HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

62ste Jaargang - mei 2013

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

 

Ewoud Scheifes, Steenman & Vlindervrouw. Soest: Uitgeverij Boekscout, 2013, 84 pp., ISBN 9789462067684, pb., € 14,95.

Een uitvoeriger versie van deze recensie verschijnt binnenkort op deverborgenhoek.blogspot.nl

Zie ook www.alberthagenaars.nl

©Brabant Cultureel / Brabant Literair – mei 2013

 

 

Het late poëziedebuut van Ewoud Scheifes

 

Onlangs verscheen de debuutbundel van Ewoud Scheifes. Hij schrijft gedichten die sterk associatief zijn. Veel van zijn gedachtesprongen gaan gepaard met originele vondsten, maar soms mist hij ook zijn doel.

 

door Albert Hagenaars

 

Het lang verwachte poëziedebuut van Ewoud Scheifes (1959, Etten-Leur) is getiteld ‘Steenman & Vlindervrouw’. Even dacht ik dat het eerste deel, evenals het tweede, alleen een neologisme was maar onderzoek op internet toonde dat de aanduiding ook verwijst naar de organisatie De brooddichters van Steenman (bestaande uit de broers Ewoud en Joost Scheifes, die er onder andere literaire bijeenkomsten mee organiseren) plus naar de Steenmansweg, waar de dichter in Het Merelnest woont. Dat in de omgeving bekende gebouw staat in een klein bos, van het Liesbos gescheiden door de A 58.

Dit vermindert uiteraard de symboolwaarde niet. Een ‘man van steen’ mag staan voor stabiliteit en bestendigheid, waar ‘vlindervrouw’ een dartele vluchtigheid vertegenwoordigt. De ‘onderkoelde emoties’ respectievelijk ‘bloedrood geverfde passie’ op de achterflap zouden daarmee in overeenstemming zijn. Toch overheerst in de bundel, die liefst tachtig bladzijden telt, levenslust. Het openingsgedicht fungeert meteen als een geloofsbrief: 

 

DEINING

 

omdat ik zelf niet zingen kan

mijn stem slechts leen aan

woorden die gesproken

hun melodie zoeken

 

verbeelding zoekt muziek

stemming vindt ritme

woorden deinen onweerstaanbaar

waar de snaar de nieuwe tijd raakt

 

ik leg een nieuwe melodie over mijn dromen

rap klassieke teksten op een stuwende beat

omarm elke muze

die mij tot daden brengt

 

trap de deur uit zijn hengsels

sla de ruiten in,

kom binnen in mijn imagined house en

krap het behang van alle muren

 

Wellicht is deze tekst indirect ook een hulde aan Scheifes vader, een vluchteling uit Nazi-Duitsland die in Amersfoort een muziekschool opzette, later ook in Etten muziek doceerde en, over daden gesproken, voor het Nederlandse verzet actief was.

Er valt veel te ontdekken in deze introductie. Scheifes beweert onder meer dat hij als dichter afhankelijk is van woorden die een melodie zoeken. Dat levert een boeiende tegenspraak op want wie anders dan de dichter noteert de gesproken woorden? In strofe twee wordt de spreker vervangen door de verbeelding die net als de woorden op zoek is naar muziek. Opnieuw: van wie anders zou, gelet op wat volgt, die verbeelding zijn? In strofe drie is het ik-personage terug, ditmaal met een melodie die over zijn dromen (het domein van de verbeelding bij uitstek) wordt gelegd. Het vinden van iets nieuws is belangrijker dan beproefd erfgoed en ongeacht welke inspiratiebron volstaat om het poëzieproces op gang te brengen. Dit hoeft niet zachtzinnig te gaan, deze steenman weet ook wat vernielen is. Iets nieuws tot stand brengen gebeurt immers niet zonder aanpassing van het oude.

