HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

64ste Jaargang - nummer 3 - juni 2015

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

 

www.brabantc.nl

 

©Brabant Cultureel – juni 2015

Brabant C Fonds verkent de grenzen

 

De stichting Brabant C Fonds heeft recent bekendgemaakt welke zes culturele organisaties kunnen rekenen op financiële steun vanuit het nieuwe fonds. De uitkomst van deze eerste tranche stemt voorzichtig positief. Hij lijkt erop dat de stichting de eisen ruimhartig toepast.

 

door Emmanuel Naaijkens

 

Eerst even het geheugen opfrissen omtrent het Brabant C Fonds. Dit fonds werd door de provincie ingesteld na het mislopen van de nominatie voor Brabant Culturele Hoofdstad. De Provincie Noord-Brabant beschikt dankzij de verkoop van Essent over een extra reserve van drie miljard euro. Besloten is om daarvan vijfentwintig miljoen beschikbaar te stellen voor het stimuleren van kunst en cultuur in de periode tot en met 2018. Aanvullend komt er mogelijk nog eens vijftien miljoen euro vrij. Volgens het nieuwe bestuursakkoord van de provincie Noord-Brabant valt dat besluit overigens pas na een grondige evaluatie.

 

 

Theaterfestival Boulevard. foto Joep Lennarts

 

 

Bestuursorgaan

De verdeling van het geld wordt overgelaten aan een nieuw ‘bestuursorgaan’: de Stichting Brabant C Fonds, onder leiding van directeur-bestuurder Frans van Dooremalen. Uit oogpunt van efficiency is deze stichting ingetrokken bij bkkc in Tilburg, een verstandig besluit. Een kleine staf verricht alle werkzaamheden.

De stichting heeft van de provinciale politiek duidelijke richtlijnen meegekregen:

- de culturele initiatieven moeten bijdragen aan het versterken van de vrijetijdseconomie en meer bezoekers naar Brabant lokken

- initiatieven moeten aan hoge (inter)nationale maatstaven voldoen

- de nadruk ligt op het revolverend karakter van het fonds: de verleende financiering moet zoveel mogelijk terugvloeien in de kas van de stichting.

En dan is er nog een belangrijke voorwaarde gesteld: het is niet de bedoeling dat het fonds tekorten aanvult die het gevolg zijn van budgetkortingen door (andere) overheidsorganen.

 

 

Theaterfestival boulevard, opbouw. foto Joep Lennarts

 

Toenmalig gedeputeerde van cultuur Brigit van Haaften (CDA) zei het op 31 oktober 2014 in het debat met de Staten zo: ‘Ik heb gezegd dat wij geen taken van gemeenten overnemen en al helemaal niet in gaten zullen stappen die gemeenten op het gebied van cultuur door bezuinigingen hebben geslagen.’

De eerste tranche van toekenningen betreft een bedrag van afgerond 1.740.000 euro. Daarvan is ‘slechts’ 400.000 euro aan (achtergestelde) leningen, voor twee filmproducties. Er is een garantiestelling van 75.000 voor een hiphopfestival. De rest is subsidie. Een opvallende keuze, want de nadruk van het fonds ligt op het revolverend karakter: leningen en/of garantiestellingen.

 

 

Still uit de film De bende van Oss van Andre van Duren. foto Victor Arnolds

 

 

Rendementsdenken

Het bestuur van het Brabants C Fonds legt, althans met deze eerste tranche, hier en daar iets andere accenten dan de politiek beoogt. Dat is toe te juichen en hopelijk ook richtinggevend voor de toekomst. Om minister Jet Bussemaker (OCW) aan te halen met een recente uitspraak: ‘Ik voel me verantwoordelijk dat kunst niet het slachtoffer wordt van de veel beluisterde tendens dat alles iets moet opbrengen – wat wel het rendementsdenken of de economisering van het leven wordt genoemd’. (NRC 8 juni 2015).

