HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

64ste Jaargang - nummer 1 - februari 2015

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

 

dré didderiëns. foto Gemma van der Heyden

 

De films van dré didderiëns zijn of waren te zien op televisie, onder meer in het Het Uur van de Wolf. Ook filmfestivals als het Nederlands Filmfestival, het Rotterdams Filmfestival en diverse buitenlandse festivals vertoonden zijn films.

Dré didderiëns werkt samen met Zuidenwind Filmprodukties in Breda.

 

www.dredidderiens.nl

 

Enkele trailers en filmfragmenten van dré didderiëns zijn te vinden op Youtube.

 

©Brabant Cultureel – februari 2015

Dré didderiëns filmt leven en overleven

 

De documentaire Mijn Witte Hemd (2014) van de Eindhovense cineast dré didderiëns beleefde op het Internationale Film Festival Rotterdam in januari 2015 zijn wereldpremière. Hij gaat over de 36-jarige Rob, een man met het syndroom van Down, die zijn zus verloor. Om dit verlies te verwerken, maakt kunstenaarscollectief Carte Blanche, waar Rob acteur is, een voorstelling.

 

door Gemma van der Heyden

 

De repetities waarin Rob door zijn tegenspeelster Liesbeth Reeser wordt geconfronteerd met het verlies van zijn zus, zijn heftig. Cineast dré didderiëns – ‘ik schrijf mijn naam zonder hoofdletters’ – brengt dit op een intieme en respectvolle wijze in beeld in de documentaire Het Witte Hemd. In zijn film laat didderiëns zien hoe Rob vecht, huilt, niet over de macht beschikt om zich te uiten. Maar Rob wil ook alles naar zich toe trekken.

Zijn tegenspeelster pikt dat niet en dat zijn ongemakkelijke momenten in de documentaire. Ook regisseur Stefan Jung van Carte Blanche benadert Rob als een volwaardig acteur. Hij wordt niet ontzien omdat het moeilijk voor hem is, maar juist gedwongen de pijn uit zijn lijf en hart te trekken en te leren omgaan met het verlies van zijn zus. Rob moet overleven.

 

 

Beeld uit de film Mijn Witte Hemd van dré didderiëns.

 

 

Knokken

‘De thematiek van mijn films is leven en overleven. De kracht vinden om hiervoor te knokken,’ aldus dré didderiëns (1958). Dit thema komt voort uit zijn eigen ervaring om de dingen die tegenzitten in het leven te overwinnen. Na een gecompliceerde kindertijd in het Limburgse stadje Montfort en een jeugd waarin hij zijn weg niet kon vinden, kwam hij terecht op de verpleegopleiding in Kerkrade.

Die studie werd bruut onderbroken door de militaire dienstplicht. Didderiëns: ‘Ik wilde toen in het leger verder studeren voor verpleger, maar in plaats daarvan werd ik een zandhaas. Ik was zo pissig, veertien maanden weggegooid.’

In 2012 rondde didderiëns het filmportret De Zwijgende Bokser af. Hierin volgt hij gedurende vier jaar Juliano Westhiner, een stille jongen uit de Romagemeenschap in Veldhoven. Juliano beschikt over uitzonderlijk bokstalent. In deze documentaire volgt didderiëns de trainingen die de jongen vanaf zijn vijftiende jaar krijgt van oud-bokser Eric van den Heuvel.

De leermeester probeert de leerling naar een hoger plan te tillen. Niet alleen door hem discipline, een werkmentaliteit en communicatie met de pers aan te leren, maar hem ook toe te schreeuwen. Dat lijkt hard, maar het moet als Juliano gekwalificeerd wil worden voor de Olympische Spelen van 2012 in Londen (klasse lichtgewicht tot 60 kilo). Tussen de trainingen door, die deels ook in het buitenland plaatsvinden, leer je Juliano kennen als een inwoner van het Romakamp in Veldhoven. Ook dat is een hard bestaan. Hij reageert stil op alles wat er om hem heen gebeurt en lijkt zijn woorden pas te gebruiken als hij niet anders kan.

 

 

dré didderiëns. foto Gemma van der Heyden

 

 

Tekenen

In het werk van dré didderiëns zijn woorden van minder belang dan beelden. Op de lagere school in Montfort kon hij goed tekenen. Thuis waren er geen boeken en er werd nauwelijks gesproken over het leven. Dré was een stille jongen die graag het glooiende landschap rond zijn geboorteplaats introk en die opgroeide met de ruimte en de vrijheid hiervan.

Zijn eerste kennismaking met kunst was het werk van Siefke van Pol, een beeldenmaker uit Montfort. Van zijn hand werd in dré’s kindertijd een beeld op de rotonde midden in het dorp geplaatst. ‘Ik vond dat spannend en snapte niet waarom mensen daar grapjes over maakten. Ik kende toen wel Siefke, maar nog geen van Gogh.’

