HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

64ste Jaargang - nummer 1 - februari 2015

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

  ‘De wereld van Antoon Kruysen’, t/m 17 mei 2015 in Museum Jan Heestershuis in Schijndel.

www.museumjanheestershuis.nl

 

Peter Thoben, Antoon Kruysen (1898-1977). Een temperamentvol en meedogenloos colorist. Schijndel: Museum Jan Heesterhuis 2015. € 10,00.

 

©Brabant Cultureel – februari 2015

Overzichtsexpositie Antoon Kruysen

 

Museum Jan Heestershuis in Schijndel heeft met de overzichtsexpositie van Antoon Kruysen (1898-1977) een topper in huis gehaald. Al vroeg in zijn carrière vertrok Kruysen naar Frankrijk om daar tot bloei te komen, net als Van Gogh enkele decennia eerder. Nog steeds geniet de schilder in Frankrijk grotere bekendheid dan in Nederland.

 

door Irma van Bommel

 

Antoon Kruysen kreeg het schilderen met de paplepel ingegoten. De eerste schilderlessen kreeg hij van zijn vader, de regionaal bekende portret- en landschapschilder Jan Kruysen. Antoon groeide op in de Oude Toren van Woensel (nu gemeente Eindhoven), met rondom de toren een kerkhof. Hij was de oudste van zestien kinderen, waarvan een aantal vroeg stierf. Dat moet een traumatische ervaring zijn geweest. Zijn leven lang zien we dan ook het thema begrafenissen in Kruysens werk terugkeren.

 

 

Antoon Kruysen, De Begrafenis, 1933. collectie Peter van den Braken Centrum

  Grote weergave

Als zijn moeder sterft, neemt vader Jan zijn zoon Antoon en dochter Maria, ook zij is getalenteerd, mee naar het schildersdorp Heeze. Daar vertoeven schilders die op zoek zijn naar het eenvoudige boerenleven. Maar soms bezoeken moderne schilders die al de nieuwe trends in Parijs hebben geabsorbeerd het schildersdorp. Onder hen Jan Sluijters en Piet van Wijngaerdt. Met wie Antoon Kruysen naast zijn vader contact heeft gehad is niet bekend, maar te zien is dat zijn werk al vroeg modern aandoet, dat wil zeggen kleurrijk en met een grove schildertoets.

 


Antoon Kruysen, Don Quichot, 1971. collectie Peter van den Braken Centrum

 

 

Frankrijk

Op jonge leeftijd gaat hij naar de kunstacademie in Rotterdam. Hij ontmoet daar Willy van Berkel met wie hij spoedig trouwt. Ze krijgen een zoon, Pim, en verhuizen in 1922 naar Genève waar Antoon zijn opleiding aan de kunstacademie vervolgt. Vanaf 1923 vestigen zij zich in Frankrijk, waar hij weldra naamsbekendheid opbouwt. Hij ontwikkelt een eigen kleurrijke en expressionistische stijl, waar wel invloeden in terug te vinden zijn van het Vlaamse expressionisme, het fauvisme, Chagall en Soutine. Net als Van Gogh schildert hij vaak eerst de voorgrond om daarna de lucht eromheen in te vullen.

Zoon Pim overlijdt al in 1928, de geschiedenis lijkt zich te herhalen. In 1933 wordt hun tweede zoon Bernard geboren, maar de relatie met Willy loopt stuk. In 1935 trouwt hij met Lucienne (Louck) Donné. In zijn werken komt de cyclus van het leven – trouwen, kinderen krijgen, sterven – telkens terug. Het is jammer dat in de expositie alle werken door elkaar hangen. Als je zijn vele begrafenissen bij de bruiloften zou hangen, zou je zien dat de bruiloften vaak dezelfde droefgeestige sfeer ademen als de begrafenissen. Beide scènes worden ook nog eens bevolkt door mannen in zwarte pakken met zwarte, hoge hoeden op. En in beide scènes ligt er steevast een dronken man op de grond met een lege fles in de hand. Kruysens stijl is soms zelfs karikaturaal, alsof hij wil spotten met de onontkoombaarheid van het lot.

Kruysen dateerde zijn werken zelden en gaf ze geen titels mee. Het is de vraag of de titel De Bruiloft bij een werk uit 1928 wel klopt. Het is een vreemd werk, eerder een schets direct op het witte doek. Een onderschildering ontbreekt. Mogelijk is het bedoeld als een allegorie. Het lijkt of hier de thematiek van de cyclus van het leven in zijn geheel wordt uitgebeeld. De bruid loopt met blote borsten rond en is daarmee een symbool van wellust en verleiding. De bruidegom lijkt door zijn kop eerder de personificatie van de dood. Meneer pastoor die het stel moet trouwen wendt zijn blik af en kijkt naar wat een kuil voor een graf lijkt. Hier geeft Kruysen zijn pessimistische kijk op het leven weer. Mogelijk is dit werk een directe reactie op het overlijden van zijn zoontje. In dat geval zou het figuurtje linksonder op de schildering dat zoontje kunnen zijn.

 

 

Antoon Kruysen, De Bruiloft, 1928. collectie Peter van den Braken Centrum

 

 

Temperamentvol

Kruysen, die bekend stond als een temperamentvol kunstenaar met een drankprobleem, voelde zich verwant met mensen die net als hij een beetje buiten de samenleving vielen, zoals zwervers, dronkaards, woonwagenbewoners en muzikanten. Ook deze onderwerpen zien we regelmatig terugkeren in zijn werk.

Vanwege de oorlogsdreiging keert Kruysen in 1936 met Louck terug naar Nederland, waar zij ondermeer wonen in Oirschot en Eindhoven. Hij probeert wat geld te verdienen door boerderijen te schilderen. Pas in 1947 keren ze terug naar Frankrijk. In 1955 vestigen ze zich in Chartres, waar Kruysen tot zijn dood in 1977 naast de bekende thema’s stadsgezichten schildert. Maar ook heeft hij oog voor de hippies in de stad, de nieuwe bohemiens. Het Musée de Chartres heeft een aanzienlijke collectie schilderijen van Kruysen in de collectie.

De expositie in Schijndel is samengesteld uit bruiklenen van Museum Kruysenhuis in Oirschot, de Gemeente Oirschot, het Peter van den Braken Centrum in Sterksel en diverse particulieren. Zelf heeft het Jan Heestershuis geen werken van Antoon Kruysen in de collectie. Bij de expositie is een catalogus verschenen met daarin opgenomen een biografie van de schilder door Peter Thoben.

 

 

Antoon Kruysen, De slacht, 1944. collectie Peter van den Braken Centrum

  Grote weergave