CuBra
Inhoud beroepen liedjes
Inhoud alle liedjes
Home
Inhoud dieren- liedjes
lnhoud feestliedjes
De scharensliep

Ben Hartman

Liedjes over beroepen - De boer (1)

Elke week een nieuwe aflevering op maandag (nog) geen muzieknotatie

1. Wij boeren en boerinnen

 

 

We beginnen deze aflevering van ‘liedjes over beroepen’ met een prachtig lied over het boerenleven.

De boerenliedjes worden overigens niet in één keer gepubliceerd, we hebben er de voorkeur aan gegeven om ze in aparte afleveringen uit te brengen.

 

We hebben het lied nergens kunnen optekenen maar de tekst kom je nog al eens tegen in liedjesschriften (bij mevrouw Slijters- van Aarle uit Schijndel), liedboeken en op losse liedbladen ( uit de verzameling van mevrouw Heessels- van Maaren uit Schijndel), zie verderop in de tekst.

Het eigenaardige is dat er van de totaal 11 coupletten meestal maar 5 of 7 coupletten worden weergegeven.

 

In: ‘Het Oude Nederlandse Lied’ van Florimond van Duyse, deel 1, Den Haag/Antwerpen 1903, vindt je de volledige tekst vergezeld van een uitgebreid commentaar over zowel de tekst als de melodie.

 

Het lied heet oorspronkelijk: ‘Liedeken tot vermaeck van de boeren’, en zo staat het afgedrukt in ‘Delfschen Helicon’, Amsterdam 1729 en in: ‘Passi, Paesch en Pinxten-gezangen’, Amsterdam 1722.

Kortom de tekst stamt uit of was al bekend in de 18de eeuw.

 

De melodie is ouder en stamt uit de 17de eeuw.

Bij de oudste tekst staat vermeld: ‘Stemme: Lanterlu’.

De melodie-aanduiding ‘Lanterlu’ kom je al tegen in 1657 (Pers, Bellerophon) en deze behoort tot een oude Franse dans: de ’Branle de Lanterlu’.

De melodie die u bij dit lied aantreft, in deze aflevering over beroepen, is de oorspronkelijk ‘stemme’ van ‘Lanterlu’.

 

Muzieknotatie zie onder

 

1.

Wij boeren en boerinnen

Wij werken dag en nacht

Wij ploegen en wij spinnen

En wij zingen uit’er macht,

Lieve Heer, kost en kleer,

Hemelrijk, en dan niet meer.

 

2.

Wij spitten en wij spaaien

Twaalef maanden lang

Wij zaaien en wij maaien

In genuchten met deez’ zang,

Lieve Heer etc.

 

3.

Wij zieden alle dagen

’s Morgens boekwei-pap

Zo vullen wij ons magen

En wij zingen even rap,

Lieve Heer etc.

 

 

4.

Wij drinken meestal boter-

Mellik voor den dorst

Dan zijn wij veel devoter

En wij zingen uit’er borst,

Lieve Heer etc.

 

5.

Wij gaan met houten blokken

En dikwijls zonder hoed

Wij gaan met pije rokken

En wij zingen welgemoed,

Lieve Heer etc.

 

6.

Wij bakken boekwei-koeken

Die smaken ons zeer wel

Wij dragen lijnen broeken

En wij zingen even hel,

Lieve Heer etc.

 

7.

Wij dekken zelden tafel

Een stukske uit de hand

Dat smaakt ons als een wafel

En wij zingen langs alle kant,

Lieve Heer etc.

 

8.

Wij gaan een pintje drinken

Zondags na de noen

Wij dansen en wij klinken

En wij zingen in het groen,

Lieve Heer etc.

 

9.

De meisjes die wij vrijen

Die zeggen wij altijd

Wij zullen wel gedijen

Laat ons zingen met jolijt,

Lieve Heer etc.

 

10.

Al wonen wij in huizen

Zonder muur of schouw

Al kwellen ons de muizen

Maar wij zingen zonder rouw,

Lieve Heer etc.

 

11.

Gij edel en gij rijken

Wij zeggen u zeer vrij

Wij willen u niet wijken

Want wij zingen altijd blij,

Lieve Heer etc.

 

 

Op het losse liedblad staan vermeld couplet: 1, 2, 5, 4 en 7, in deze volgorde, en met als titel: ‘Boerenvreugde’, (oude melodie). Zie voorbeeld

Dit losse liedblad werd uitgebracht in 1912 op een ‘Ouders-Avond’.

Op het liedblad stonden nog drie ‘Liederen tot bevordering van den Volkszang’: ‘Roomsche Blijdschap’, ‘Hij die geen liedje zingen kan’ ( een lied voor de mensen die echt niet kunnen zingen, de laatste twee regels van het couplet luiden: ‘Hij die geen liedje zingen kan, die moet er maar eentje fluiten’!) en ‘De Vroolijke Jongen’.

Het liedblad werd in ’s-Hertogenbosch gedrukt bij C.N. Teulings.

 

In het derde deel van: ‘De Vlaamse Zanger’ staan genoteerd couplet: 1, 2, 3, 4, 7, eveneens als titel:

‘Boerenvreugde’ en met als ondertitel: ‘Een oud boerenliedeke’. Hier staat een afwijkende melodie. zie voorbeeld.