HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

64ste Jaargang - nummer 1 - februari 2015

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

Vincent Van Gogh, Zittende boerin met daagse muts, 1885.

foto Het Noordbrabants Museum

 

 Van Gogh in Brabant. Voor exposities en activiteiten in 2015 zie: www.vangoghinbrabant.nl

 

©Brabant Cultureel – februari 2015

 

Van Gogh moest eens weten

 

2015 is uitgeroepen tot Van Goghjaar. De kunst van Vincent van Gogh en de mythevorming rond zijn persoon zijn aanleiding tot tal van exposities en activiteiten in Nederland, België en Frankrijk. Voegt dat kunsthistorisch nog iets toe, of is het er met de haren bijgesleept?

 

door Irma van Bommel

 

Honderdvijfentwintig jaar geleden overleed Vincent van Gogh (1853-1890). Dat is voor een aantal culturele instellingen reden om ‘iets’ te doen in het kader van Van Gogh. Over zijn werk lijkt alles te zijn gezegd. Toch valt er in de beginperiode van de meester nog wat te halen. Die speelt zich af in Noord-Brabant, waar hij zijn eerste meesterwerk maakte, De Aardappeleters.

 

 

Vincent van Gogh, De Aardappeleters, 1885. foto Van Gogh Museum Amsterdam

Grotere weergave 

In 1912 was in Keulen een grote expositie te zien van toonaangevende Europese kunst van onder meer Cézanne, Gauguin, Van Gogh, Signac, Picasso, Munch, Nolde, Kokoschka en Schiele. Van de 650 kunstwerken waren er maar liefst 125 van Van Gogh. Dat geeft wel aan dat zijn roem twee decennia na zijn dood tot grote hoogte was gestegen. Jammer dat hij tijdens zijn leven niet die waardering heeft mogen beleven. In 2012 is een poging gedaan een remake van deze expositie te brengen, wederom in Keulen. Maar 125 werken van Van Gogh kreeg men niet bij elkaar.

 

 

De audiovisuele presentatie ‘Wortels van een meester’. foto Vincent van GoghHuis, Zundert

 

 

Huiskamer

De huidige exposities in het Van Goghjaar concentreren zich in de plaatsen waar Van Gogh heeft gewoond. Maar ook Het Noordbrabants Museum, dat als enige museum in Brabant een aantal schilderijen van Van Gogh in de collectie heeft, het Gemeentemuseum Helmond en het Nederlands Steendrukmuseum in Valkenswaard besteden dit jaar aandacht aan Van Gogh.

In Zundert, de geboorteplaats van Van Gogh, is het Vincent van GoghHuis gevestigd op de plek waar het ouderlijk huis zich bevond. Hier is een huiskamer ingericht. Diverse audiovisuele presentaties zorgen ervoor dat je in de wereld van Van Gogh stapt. Bijzonder is dat het Vincent van GoghHuis met exposities, maar ook met gastateliers aandacht besteedt aan hedendaagse kunstenaars die in de voetsporen treden van Van Gogh. Zo is er van eind maart tot begin september werk te zien van Robert Zandvliet. Speciaal voor deze expositie maakt hij een panoramische voorstelling van viereneenhalve meter breed, geïnspireerd op Regen in Auvers van Van Gogh.

De fotowedstrijd ‘De wereld van Van Gogh’ die het Vincent van GoghHuis organiseert samen met De Brabantse Hoeders, waarvoor foto’s ingezonden kunnen worden van locaties waar Van Gogh ooit is geweest, wordt een reizende tentoonstelling die als eerste in Zundert te zien zal zijn. Ook deze expositie start eind maart.

 

 

Robert Zandvliet, Korenveld met kraaien, 2011. foto Vincent van GoghHuis, Zundert

 

 

Beleving

Belangrijk is om de levensloop van Van Gogh in de gaten te houden. Wat deed Van Gogh en hoe belangrijk was dat voor zijn carrière als kunstenaar? In Tilburg ging hij enkele jaren naar een middelbare school. Daar kreeg hij zijn eerste tekenlessen. Niets bijzonders, maar voor Tilburg aanleiding om een tekenlokaal in te richten. Leuk voor ‘de beleving’, maar kunsthistorisch voegt het niets toe.