De eerste filmbeelden die hij zag stammen ook uit die tijd: ‘Mijn vader maakte me ’s nachts wakker en dan keken we naar de zwart-wit beelden van de bokswedstrijden van Mohammed Ali. Dat vond ik geweldig. En ik zag de beelden van de moord op Kennedy. Ik zie en ik denk nog steeds in zwart en wit. Zelfs Amerika is voor mij een land dat ik zie in zwarte en witte beelden. Ik film het liefste in zwart-wit, maar de omroepen willen het graag in kleur.’

Taal is nauwelijks aanwezig in zijn productie Park uit 2014, een documentaire over het Philips de Jongpark in Eindhoven. ‘Park is een film die ik volledig vrij heb kunnen maken.’ Didderiëns heeft er bijna drie jaar gefilmd. De vertrouwdheid die hij kreeg met de bezoekers, en de bezoekers met hem, levert intieme momenten op. Door de afwisseling tussen de beelden met mensen en het Philips de Jongpark zelf, krijg je het gevoel dat het park altijd wacht om bescherming te bieden aan de mensen die het bezoeken. Maar die mensen blijven niet anoniem. Didderiëns laat zien waarom iemand het park bezoekt en dat maakt de documentaire kleurrijk.

 

 

Beeld uit Park van dré didderiëns.

 

 

Honden

Toch lijkt het dat er nog een belangrijker personage in de film rondloopt dan de mens. Dat is de hond. Blaffend, troostend, zoekend, brutaal en komisch. Dit dier heeft een zeer belangrijke plek in didderiëns’ leven ingenomen. Als kind hadden ze thuis een hond waaraan hij zeer gehecht was. Op een ongelukkig moment beet de hond in iemands been, waarop onmiddellijk werd besloten de hond te laten doodschieten.

Dit voorval was het begin van zijn onvoorwaardelijke liefde voor honden en tot op de dag van vandaag maken ze deel uit van zijn leven. In het huis in Eindhoven waar hij woont met levenspartner Helena, zorgen de twee Saarlooswolfhonden Tanka en Chen voor een ontspannen sfeer. Sterke beesten die je niets aan kunt leren, die volstrekt hun eigen gang gaan en genen in zich dragen van de wolf. Wie goed kijkt naar Park ziet ze voorbij gaan als het nog nacht is.

De verhalen die didderiëns in zijn films vertelt, gaan vaak over de impact van gebeurtenissen uit zijn eigen leven. Hij heeft daar nooit woorden voor kunnen vinden. Maar door in aanraking te komen met beeld, vond hij een taal waarin hij kwijt kan wat verteld moet worden.

De zwart-witbeelden op televisie, het beeld van Siefke van Pol en foto’s op zolder in een houten kist uit Indonesië. Hij mocht ze niet zien van zijn vader, maar kleine dré keek toch. Op de foto’s was de diensttijd van zijn vader in Indonesië afgebeeld. Die beelden speelde hij na: schietende mensen. Zijn vader sprak nooit over die tijd, totdat dré bij hem op schoot zat en vroeg: ‘Heb je iemand doodgeschoten?’ Zijn vader liep daarop huilend weg. Het duurde tot 2007 voordat dré de manier vond om het er wel met zijn vader over te hebben, en dat werd de documentaire Prop Ut Merrop.

 

 

dré didderiëns met Chen (achter) en Tanka (voor). foto Gemma van der Heyden

 

 

Indonesië

De film schetst de positie van zijn vader die als jonge soldaat vocht in Indonesië en terug in Nederland weer zijn weg in de maatschappij moest vinden. Er was niemand om mee te praten, want zijn vader, zijn moeder, familie of vrienden, ze wisten niet wat hij had meegemaakt. Aan die oorlog heeft dré’s vader twee goede vrienden over gehouden. Met Lei en Cis gaat hij terug naar Indonesië voor de documentaire van zijn zoon.

Het thema van leven en overleven werkt de cineast uit door de drie mannen te laten vertellen wat vriendschap, kameraadschap, angst en vertrouwen is. Het wordt weerspiegeld in de waarnemingen van de kleine dré, die in de film gespeeld wordt door Joep van Lieshout.

Tijdens didderiëns’ militaire diensttijd in Oirschot ontdekte hij Tilburg en de Academie voor Beeldende Vorming (nu Kunstacademie; gvdh). ‘Ik vond het lastig dat ik daar nooit eerder achter was gekomen. Naast praten vond ik nu een taal waarin ik me kon uiten: de fotografie! Ik richtte me op stilstaand beeld, maar was nog zoekende, ik experimenteerde veel.’

