CuBra
Inhoud beroepen liedjes
Inhoud alle liedjes
Home
Inhoud dieren- liedjes
lnhoud feestliedjes
De scharensliep

Ben Hartman

Liedjes over beroepen - De dienstmeid

 

Elke week een nieuwe aflevering op maandag met muzieknotatie

De dienstmeid

Muzieknotatie zie hieronder

 

Johanna, de dienstmeid.

 

De nu volgende tekst is een reconstructie naar aanleiding van een aantal veldopnames die ik maakte.

Mevrouw Geerts- Sanders uit Schijndel zong voor ons couplet 1, 2, 3, 4, 5, 7 en 8. De resterende 5 coupletten haalde ik uit het liedschrift van mevrouw van Roosmalen- van Ballekom uit Veghel.

Ik vond dit prachtig, dramatische lied nog terug in een liedschrift van Jana van de Donk uit Den Dungen en mevrouw van de Brand- Doleweert uit Schijndel vond het heel erg dat ze maar één coupletje kende, ze zong het voor ons in 1983 en vertelde daarna de inhoud. Ze zei dat de tekst altijd grote indruk op haar gemaakt had.

 

1.

Zij was Johanna, de dienstmeid uit ’t centrum der stad

De jongste onder de meiden

Zij had het in haar leven wel beter gehad

Dat waren gelukkige tijden

Zij was eenvoudig, helder en zacht

Zij kende geen kwaad, had vertrouwen

Op hem die haar hoofdje op hol had gebracht

En die haar toch nimmer zou trouwen.

 

2.

’t Was eens op een avond, Johanna alleen

Zat diep in gedachten verzonken

Bij ’t vuur van de keuken, dat ligt haar bescheen

Bij ’t rustig geknetter der vonken

Zij dacht aan de zoon van haar meesteres

Die een briefje voor haar had geschreven

Dat hij aan Johanna terstond na de les

Als besluit in haar hand had gegeven.

 

3.

Want Johanna had gisteren haar verjaardag herdacht

’t was de eerste hier onder de mensen

De jonge meneer had haar ook goed bedacht

Hij was persoonlijk haar geluk komen wensen

Hij heeft haar toen veel moois verteld

Van vele jaren voor deze

En daarbij een goudstuk op tafel gelegd

Daar kon ze tevreden mee wezen.

 

4.

En als nu zijn oudjes erop uit zijn gegaan

Mag Johanna op zijn kamertje komen

Hij was de man met haar lot begaan

Hij had haar lot ter harte genomen

Hij heeft haar zijn bibliotheek laten zien

En boeken met prachtige platen

En onder ’t genot van wat wijn bovendien

Mocht Johanna nog wat blijven praten.

 

5.

Johanna die kwam er nog menige keer

Dat begon hem al gauw te vervelen

Want zij bezat haar schoonheid niet meer

Wat kon hem zo’n meid nou verschelen

Zij moest er maar uit, ’t was nu nog de tijd

Om met er een ander te trouwen

Zij was nog zo jong en zij was maar een meid

Er zijn er zo veel van die vrouwen.

 

6.

Als Johanna hem haar geheim heeft verteld

Met het schaamterood op hare kaken

Dan is hij vertederd en biedt haar ook geld

Om zich van de zaak af te maken

En Johanna die was verpletterd van smart

Toen dood haar kind werd geboren

Zij lachte nog slechts in gedachte verward

Ze was voor dit leven verloren.

 

7.

Hij is nu dokter, reeds jaren getrouwd

Hij woont op een villaatje buiten

Hij heeft een mooi vrouwtje waar hij veel van houdt

Maar meer houdt hij van zijn duiten

Hij is nu dokter maar van gewicht

Zojuist heeft men he,m laten roepen

Bij een arme vrouw die op sterven ligt

Doodziek bij ’t koetshuis gevonden.

 

8.

