HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

64ste Jaargang - nummer 5 - oktober 2015

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

Janita Tabak. foto Bwphoto Kampen

 

¶ Lees hier de mastercriptie van Janita Tabak:

www.janitatabak.nl/....pdf 

  

©Brabant Cultureel – oktober 2015

Cultuurbeleid: De burger komt er bekaaid af

 

Burgers die het (lokale) cultuurbeleid op handen dragen, een utopie? Niet in de ogen van oud-wethouder Janita Tabak, die recent haar master behaalde in kunstbeleid en ‑management. Maar dan moeten overheid én cultuursector wel flink wat bruggen slaan. In Bergen op Zoom bijvoorbeeld, was de inbreng van de burger uiteindelijk niet meer dan symbolisch.

 

door Emmanuel Naaijkens

 

Ineens dook vorig jaar in het debat over het nieuwe Brabant C Fonds de BURGER op. Plotseling realiseerden Statenleden zich dat ze vergeten waren om aan de Brabantse burger te vragen, of die zich kon vinden in het voorstel om vijfentwintig miljoen extra voor cultuur uit te trekken. De gedeputeerde voor cultuur kreeg de opdracht om hier en daar in de provincie debatavonden te beleggen. Zodat de burger toch zijn zegje kon doen. Dat het mosterd na de maaltijd was, daar zweeg men over.

 

 

illustratie Mario van Brakel

 

Dat die burger te elfder ure uit de hoge hoed kwam was niet zo verwonderlijk. Volksvertegenwoordigers beseffen wel dat het vertrouwen in de politiek al jaren tanende is, maar weten er zich geen raad mee. Het vertrouwen in de democratie neemt overigens, zoals recent het Sociaal en Cultureel Planbureau meldde, niet af. Gelukkig maar.

Deze gebeurtenis in de provinciale politiek van Brabant staat niet op zich, zo blijkt uit een masterscriptie van Janita Tabak, die afgelopen zomer aan de Universiteit Utrecht afstudeerde in het kunstbeleid en ‑management. Tabak onderzocht hoe in twee gemeenten (Bergen op Zoom en Leiden) het proces is verlopen om burgers meer zeggenschap te geven in het lokale cultuurbeleid. Het gaat om een zogeheten literatuurstudie. Zij ging niet ter plekke op onderzoek uit, maar bestudeerde alle nota’s, verslagen en voorstellen die er lokaal geproduceerd zijn. Haar bevindingen plaatste ze in een theoretisch kader over burgerparticipatie en overheidsbeleid, in casu cultuurbeleid.

Tabak was als student geen ‘groentje’. Zij was onder meer tien jaar raadslid voor de PvdA in Kampen, en ook enkele jaren wethouder van onder andere cultuur. Ze heeft dus zogezegd met de poten in de modder gestaan.

 

 

Publiek bij het Gipsyfestival in Tilburg. foto Gemma van der Heyden

 

 

Zijlijn

Het resultaat van haar onderzoek is niet verrassend. De burger staat nog steeds aan de zijlijn bij het ontwikkelen van cultuurbeleid. Alle mooie woorden van politici en beleidsmakers ten spijt over het belang om de burger ook echt een stem te geven. Want in de praktijk is het de overheid zelf, doorgaans in innig overleg met de vertegenwoordigers van de cultuursector, die bepaalt waar de subsidies aan worden uitgegeven.

Al in 1982 brak toenmalig minister van cultuur Brinkman een lans voor het creëren van breed draagvlak – legitimering, in jargon – voor cultuurbeleid. Ook latere bewindslieden lieten zich in die zin uit. Maar tot op de dag van vandaag is daar niet of nauwelijks sprake van.

Janita Tabak betrekt in haar scriptie de stelling dat die revolutie er nu maar van moet komen. Dat is vooral ook in het belang van de cultuursector. Want zonder draagvlak onder de bevolking zijn kunst en cultuur zeer kwetsbaar. Dat bleek toen in 2011 staatssecretaris van cultuur Zijlstra keiharde bezuinigingen aankondigde. In de scriptie van Tabak is een grafiek opgenomen, die in één oogopslag laat zien hoe ongekend diep er toen, ook in historisch perspectief, gesneden is in cultuursubsidies.

De cultuursector liep luidkeels te hoop tegen deze barbaarse ingreep; ook in Brabant waren er protestdemonstraties. Maar politiek Den Haag lag er niet wakker van, want het grote publiek bleef thuis. En vond het misschien zelfs prima dat er geschrapt werd in subsidies waar vooral hoogopgeleiden van profiteren (zo blijkt uit onderzoek). De introvertheid van de cultuursector keerde zich tegen haar, constateert Tabak in haar scriptie.

 

 

Protest tegen bezuinigingen op kunst, 2011. foto Piet den Blanken

 

 

Goede bedoelingen

Door burgers serieus een rol te geven in het ontwikkelen van het cultuurbeleid, kan onheil zoals dat uit de koker van het kabinet Rutte I kwam, voorkomen worden. Of op zijn minst toch verzacht. Maar dan moet een gemeente dat niet aanpakken zoals in Bergen op Zoom (en in Leiden). De goede bedoelingen waren er wel, maar er kwam weinig tot niets van terecht. Enkele tekortkomingen die Tabak signaleerde: teveel abstractie in plaats van concrete ideeën, een burgerpanel dat niet representatief was voor de bevolking en per saldo had dat panel nauwelijks invloed. Of zoals Tabak schrijft: in het participatietraject kwamen de burgers er bekaaid vanaf. De inbreng van de burgers was op zijn best symbolisch geweest. Het werd toch vooral een old boys network dingetje.

Kan het ook anders? Jazeker, stelt Tabak. Op andere beleidsterreinen lukt dat ook. De samenleving transformeert naar een doe-democratie, waarin betrokken burgers een groter aandeel hebben. Dat zijn burgers die zich inzetten voor een publiek belang. En er is, merkt Tabak op, empirisch bewijs voor de veronderstelling dat burgerparticipatie een positieve uitkomst heeft op het draagvlak voor beleid.

 

 

Protest tegen bezuinigingen op kunst, 2011. foto Piet den Blanken

 

 

Leerzaam

Maar een panklare oplossing heeft ook Tabak niet. Aan het slot van haar scriptie somt ze nog een hele reeks vragen op die beantwoord zouden moeten worden, alvorens er sprake kan zijn van succesvolle burgerparticipatie. Hoe dan ook, haar scriptie is interessante en leerzame leesstof voor politici en beleidsmakers. En voor de cultuursector zelf. Want ook die houdt ze nadrukkelijk een spiegel voor.

Hoe het beeld van burgerparticipatie in de bijna vierhonderd Nederlandse gemeenten is, is niet te zeggen, laat Janita Tabak desgevraagd weten. Zij heeft een kwalitatief onderzoek gedaan met Bergen op Zoom en Leiden als casestudies. Van sommige gemeenten is bekend dat ze (hoegenaamd) niets doen op dit vlak. Tabak juicht het toe als een landelijk kwantitatief onderzoek naar burgerparticipatie bij lokaal cultuurbeleid zou worden uitgevoerd.

 

Nora Fisher en het Kronos Quartet. foto Gemma van der Heyden