HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

64ste Jaargang - nummer 5 - oktober 2015

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

 

Julian Bell, Van Gogh. Amsterdam: Nieuw Amsterdam 2015. Vertaling Paul van der Lecq. 224 pp., ISBN 978-90-468-1985-2, pb., € 18,99.

www.nieuwamsterdam.nl

  

De brieven van Vincent van Gogh:

http://vangoghletters.org

 

©Brabant Cultureel – oktober 2015

Nieuwe biografie over Van Gogh door Julian Bell

 

Over Vincent van Gogh lijkt alles gezegd en geschreven. Waarom dan toch een nieuwe biografie? De Britse schrijver en schilder Julian Bell baseerde zijn verhaal op de complete, digitale uitgave van De Brieven in 2009 door het Van Gogh Museum. Bell geeft een geloofwaardig beeld van de kunstenaar die zeer belezen was en ontkracht de mythe dat Van Gogh tijdens zijn leven geen enkel teken van waardering zou hebben gehad.

 

door Irma van Bommel

 

De langverwachte waardering kreeg Van Gogh pas in zijn laatste levensjaar, 1890. Zowel in Parijs als in Brussel begon hij naam te maken. Met zes werken was hij vertegenwoordigd op de expositie met Les Vingt in Brussel, een beweging die zich afzette tegen het academisme. In datzelfde jaar hing zijn werk in de Salon des Indépendants in Parijs.

In een positief artikel dat kunstcriticus Albert Aurier schreef naar aanleiding van de expositie in Brussel kon Van Gogh zich niet helemaal vinden, omdat diens interpretatie van het werk volgens de schilder niet klopte. Heel grootmoedig bedankte hij toch de auteur. Naar zijn broer Theo schreef hij: ‘Een dergelijk artikel heeft zijn eigen verdienste als kunstkritiek, als zodanig vind ik het te waarderen. Maar ik hoop dat ik zo niet schilder.’

 

 

Vincent van Gogh, De Aardappeleters, 1885. Van Goghmuseum Amsterdam

 

 

Brieven

Uit de verzamelde brieven blijkt dat Van Gogh heel veel correspondeerde. De meeste brieven schreef hij aan zijn broer Theo, maar hij correspondeerde ook met zijn zus Wil en in mindere mate met zijn moeder Anna. Verbazingwekkend is dat zoveel brieven – zo’n negenhonderd – bewaard zijn gebleven, ook brieven die hij schreef aan collega-kunstenaars. Let wel, de brieven van Vincent zijn bewaard gebleven. Op de brieven die hij terug ontving was hij niet zo zuinig. Daarvan is een handjevol bewaard gebleven. Uit de brieven wordt duidelijk dat hij zeer belezen was en graag intellectuele gesprekken voerde. Ook wordt duidelijk dat hij zich graag in schrift uitdrukte en dat hij daar talent voor had.

De oorspronkelijke titel van de biografie is Van Gogh. A Power Seething. Kennelijk vond de Nederlandse uitgever het niet nodig de ondertitel te vertalen. Wel voegde hij op de omslag toe: ‘De complete en compacte biografie’. Dat lijkt een contradictio in terminis. Immers, ‘compleet’ suggereert een uitgebreide verhandeling. Maar met tweehonderd pagina’s tekst is het boek compact te noemen. Toch heb je na het lezen van het boek de indruk dat je veel nieuwe informatie over Van Gogh hebt gelezen. Het is dus ook nog eens vrij compleet.

Het boek voegt daarom zeker iets toe aan de reeks eerder verschenen biografieën en verfilmingen. En het is zeer gedegen. Alle beweringen worden gestaafd met verwijzingen naar de brieven. En dan is het boek ook nog eens prettig leesbaar. Van Gogh had de gewoonte zijn nieuwe werken in zijn brieven te bespreken met Theo. Het is het jammer dat in het boek slechts enkele afbeeldingen zijn opgenomen.

 

Tijdsbeeld

Bell beschrijft het levensverhaal van Van Gogh op chronologische volgorde, aan de hand van de brieven. Daarnaast heeft hij zich verdiept in het culturele klimaat van Nederland en de landen waar Van Gogh voor kortere of langere tijd is geweest: Engeland, België en Frankrijk. Deze kennis geeft hij als achtergrondinformatie bij de opmerkingen van Van Gogh. Het boek geeft daardoor een aardig tijdsbeeld.

