HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

63ste Jaargang - juni 2014

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

 

 

 

© Brabant Cultureel – juni 2014

 

Column: Dynamiek

 

door JACE van de Ven

 

Vroeger stond er in het Noordbrabants Natuurmuseum in Tilburg een maquette van ons provincieoppervlak. In mijn herinnering was zij zo’n vijf bij twee-en-een-halve meter en zij gaf op overdreven wijze hoogteverschillen weer. Zo leerde ik dat ik in Tilburg op een plateau woonde waar de riviertjes de Leij, de ouwe en de kromme, voor afbogen. Eentje ging er naar het oosten om samen te gaan met de Reusel en eentje naar het westen om verderop opeens met de naam Donge door het leven te gaan.

Ook waren er heuse bergen aangegeven bij Luijksgestel, de Stevensbergen, 43,7 meter, en het Venakkerbos, dat zelfs de 44 meter haalde. Ontzagwekkend vond ik dat. Daartegenover lag in het noorden een moerassige laagte waar de meeste Brabantse riviertjes samenkwamen: Den Bosch, het afvoerputje van de provincie.

De tijden zijn veranderd. Het hoogste punt van Brabant heet geen Venakkerbos meer, maar RAZOB-berg (Regionale Afvalverwerking Zuid-Oost Brabant). Het is een voormalige vuilstort bij Nuenen, meer dan zestig meter hoog. En wat doet men op die hoop rotzooi: recreatie bedrijven, mountainbiken, golfen en exotische dieren houden. Vindingrijk en nuttig.

Ook Het Noordbrabants Natuurmuseum, net als andere musea, evolueerde. Het bedient zich niet meer van maquettes en het tentoonstellen van statisch exemplarisch materiaal. Alles is er interactief en digitaal geworden. Wederom vindingrijk en nuttig, maar ook noodzakelijk; de moderne mens die geen feiten meer heeft hoeven leren in het onderwijs, zou in een ouderwets museum hopeloos verloren lopen, omdat hij de dingen die hij er ziet niet aan de kapstok van zijn kennis kan hangen.

Dus maken museumdirecteuren die de tijd aanvoelen in hun instituten spannende digitale zoektochten. Nodig ook, want ze zijn aan de marktwerking overgeleverd – anders geen subsidie – en zullen bezoekers binnen moeten halen. En dat lukt niet met een uitvergrote maquette of met een serie planten en dieren achter glas. De mens wil vermaakt worden, ook in musea en culturele instellingen. Het is niet anders. Gelukkig zijn wij in Brabant gezegend met een aantal museumdirecteuren die ondanks dat toch kwaliteit weten te blijven leveren.

Misschien ben ik onderhand wel de enige die het ouderwetse statische museum mist. Om bij het Natuurmuseum Brabant te blijven. Hoe vaak ben ik er, toen het nog in de Tilburgse Kloosterstraat zat, niet naar binnengegaan om de opgezette raaf te bekijken. Hoe bewegingsloos en stom die raaf daar ook zat op haar takje, toch kon je aan haar zien dat ze intelligent was. En magisch, juist door die stilte om haar heen.

Zoiets zou tegenwoordig niet meer kunnen. Zou een raaf al interessant genoeg bevonden worden om in een museum te zitten, dan toch minstens met een knopje erbij waardoor je haar ‘krakra’ kunt horen en misschien ook wel geluiden waarbij zij mensen imiteert.

De tijden zijn veranderd en de musea met hen. Misschien maar goed ook. Dynamiek is bittere noodzaak voor een maatschappij. Niets behoort te blijven wat het is, of het roest vast. Dus stroomt het water van de RAZOBberg naar Den Bosch om zich aan het laagste niveau in onze provincie aan te passen. Museumdirecteuren zoeken naarstig naar weer een kaskraker. En nooit zal er nog een raaf over het Venakkerbos in Luijksgestel vliegen.