Uit elk vers spreekt dus de behoefte van Scheifes om door te dringen in een nieuwe zegging, in verrassende beelden. Dat lukt hem slechts ten dele want in zijn lyrische geestdrift gaat de ‘onderkoelde emotie’, vrij vertaald de controle, regelmatig kopje onder. Zo kan er geen enkele zin gegeven worden aan die ene komma in de verder leestekenloze tekst. ‘Krap’ moet uiteraard ‘krab’ zijn wat net zo sterk rijmt op ‘trap’ en ‘rap’. Opname van flarden buitenlandse tekst kan doeltreffend zijn en onder meer verwijzen naar de grote tolerantie van de Nederlandse taal, de historische openheid van onze cultuur en het bestaan van andere gebruikslagen. Scheifes heeft het verderop, passender, over ‘mindfucking’ en ‘brunch’, maar ‘imagined house’ is geen sikkepit beter dan ‘verzonnen huis’ dus waarom hier ineens overgaan in het Engels? En waarom moet het woord ‘opnieuw’ verbonden worden aan melodie terwijl het één regel hoger al aan tijd gekoppeld werd. De gedachte in kwestie wordt met dat rappen van klassieke teksten op een stuwende beat toch al gesuggereerd?

Dergelijke fouten, overbodige uitleg en overlappingen leiden de aandacht af van de intrinsieke werking van de poëzie, wat extra jammer is omdat het taalplezier van bijna elke bladzijde spat.

 

Lichaamsgebonden

Het was een goed idee de 80 pagina’s onder te verdelen met een viertal fotomontages die niet alleen gemaskerde jonge mensen voorstellen (Scheifes’ kinderen en/of andere familieleden?) maar die ook een gedicht bevatten. Die teksten zijn zo kort dat ze tevens als een uitgebreide hoofdstuktitel opgevat kunnen worden. Nummer 4 heet toepasselijk ‘Happy end’. Nummer 3 is: ‘Houvast’:

 

hou van mij

hou me vast

en laat me gaan

 

Dit is geen poëzie, maar wel, vanwege de tweevoudige betekenis van ‘houden’, een ondersteuning van het concept. Dat ze apart gelezen willen worden, wordt ook gesuggereerd door elk teken in een apart vakje te zetten en als hoofdletter weer te geven.

Scheifes werkt sterk associatief en veel van z’n gedachtesprongen gaan gepaard met originele vondsten, zowel in de klankovereenkomst als in het ritme, en zowel in de basisvertelling als in de beeldspraak. Buiten de titel vinden we typische woorden of combinaties als het prachtige ‘vleiend lijf’, het heel wat minder geslaagde ‘ratelende lentezon’, maar verder toch ware trouvailles als ‘afgeladderd’, ‘schaduwvriend’, ‘vlinderfluister’, ‘trustekus’, ‘geboombaste frons’ en ‘gekliefde tongen’, waarbij opvalt hoe vaak die lichaamsgebonden zijn. In dat opzicht – en voeg hier nog het grotendeels ontbreken van hoofdletters en leestekens aan toe – betoont Scheifes zich een erfgenaam van de Vijftigers. De gedichten van die uiteraard niet al te zeer in vast verband opererende geestgenoten stonden evenzeer voor vrijheid en vernieuwing, zij het uit andere motieven.

Het mag dan geen verwondering wekken dat naast de al eerder genoemde levenslust, soms uitlopend in levensdrang, menselijke betrekkingen centraal staan. In de subthema’s komen bijvoorbeeld de relaties tussen geliefden en die tussen ouders en kinderen aan bod. Kinderen zijn voor Scheifes niet alleen een bron van geluk maar ook een symbool voor nieuw leven. Het is dus ook geen toeval dat de laatste regels van het boek luiden: ‘ze zien, ze spelen / de bolle buik voorbij’.

Wie in poëzie is geïnteresseerd zou zeker een optreden van Ewoud Scheifes bij moeten wonen, want hij heeft, zoals ik voor het eerst in 2004 in de bibliotheek van Hoeven maar ook herhaaldelijk elders mocht meemaken, een overtuigende en inspirerende voordracht. Op het podium komen zijn spel en bedoelingen daardoor nog beter uit dan in geschreven vorm.