Het stichtingsbestuur lijkt ook een eigen interpretatie te geven aan de boodschap van de politiek dat er niet ‘gerepareerd’ wordt. Theaterfestival Boulevard krijgt maar liefst 695.000 euro (en mogelijk nog eens 200.000 euro) om zich de komende vier jaar ‘sterker nationaal en internationaal te profileren’. Dat past op zichzelf naadloos in de doelstelling van het fonds. Echter: hier is wel degelijk ook sprake van het opvullen van een groot financieel gat als gevolg van forse bezuinigingen van Rijk en gemeente ’s-Hertogenbosch enkele jaren geleden.

Op de website van het Brabants Dagblad (1 juni 2015) wond directeur Viktorien van Hulst van de Boulevard er geen doekjes om. Als gevolg van de bezuinigingen was het festival voorgaande edities niet meer in staat geweest om internationale gezelschappen te programmeren. Dat gaat nu weer gebeuren dankzij de subsidie van Brabant C. En dat is maar goed ook. Het zou van de gekke zijn om een festival met zo’n reputatie en zoveel potentie maar te laten aanmodderen.

Dat publieksfilms alleen met (achtergestelde) leningen worden gesteund ligt voor de hand. Het zijn commerciële producties, waar overigens niks mis mee is. Het fonds stelt bovendien als eis dat de productie is ingebed in de Noordbrabantse film- en audiovisuele sector, en dat nevenactiviteiten zoals masterclasses worden opgezet.

 

 

Still uit de film De bende van Oss van Andre van Duren. foto Victor Arnolds

 

 

Hiphop

De financiering van het WOO HAH! Hiphopfestival in Tilburg roept meer vragen op. Het gaat om een gezamenlijk initiatief van Poppodium 013 en Mojo Concerts, dat kan rekenen op een bedrag van 300.000 euro subsidie en een garantie van 75.000 euro. Hoe logisch is het om dit festival met een subsidie te steunen? Het argument is dat op deze manier het festival (dat vorig jaar 3600 betalende bezoekers trok), de kans krijgt om de komende jaren door te groeien tot een internationale topper. Maar geldt nou juist hier niet de wet van de vrije markt?

Er zijn tegenwoordig veel muziekfestivals die opgezet zijn als een onderneming waar, al dan niet, geld mee verdiend wordt door de investeerders. Een duidelijk voorbeeld is het popfestival Best Kept Secret op Beekse Bergen. Twee jaar geleden opgezet als een eigenzinnige variant op het Lowlandsfestival. Meteen internationaal toonaangevend en succesvol. Zonder een cent subsidie.

En hoe ver reikt de invloed van Mojo Concerts (tegenwoordig onderdeel van het Amerikaanse Live Nation) op de programmering bij WOO HAH!? Gaat het alleen om artiesten uit de stal van Mojo? De tijd zal moeten leren of subsidie voor dit soort initiatieven vanuit bij het Brabant C Fonds gepast is.

 

 

Dansvoorstelling van Helma Melis op het Theaterfestival Boulevard. foto Joep Lennarts

 

 

Deskundigen

De medewerkers van het fonds hebben sinds de start in januari met 126 initiatiefnemers uit Brabant gesproken. Er zijn zeven aanvragen behandeld, waarvan er een is afgewezen. Zes nieuwe aanvragen voor steun zijn nu in procedure. Een adviescommissie met deskundigen uit Brabant en daarbuiten, beoordeelt de aanvragen. Het bestuur neemt de beslissing. Alle stukken die met een aanvraag hebben te maken zijn openbaar. De regels van de Algemene Wet Bestuursrecht zijn van toepassing. De presentatie van een projectaanvraag (in vaktermen een pitch) is ook voor iedereen toegankelijk.

De eerste tranche toegekende projecten bestaat uit de film ‘Of ik gek ben’, een regiedebuut van acteur Frank Lammers, de film ‘De Helleveeg’ gebaseerd op een boek van A.F.Th. van der Heijden onder regie André van Duren, Theaterfestival Boulevard, Hiphopfestival WOO HAH! in Tilburg, de polyfone mis Missa Unitatis, door het Brabants renaissancekoor Capella Pratensis in samenwerking met het Nederlands Kamerkoor en amateurkoren, en als laatste het Internationaal Stiltefestival in Breda, een initiatief van jeugddansgezelschap De Stilte.

 

 

Jeugddansgezelschap De Stilte. foto Hans Gerritsen