Maar voor dat hij gaat, geeft hij nog ’t bevel

Dat niemand hem mag komen storen

’n mensenleven staat hier op ’t spel

Misschien is ze nog niet verloren

Hij gaat naar de zieke, maar wat treft zijn oog

Een vrouw in lompen gelegen

’t Was zijn Johanna die hij eens bedroog

Maar waar hij nooit meer naar om had gekeken.

 

9.

Ik dank u dat gij gekomen zijt

’t was mijn laatste wens hier op aarde

Eens in mijn leven heb ik liefde gekend

Zonder jou had mijn leven geen waarde

Ik zonk steeds dieper in ’t slijk

Ge zult ’t toch zeker wel weten

Jij bent nu getrouwd, gelukkig en rijk

Maar mij, ja mij heb je vergeten.

 

10.

Jij was de man die mij alles ontnam

De man zonder mededogen

Maar nu zie ik zelf het einde daarvan

Nu sluit ik voor eeuwig mijn ogen

Maar dit zeg ik jou in mijn stervensuur

Ik heb je lief en ik wil je vergeven

Ik offerde voor jou steeds mijn geluk

En nu nog zodra mijn leven.

 

11.

Haar stem wordt steeds zwakker, het spreken valt zwaar

Wat moet er zo’n arme toch lijden

Één wens nog, ’t is de laatste van haar

Dan kan zij ’t leven verlaten

De mond half open, nauw’ hoorbaar haar stem

Zegt zij met haar laatste krachten

Toe kus me nog eens, zoals je vroeger het deed

Dat zal mij ’t lijden verzachten.

 

12.

En hij dan ontroerd tot in ’t diepste van zijn ziel

En niet meer bij macht’ om te spreken

Hij kust dan de meid die hem eens zo beviel

En waar hij niet meer naar om had gekeken

Hij denkt nog eens aan de tijd van weleer

Aan hetgeen zij hem had gegeven

Hij valt op zijn knieën voor ’t sterfbed neer

En hij weent voor ’t eerst van zijn leven.

 

De volgende tekst kreeg ik van mevrouw Pennings -Smits uit Schijndel. Zij kende de melodie niet.

De tekst is min of meer in ’t dialect opgeschreven, ik heb hier niet te veel aan gesleuteld en de tekst bijna letterlijk overgenomen.

 

De dienstmaagd.

 

1.

Al meer dan vijftig jaren heb ik dienst gedaan

En nou heb ik besloten om naar 't klooster te gaan,

Ik zal er wel meej lijen

als ik zal moeten scheien,

maar als ge vort zo oud bent, valt 't werk zo zwaar

en bij de zusters staat m'n kamerke gelukkig klaar.

 

2.

De meiskes tegenswoordig die zèn niks meer wert

Ze willen mar geduurig ene ander herd,

Ze willen 't maar niet weten

Of zèn't te gauw vergeten,

Da elke huiske hÎ z'n vreugd en z'n verdriet

Ge kunt wel gauw veranderen, maar 't is overal iet.

 

3.

Toen ik vijftig jaar in dienst waar

Waar 't heel groot feest,

De burgermeester waar d'r in hoogst eigen persoon geweest

Hij gaf me heel veul statie, de mooie decoratie

En met deez schoon medaille, ben ik zo mirakels blij

En van de congregatie heb ik d'r ook nog ene bij.

 

4.

En as ge nooit getrouwd bent dan rakte alleen

Maar daar kan ik gelukkig nog al goed overheen

Ik heb er zat kunnen krijgen

Maar daar zal ik maar over zwijgen

Want als ge daarveur niet in de wieg bent geleejd

Dan kunde dat beter nie doen, hè ons moeder gezeejd.

 

5.

En mèrrege ga ik dan naar de zusters op aan

En is ’t mè m'n werk en m'n zorgen gedaan

M'n tranen zal ik bedwingen

'k zal maar een liedje zingen

want onze lieve heer die alles weet en ziet

vergeet z'n trouwe maagden hier op aarde niet.

!

 

In de liedverzameling van mevrouw P. Heessels- van Maaren vond ik nog een moordlied op een vliegend blaadje.

Daarin wordt de moord op een 17-jarige dienstbode bezongen.

 


Johanna de dienstmeid