Sindsdien is hij blijven fotograferen, maar heeft dat altijd voor zichzelf gehouden zodat hij daar in absolute vrijheid aan kon werken. Didderiëns: ‘Dit jaar treed ik voor het eerst sinds vijfentwintig jaar met mijn fotografie naar buiten, met een expositie in Helmond (april, Cacaofabriek) en Venlo (september, Museum van Bommel van Dam).’

 

Fotografie

Fotografie is een stevige onderlaag in al zijn films. Sterk gekaderde beelden met een dwingende licht-donkerverdeling die als scène de tijd krijgen om gezien te worden, zetten een sterke sfeer neer. Hij noemt dat zelf terloops ‘stille taal’. De foto speelt ook als object een rol in zijn oeuvre waarmee hij tijd, herinnering of een tweede laag in de film aanbrengt.

Na de kunstacademie bezoekt didderiëns een nichtje in Ierland en voelt: ‘Dit is mijn land. Hier moet ik zijn om te leven en fotograferen. Vanwege de leegte in het landschap, de aardige mensen en de muziek die ze maken. Muziek is heel belangrijk in Ierland. Als je door de douane moet, zorg dan dat er zichtbaar instrumenten in de auto liggen, dan word je altijd doorgelaten,’ lacht hij.

Didderiëns en zijn toenmalige vrouw verdienden hun geld als muzikanten en daar konden ze van leven. Toch verlaat hij, na zeven jaar en de scheiding van zijn vrouw, Ierland: ‘Het was raar om de keuze te maken om dat te verlaten waar je van houdt en waar je je thuis voelt. Maar ik wist dat ik niet verder kwam.’

Hij ruilt Ierland in voor anderhalf jaar Oost-Duitsland. Hij ontmoet een architecte en met haar vertrekt hij naar Cappadocië, de grillige landstreek in Midden-Turkije, om daar een gekocht boerderijtje te restaureren en om te fotograferen. De omgeving bestaat uit de overblijfselen van vulkaanuitbarstingen. Het leven is hier hard en niet altijd even vriendelijk. Didderiëns begrijpt dat, want het gaat over leven en overleven. Ook hier blijft hij anderhalf jaar.

Alleen en zonder geld keert hij terug naar Nederland. Hij heeft opvang nodig, maar kan die nergens vinden. Vrienden verontschuldigen zich en beroepen zich op didderiëns’ avontuur van elf jaar in het buitenland. Ze vinden dat hij daarvoor zelf verantwoording moet dragen. Het maakt van vriendschap voor didderiëns een uitgekristalliseerd begrip: ‘Met wie kun je liefde en rottigheid delen of met wie schud je alleen maar de hand?’

 

 

Beeld uit De Zwijgende Bokser van dré didderiëns.

 

 

Schuur

Zijn beste vriend, Eddy Vaessen, inmiddels gestorven, zou hij juist in die tijd leren kennen. Eddy bood hem een schuur aan in zijn tuin. ‘Als je de draad kwijt bent en een onbekende pakt je op, dan biedt dat je weer houvast. Eddy steunde mij toen ik mijn verhalen om wilde zetten in bewegend beeld.’

Dit betekende een keerpunt in didderiëns’ leven. In 2004 kwam zijn eerste documentaire Met De Trein Door De Straat tot stand. Hierin vertelt een treinmachinist over zijn traumatische ervaringen, nadat hij negen mensen onder zijn trein heeft gehad. Het werd didderiëns’ eerste portret van een mens die moest overleven na een gecompliceerd verleden. Er zouden er veel volgen.

De films van dré didderiëns ontstaan uit het hoofd. Hij draait het liefst zonder een scenario of draaiboek. Hij laat zich meenemen door de wereld waarin hij terecht komt als hij aan een film begint. ‘Zelf regie en camera voeren maakt het maken van een film juist gemakkelijker. Het liefst ook zonder geluidsman, maar dat is niet altijd mogelijk. Bij voorkeur met een kleine camera, zonder filmploeg en alles uit de hand. Niet vanaf de schouder, dan kom je altijd bij hetzelfde standpunt uit. Soms raak ik zo ontroerd tijdens het filmen dat ik moet stoppen. Ik blijf een mens achter de camera.’

De documentaires van didderiëns kenmerken zich vaak door een open einde. ‘Een gesloten einde kan de film kapot maken. De kijker hoeft niet meteen te snappen waar het over gaat en kan de keuze maken om juist dan verder te kijken. En dat maakt een film interessant en juist dan kun je er iets van leren. Een open einde geeft de toeschouwer de mogelijkheid het zelf in te vullen.’

 

Helden

De personages in de films van didderiëns zijn zijn helden: ‘Wie vertelt dat verhaal over die unieke persoon die we nog niet kennen, over de underdog? Dit gaat over menselijkheid, leven, eerlijkheid.’

Momenteel werkt didderiëns aan de documentaire Als De Lichtstad Donker Is, een zwart-wit portret over Eindhoven.