Van Gogh lijkt iemand van twaalf ambachten en dertien ongelukken. Na werkzaam te zijn geweest in de kunsthandel in Den Haag, Londen en Parijs, en als onderwijzer in Engeland, ging hij in 1878 als lekenprediker aan de slag in de Borinage, een mijnstreek in België. Dat is voor Bergen (Mons), dit jaar culturele hoofdstad van Europa, reden uit te pakken met een expositie rond de persoon Van Gogh. Hier heeft Van Gogh wat tekeningen gemaakt van mijnwerkers. Het zijn duidelijk schetsen van een beginnend tekenaar. Het heeft niet veel om het lijf, maar ze worden nu in musea als iconen bewaard. Wat wel interessant is, is dat Van Gogh in Bergen overwoog kunstenaar te worden.

In 1880 volgde hij enkele maanden tekenlessen aan de Académie Royale des Beaux Arts te Brussel. Daar ontmoette hij de Nederlandse schilder Anton van Rappard, met wie hij nog jaren contact zal hebben. Van Gogh had moeite met het academische tekenonderwijs en na een paar maanden stopte hij er mee. April 1881 keerde hij terug naar zijn ouders, die intussen naar Etten (tegenwoordig gemeente Etten-Leur) waren verhuisd. Het kerkje waar zijn vader predikant was, heet nu Van Gogh kerk. Er is een expositie ingericht met informatie en tekeningen (kopieën uiteraard) die Van Gogh maakte in het half jaar dat hij in Etten verbleef. Leuk is dat er recent glas-in-loodramen zijn aangebracht in het kerkje, geïnspireerd op het leven en werk van Van Gogh. In het koor is verdeeld over twee vensters een audiovisuele presentatie over Van Gogh te zien, die in het kort een beeld schetst van zijn periode in Etten.

 

 

Interieur Van Goghkerk in Etten-Leur met een van de glas-in-loodramen.

 

In de ruimte naast de kerk, bij de kaartverkoop, is de boeiende film ‘Vincent van Gogh. Een zaaier in Etten’ te bekijken. Die duurt een klein half uur en gaat wat uitgebreider op deze periode in. We horen dat hij zich in deze gemeente voor het eerst inschreef als kunstschilder. Daarvan is een bewijs te zien in een vitrine. Hij maakte zich de tekentechniek eigen door studiemethodes te volgen uit boeken van Charles Bargues. En als oefening tekende hij de litho’s en etsen van werkende boeren van Jean-François Millet na. Aan een tekening van een zaaier naar een ets is te zien dat Van Gogh ook de streepjes overneemt die kenmerkend zijn voor de etstechniek. Het zijn streepjes die de etser in de waslaag aanbrengt en die de inkt vasthouden.

Naast zelfstudie trok Van Gogh erop uit en maakte hij tekeningen van de natuur in de omgeving. Zijn vriend Anton van Rappard kwam enkele keren op bezoek in Etten. Deze maakt de opmerking dat de boeren van Van Gogh lijken te poseren in een bepaalde houding en niet echt aan het werk zijn. Van Gogh gaf ruiterlijk toe dat hij de boeren liet poseren in zijn atelier en er vervolgens op de tekening een omgeving bij maakte. Later dit jaar wordt in Etten-Leur in het streekmuseum Jan uten Houte het eerste atelier van Van Gogh heringericht.

 

 

Vincent van Gogh, De Zaaier, tekening naar een ets van Millet, 1881. foto Van Gogh Museum Amsterdam

 

 

Mauve

Na een ruzie met zijn vader vertrok Van Gogh in oktober 1881 naar Den Haag, waar hij schilderlessen kreeg van een aangetrouwde neef, Anton Mauve. Hier werkte Van Gogh voor het eerst met olieverf. En hier kwam hij in contact met het werk van de schilders van de Haagse School, onder anderen Jacob en Matthijs Maris, Weissenbruch, Mesdag, Breitner en Israëls. Zij streefden een realistische weergave na, als reactie op de romantische schilderkunst eerder in de negentiende eeuw. Vooral in de werkzaamheden van vissers en boeren waren zij geïnteresseerd. Dit sprak Van Gogh aan. Hij was immers al vertrouwd met het realistische werk van Millet.

Mauve en Van Rappard adviseerden Van Gogh om naar Drenthe te gaan en daar te schilderen te midden van de boeren. Hij vertrok in september 1883 naar Drenthe maar verbleef er niet lang. Hij verlangde al gauw naar Brabant, waar de mensen veel gewilliger waren om te poseren. Begin december keerde hij terug naar zijn ouders, die inmiddels verhuisd waren naar Nuenen.

 

 

Bezoekers in het Vincentre in Nuenen bij de filmpresentatie over De Aardappeleters.

