwende Kunsten in Tilburg. Als kunstenaar is Kees Mandos echter nauwelijks te definiëren, behalve dan als een van de veelzijdigste kunstenaars die Brabant ooit heeft voortgebracht. Mandos was kunstschilder, graficus (etsen, lino’s), illustrator, en kalligraaf, maar hij maakte ook mozaďeken, tegeltableaus, en kunstobjecten in velerlei materialen. Als illustrator (aquarellen, pentekeningen, vignetten) was hij onder andere verbonden aan de tijdschriften Brabantia Nostra (vanaf 1940), Edele Brabant, en De Engelbewaarder. Ook voor de leergang lezen ‘De meiboom’ maakte hij vele illustraties. Een van zijn bekendste monumentale werken, bestaat uit zeven muurschilderingen in de kerk van de parochie Korvel in Tilburg, uitgevoerd in de jaren vijftig, en nog steeds behouden gebleven. Behalve werk in opdracht, vervaardigde Kees Mandos ook een enorme hoeveelheid gelegenheidsgrafiek, waaronder ex-librissen, rijmprenten, geboortekaartjes, en oorkondes.


(Foto: particuliere collectie)

Als beeldend kunstenaar behoort Kees Mandos tot de zogenaamde eerste Tilburgse School, met kunstenaars als (zijn broer) Frans Mandos, Hans Claesen, Nico Molenkamp, Luc van Hoek, en Jos Zeegers. Tot zijn generatiegenoten en vriendenkring behoorden ook schrijvers als (zijn zwager) Anton Eijkens, Jan Naaijkens, en Frans van de Ven. Van 2 tot 17 augustus 1941 kreeg Kees Mandos in Tilburg zijn eerste echte grote expositie, samen met zijn broer Frans. Deze tentoonstelling werd geopend door burgemeester Jan van de Mortel, voor wie Kees Mandos vijf jaar later, op basis van een tekst van Anton Eijkens, de ‘Rijmkroniek’ zou kalligraferen en verluchten met aquarellen. 

Bovenstaande tekst is gebaseerd op het artikel 'Levensbeschrijving van de Tilburgse kunstenaar Kees Mandos', door Jeroen Ketelaars, gepubliceerd in 'Tilburg, tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jaargang 20, nummer 3, december 2002.