Aldus de tekst bij de hier geplaatste foto uit een boek dat ik
vorig weekend vond op de boekenmarkt van de Vincentiusvereniging
in de Brabanthallen in Den Bosch. Handen van m'n lijf! Zelfverdediging
voor vrouwen. Door Kathleen Hudson. In 1979 uitgegeven door
Elmar B.V. in Delft. Het deed me meteen denken aan de massale
aanrandingen in Keulen en aan lieden van boven de Moerdijk die
Carnaval aangrijpen om de beest uit te hangen in het Donkere
Zuiden.
Het boek begint met een lijst van 'de belangrijkste zwakke
plekken van de man' en hoe die aan te pakken. Dat gaat van
'adamsappel (stompen of indrukken)' tot 'Achillespees (met de
zijkant van de schoen tegenaan schoppen'.
Daarna volgen liefst 50 voorbeelden van dreigende situaties
waarin vrouwen terecht kunnen komen en hoe ze zich daaruit kunnen
redden. Elk voorbeeld wordt geïllustreerd door foto's en soms
tekeningen. Die foto's - van Henry Redfern en Conrad Fisher - doen
vaak denken aan fotoromans uit de jaren zestig. Maar in dit
handboek gaat het verre van romantisch toe.
Keer op keer delven de foute mannen het onderspit. De ene wordt
in het kruis getrapt, de andere krijgt een sleutelbos in de neus
gedrukt,de derde wordt aan zijn 'geslachtshaar' getrokken
enzovoorts, enzovoorts. De vrouw, steeds dezelfde, weet zelfs
meerdere mannen tegelijk van zich af te slaan. Zoals in voorbeeld
39 waarin ze 'onder een brugboog' aangevallen wordt door twee
onverlaten. Na eerst de man vóór haar uitgeschakeld te hebben,
krijgt de man achter haar een goede krabbeurt en een schouder
tegen zijn hoofd. Daar blijft het niet bij, want:
Het laatste voorbeeld betreft overigens een confrontatie met
een vrouw. Want dat kan natuurlijk ook. 'Als u om een of andere
reden door een vrouw wordt aangevallen, zal ze overal mee vechten,
met haar armen, benen, tanden en nagels', aldus de inleiding. 'Ze
vecht als een tijgerin. Om snel weg te komen moet u kort maar
krachtig optreden - het heeft geen zin om met haar te praten'.
(Met dank aan Ton van Poelgeest, Uitgeverij Elmar).