 

Het Vincentre in Nuenen besteedt met documentatiemateriaal maar vooral met aansprekende audiovisuele presentaties aandacht aan de periode van Van Gogh in Nuenen. Zo zijn er ‘sprekende’ portretten gemaakt van belangrijke personen uit het leven van Van Gogh. Een landkaart geeft houvast: waar bevond hij zich op welk moment en wat deed hij daar. Bovenin het pand is een indrukwekkende film te zien over de totstandkoming van De Aardappeleters.

Maar Nuenen is ook een soort openluchtmuseum. Locaties die Van Gogh schilderde – de pastorie, de kerk, de watermolens – zijn te bezichtigen. Ook leuk om te bezichtigen – bij avond – is het lichtgevende fietspad dat is ontworpen door Daan Roosegaarde, geïnspireerd op het schilderij De Sterrennacht van Van Gogh.

 

 

Bezoekers bij de sprekende portretten in het Vincentre, Nuenen.

 

 

Boerenleven

De expositie ‘Verder dan van Gogh. Kunst uit eigen collectie’ in het Gemeentemuseum in Helmond geeft kunsthistorisch de meest interessante informatie uit de beginperiode van Van Gogh. En dat heeft alles te maken met de vaste collectie van genoemd museum rond het thema ‘mens en werk’.

Hier leren we dat Van Gogh niet de enige kunstenaar was die zijn heil zocht op het platteland. Vele kunstenaars zetten zich af tegen de industrialisatie en willen een terugkeer naar het eenvoudige boerenleven. Dongen en vooral Heeze, waar schilders kwamen om de ongerepte natuur en de boerenbevolking vast te leggen, ontwikkelden zich tot populaire schildersdorpen. Vanuit een gevoel van nostalgie waren de kunstenaars op zoek naar schilderachtige armoede.

August Allebé kwam al in de jaren zestig in Dongen. Zijn ‘Wever in Dongen’ uit 1865 is te zien in het museum. Hij geeft een ‘geïdealiseerd beeld van de eenvoudige maar tevreden plattelandsbewoner’. Maar bij de Haagse Suze Robertson, die vanaf 1883 regelmatig in Dongen werkte, ligt het iets anders. Zij was ‘onder de indruk van de primitieve omstandigheden, het zware en ongezonde werk’. Van Robertson heeft het museum ondermeer het werk ‘Vrouwtje aan het spinnewiel’ in de collectie. De grove schildertoets, de krachtige stijl en het donkere kleurgebruik zien we ook terug in het werk van Van Gogh. In de tijd dat Van Gogh in Den Haag verbleef schijnt hij haar ontmoet te hebben. Jammer dat ze elkaar in Brabant niet hebben opgezocht. Evenmin zijn er aanwijzingen dat Van Gogh het schildersdorp Heeze, toch vlakbij Nuenen, ooit heeft bezocht.

 

 

Suze Robertson, Vrouwtje aan het spinnewiel, 1886. foto Gemeentemuseum Helmond

 

De expositie toont werk van tijdgenoten en latere kunstenaars die het boerenleven en het leven van de arbeider (onder andere in de Borinage) tot onderwerp kozen. We lezen dat Van Gogh in 1884 commentaar gaf op het werk ‘Arbeiders op de steenbakkerij Ruimzicht’ van Anton van Rappard. Van Gogh vond het ‘te statisch en te mooi. Te weinig komt tot uitdrukking hoe zwaar het leven van deze arbeiders was.’ Volgens Van Gogh ‘moet goede kunst dit juist uitdrukken’. Van Gogh blijkt meer sociaal bewogen. Op de website van het museum (maar waarom niet ook in de tentoonstelling?) lezen we dat Van Rappard op zijn beurt De Aardappeleters bekritiseerde ‘vanwege het gebrek aan techniek en het karikaturale karakter van het werk’. Maar met dit meesterwerk uit 1885 dat in het Van Gogh Museum in Amsterdam is te zien, is Van Gogh Van Rappard voorbij gestreefd. Niet langer is academische scholing superieur. Van Gogh heeft een vorm gevonden om met expressie compassie uit te beelden.

 

 

Anton van Rappard, Arbeiders op de steenbakkerij Ruimzicht, 1884.

foto Gemeentemuseum Helmond

 

In november 1885 vertrok hij naar Antwerpen en volgde daar tekenlessen aan de Academie voor Schone Kunsten. Hij hield het er wederom niet lang vol. In 1886 vertrok hij naar Parijs en kwam daar in contact met de impressionisten. Wat moet het een verademing zijn geweest voor Van Gogh om te ontdekken dat het anatomisch correct en in perspectief tekenen er niet meer toe doen. Het gaat immers om de expressie, de bezieling. En dat weet hij met olieverf uitstekend uit te drukken.

