Mijn neef Maarten Mandos hoort tot
de mensen die duidelijk een stempel op mijn leven hebben gezet. In
de goede zin des woords, wel te verstaan. Hij was het die me het
eerst mee nam, de natuur in, om te kijken en luisteren naar
vogels. Ik was een jaar of twaalf en we struinden dacht ik door
een of ander moerasje langs het kanaal.
Niet lang daarna ging ook een
andere neef mee, Antonie Mandos. Ditmaal fietsten we naar de
Beekse Hei - ja, zo heette het gebied waar tegenwoordig de leeuwen
van Safaripark Beekse Bergen rondlopen. Wij moesten het toen doen
met kevers, veldleeuweriken en kieviten, tormentil, pijpestrootjes
en ja, ik meen dat we die keer ook mierenleeuwen uit hun holletje
probeerden te lokken.
Maarten, die een jaar of vier ouder
was dan wij, wist veel van vogels en nam ons vaker mee op
excursie, zoals dat heette. Later, toen hij biologie ging studeren
in Utrecht, trokken wij zelf de natuur in. En dat betekende hele
of halve dagen doorbrengen op De Utrecht, aan het Galgeven, op de
Campina of in De Rauwbraken. Ja, vooral de Rauwbraken aan de
oostelijke kant van Tilburg werd ons favoriete gebied - voordat
het helemaal opgespoten werd en veranderde in een
industrieterrein. We hebben er ooit zelfs de griel gezien - en
Maarten was daar bij.
Bijna een halve eeuw later komen we
elkaar nog steeds tegen, af en toe. Maarten, die weer in
Hilvarenbeek is komen wonen, kijkt nog altijd graag naar vogels
maar houdt zich de laatste tijd ook fanatiek bezig met het
inventariseren van mossen. "En ik heb er nu een nieuwe hobby
bij", zo vertelde hij me de laatste keer dat ik hem weer eens
zag. "Sieralgen".
Sieralgen? Dat vroeg om een
toelichting:
"Uit een klein vennetje op de
Regte Hei neem ik wat waterplanten mee. Daaruit knijp ik één
druppel water. Met het blote oog niets aan te zien. Maar door de
microscoop zie ik volop boeiende vormen voorbijkomen. Maansikkels,
schijven, bootjes, celdraden, veel tweelingcellen. Dit zijn
sieralgen, ééncellige waterplantjes, in allerlei soorten en
formaten. Ik fotografeer ze ook."
Hij liet me de resultaten zien.
Wonderlijke vormen. Maar minstens zo wonderlijk: om die vormen
vast te leggen had hij geen peperdure apparatuur nodig. De lens
van een eenvoudig compactcameraatje bleek perfect te passen op de
oculair van zijn microscoop en zo maakt hij nu talloze foto's,
waarvan we hier boven een voorbeeld zien.
.