Vaak maakt Bell gebruik van letterlijke citaten uit de brieven. Dat is handig omdat je zo zelf kunt lezen wat Van Gogh heeft beweerd. Op andere momenten geeft de auteur een interpretatie. Als zowel broer Theo als schildersvriend Van Rappard kritiek leveren op De Aardappeleters – te donker, lelijke koppen en de anatomie niet correct – dan wil je hier lezen wat Van Gogh daarop heeft gezegd. Hier was een citaat op zijn plaats geweest. Misschien is het omdat de auteur geen Nederlander is en hij daarom weinig aandacht aan de kwestie besteedde. Maar het gaat hier om Van Goghs eerste meesterwerk, vervaardigd in Noord-Brabant in 1885, en voor Nederlandse lezers is het interessant om de discussie daarover te volgen. (Voor wie het wil nalezen, zie http://vangoghletters.org brief 514).

 

 

Vincent van Gogh, Het Gele Huis, 1888, Van Goghmuseum Amsterdam

In het Gele Huis in Arles werkte Van Gogh enige tijd samen met Gauguin.

 

 

Kleur

Over de tijd dat Vincent bij zijn broer Theo in Parijs woont, is weinig informatie bewaard gebleven. Dat is eigenlijk heel logisch, zegt Bell. Je correspondeert immers niet met iemand waar je mee samenwoont. Over deze periode zijn alleen gegevens bekend uit zijn brieven aan anderen.

In zijn Parijse periode had Van Gogh op een gegeven moment contact met jonge kunstenaars zoals Bernard, Seurat, Signac. En ook met Gauguin. Deze was weliswaar wat ouder, maar was wel vernieuwend bezig. Interessant is dat Theo, die voor een galerie werkte, nu aan Vincent advies en aanbevelingen vroeg. Eindelijk kon Vincent eens iets terugdoen voor zijn broer die hem zijn hele leven heeft onderhouden.

Meer nog dan het werk van genoemde schilders was Van Gogh vooral onder de indruk van het werk van Adolphe Monticelli, die naar Marseille was vertrokken. Dat was, volgens Bell, de reden waarom Van Gogh ook naar het zuiden wilde afreizen.

Anders dan de impressionisten met hun beredeneerde kleurgebruik wilde Van Gogh kleur toepassen op gevoel. Sinds zijn Brabantse periode had hij niet alleen een ontwikkeling doorgemaakt van donkere (bruine) tonen naar een kleurrijk palet. Ook in zijn onderwerpkeuze had hij een ontwikkeling doorgemaakt. Toonden zijn schilderijen van boeren in Brabant nog sociale betrokkenheid, later manifesteerde zijn sociale betrokkenheid zich in het willen maken van kunstwerken voor het volk, voor iedereen begrijpelijk.

 

 

Vincent van Gogh, Amandelbloesem, 1890. Van Goghmuseum Amsterdam

Van Gogh maakte dit voor de slaapkamer van zijn neefje Vincent, zoon van Theo en Jo.

 

 

Waanzin

Bell wijdt een aantal pagina’s aan de waanzin waaraan Van Gogh leed. Uit de brieven wordt duidelijk dat Van Gogh al vroeg opstandig was en zich agressief gedroeg. Vriendschappen liepen vaak uit op ruzie. Ook met Theo, zijn steun en toeverlaat, had hij regelmatig ruzie.

Waanzin en zelfdoding bleek in de familie van moeders kant voor te komen. Er was dus sprake van een erfelijke factor. Of zijn brein ook werd aangetast door absinth en syfilis is zeer goed mogelijk. Aan het eind van zijn leven was Van Gogh ziek en hij voelde zich vaak verward. Volgens omstanders kon hij zich ineens vreemd en agressief gedragen. Gauguin die op uitnodiging van Van Gogh naar Arles was gekomen om samen te schilderen, voelde zich door hem bedreigd en vertrok. De recente suggestie dat Van Gogh vergiftigd zou zijn door dampen van gasverlichting, wordt met de gegevens uit dit boek ontzenuwd. Er waren genoeg andere factoren.

Wie zich verdiept in de brieven van Van Gogh, komt ongetwijfeld tot de conclusie dat deze weliswaar informatief zijn, maar niet vlot leesbaar. Het is de verdienste van Julian Bell dat hij met de informatie uit de brieven een prettig leesbaar verhaal heeft gemaakt.