De Helmondse expositie is te zien in twee torenkamers van het kasteel en breidt zich via een looproute uit naar de vaste opstelling. Met weinig middelen is hier een inhoudelijk interessante presentatie gemaakt. Jammer dat de opzet zo eenvoudig is. Kennelijk was er geen budget voor een expositieontwerp door een vormgever of voor een flyer met daarin relevante gegevens over Van Gogh, zoals een tijdlijn.

 

 

Vincent Van Gogh, Garenspoelende vrouw, 1885. foto Het Noordbrabants Museum

 

 

Beeld

Ook het Noordbrabants Museum in ’s-Hertogenbosch heeft ter ere van het Van Goghjaar een looproute door de vaste opstelling samengesteld. Zo hangt in dit museum een schilderij met romantische voorstelling van Constant Cornelis Huysmans, van wie Van Gogh tekenles had gekregen in Tilburg. Of Van Gogh het werk ooit gezien heeft, is niet bekend, evenmin wat hij er toen van vond. Later voelde hij zich meer verwant met de realisten. Ook te zien is een werk van Jan Sluijters uit 1907-1909 en een werk van Marc Mulders uit 1996 die beiden duidelijk zijn geïnspireerd op het latere werk van Van Gogh. En er wordt een beeld getoond dat Ossip Zadkine maakte naar aanleiding van een aantal zelfportretten van Van Gogh.

Vervolgens loopt de route naar de zaal waar Het Verhaal van Brabant wordt verteld en waar in een binnenkamer een aantal schilderijen van Van Gogh uit zijn tijd in Nuenen is te bewonderen: boeren en boerinnen aan het werk, de Genneper Watermolen, een mand met aardappels. Hier zien we waarin het werk van Van Gogh zich onderscheidt van dat van tijdgenoten. De werken van Van Gogh zijn expressief. Een audiovisuele presentatie vergelijkt de donkere Brabantse werken met de latere lichte en kleurrijke Franse werken. Later dit jaar zullen er nog meer schilderijen van Van Gogh (bruiklenen) worden tentoongesteld. (Brabant Cultureel besteedde eerder uitgebreid aandacht aan Het Verhaal van Brabant: KLIK HIER)

 

 

Vincent Van Gogh, Spittende boerin, 1885. foto Het Noordbrabants Museum

 

 

Pulpobjecten

De route in het Noordbrabants Museum loopt door naar de expositie ‘Design uit het land van de aardappeleters’, een wonderschone expositie, die echter ook zonder de link met Van Gogh staat als een huis. Ook zonder Van Gogh kun je een expositie maken met thema’s als ‘eenvoud’, ‘boerenland’ en ‘natuur’. De deelnemende designers hebben zich waarschijnlijk geen van allen laten inspireren door Van Gogh. Misschien Lisa Klappe met de foto van de pulpobjecten van Jo Meesters. Door de historisch uitziende kleding die de modellen dragen en doordat de mensen rond een tafel zitten heeft het iets weg van De Aardappeleters.

 

 

Lisa Klappe (foto), Pulp van Jo Meesters, 2007. Het Noordbrabants Museum

 

De ontwerpers hebben bijna allemaal een link met de Design Academy in Eindhoven. Dat is niet verwonderlijk als de keuze van de ontwerpers beperkt is tot de provincie Noord-Brabant. Niet alleen de selectie voor deze expositie, maar ook de vormgeving is van ontwerpbureau Yksi. Opvallend zijn de vloerkleden, een eigen ontwerp van dit bureau, met digitale prints van aardappelvelden in alle jaargetijden, van geploegd land met voren, aardappelplanten in bloei en gerooide aardappelen op het land. Ook het speciaal voor deze expositie ontworpen jacquard geweven tafelkleed bevat aardappelmotieven. Heel vindingrijk om zo toch iets te doen met de aardappelen van Van Gogh.

Wat de expositie sterk maakt is het deel over techniek. Techniek valt bij design immers niet weg te denken, dus moesten de tentoonstellingmakers zich hier distantiëren van Van Gogh. ‘De huidige ontwikkelingen in technologie worden juist gretig omarmd door zowel de industrie als de ontwerper.’ Foto’s aan de wand van Maikel Samuels brengen in beeld dat er ‘een einde is gekomen aan het tijdperk van Van Goghs kleine Brabantse boeren’. En zo is er toch weer een link met Van Gogh. Hij moest eens weten wat er allemaal ter ere van hem wordt georganiseerd.

 

 

Vloerkleed van Yksi in de expositie Design uit het land van de aardappeleters.

foto Joep Jacobs Het Noordbrabants Museum