HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

63ste Jaargang - april 2014

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

Anton Dautzenberg. foto Merlijn Doomernik

 

  A.H.J. Dautzenberg, En dan komen de foto’s. Amsterdam/Antwerpen: Atlas Contact 2014, 329 pp., ISBN 9789025437657, pb., € 19,95.

 

www.atlascontact.nl

www.ahjdautzenberg.nl

 

©Brabant Cultureel – april 2014

Alle grenzen voorbij

 

Anton Dautzenberg slaat weer toe. De Bürgerschreck der Nederlandse letterkunde zit niet stil. Met het experiment als handelsmerk raast hij schreeuwend door de literatuur.

 

door Camiel Hamans

 

Vanaf 2010 publiceerde zijn Amsterdamse uitgever Atlas Contact zeven titels van A.H.J. Dautzenberg, daarnaast verscheen een bundel snookergedichten (voor een bespreking in BC/BL zie hier), werkt Dautzenberg mee aan de Achterpagina van NRC-Handelsblad met een serie recensies van niet bestaande literaire meesterwerken en schreef hij een niet aflatende stroom losse verhalen en artikelen. Maar steeds met hetzelfde effect: half literair Nederland stond op zijn achterste benen en voelde zich geshockeerd door Dautzenbergs grensoverschrijdende gedrag.

           

Sterke maag

Nu opnieuw. De nieuwste bundel verhalen En dan komen de foto’s heeft al weer veel gerucht veroorzaakt. De zwarte humor – een hoofdpersoon die scheermesjes tussen zijn vingers klemt om daarmee een echt indrukwekkende high five te geven – het voor waar presenteren van verzonnen gebeurtenissen of citaten – de opmerkingen die collega-schrijvers zouden hebben achtergelaten in het gastenboek van het Roland Holsthuis in Bergen (NH) – het sadisme – een eetclub die gestoofde baby eet – de ranzige seks – plasseks tijdens een kaartavondje over de vastgebonden vrouwe des huizes – en nog veel meer.

Dautzenberg schrikt nergens voor terug. Niet voor incest met zijn moeder die net weduwe is geworden en die niet alleen behoefte blijkt te hebben aan warmte en troost, maar ook aan delging van haar lichamelijke lust. Niet voor het steeds opnieuw openkrabben van een moedervlek op de rug van zijn vrouw in de hoop dat daar een dodelijke kanker uit zal groeien. Wie Dautzenberg leest, moet een sterke maag hebben.

 

 

Duimendik

Deze aan Poe, de Sade, E.T.A Hoffmann en de vroege Jacob Israël de Haan herinnerende perversiteiten en scandaleuze verzinselen mogen Dautzenbergs handelsmerk lijken, ze zijn het niet. Evenmin is het kenmerkend voor Dautzenberg dat hij andere auteurs navolgt of pasticheert.

‘Lotusbloemen’, het verhaal over de moedervlek, is geïnspireerd op Emants, hetgeen Dautzenberg er ook duimendik bovenop legt door het verhaal te openen met een motto ontleend aan Een nagelaten bekentenis. Het zeer lange verhaal ‘Steen’ over de Haarlemse tekenaar Paul van der Steen gaat terug op het soortgelijke verhaal van G.K. van het Reve over de etser Bullie van der K. Veertien Etsen Van Frans Lodewijk Pannekoek Voor Arbeiders Verklaard uit 1967. En opnieuw hoeft de lezer geen groot kenner van de vaderlandse letteren te zijn om deze verwijzing te ontdekken. Het verhaal begint namelijk met een toepasselijk motto uit het Reve-boek over de consumptie van wijn. Wie enigszins belezen is in Reve herkent vervolgens de letterlijke citaten, de drankconsumptie en het geheimzinnige gedoe over de Kunst.

Dautzenberg presenteert, net als zijn voorbeeld Reve, een zelfinterview in dit boek en hij leent de term ZKV, zeer kort verhaal, van A.L. Snijders en zoals die in zijn werk vaak citeert, bestaat Dautzenbergs ZKV ook slechts uit een citaat: artikel 1 van de Nederlandse Grondwet, het antidiscriminatiegebod.

Dautzenberg is niet van de straat en wil ons dat graag laten weten. Hij loopt met een boek van de author’s writer en moderne poète maudit J.M.H. Berckmans over een Antwerpse begraafplaats op zoek naar diens graf, hij gebruikt dichtregels van Jan Arends, Jan Emmens, Eddy van Vliet, Menno Wigman e tutti quanti om een tekst over een poëzieklas door de Utrechtse schrijver Ingmar Heytze te structureren onder de naar Nescio verwijzende titel ‘Dichter/tje’.

 

Kiekjes

Maar ook deze ‘intertekstualiteit’ is niet het wezenlijke van Dautzenberg. Dat is het experiment. In deze bundel van veertig verhalen staat ineens een recept voor zuurkoolstamp, een stroomschema ‘Chloor (2)’ dat de relaties lijkt te moeten verduidelijken die voorkomen in het meer dan honderd pagina’s eerder uitgeschreven verhaal ‘Chloor’, een wiskundige formule voor een sprookje en een wetenschappelijk aandoend essay over pornografie met grafieken en tabellen en al. En natuurlijk voorzien van gefingeerde literatuurverwijzingen.

Het titelverhaal van de bundel is een ultrakort tekstje op pagina 255, zonder enige context:

 

En dan komen de foto’s

 

                        ‘Zo te zien een toffe vakantie.’

                                    ‘Elke dag 30⁰ C!’

                                    ‘En het eten?’

                                    ‘Héérlijk’

 

De situatie waarin deze conversatie plaats gevonden kan hebben, is duidelijk: het bekijken van vakantiekiekjes. Ongeveer het burgerlijkste en vervelendste wat iemand zich kan voorstellen. Dautzenberg in elk geval. En tegen die sfeer van vastgeroeste burgerlijkheid, op niets gebaseerde zekerheden, op traditie gestoelde oordelen en op niets anders dan afspraak teruggaande classificaties, daartegen verzet Dautzenberg zich.

Daarom tart hij alle fatsoensnormen, daarom weigert hij het verschil tussen waarheid en fictie, tussen verhaal en leugen te accepteren, daarom probeert hij de grenzen van het betamelijke, maar meer nog die van categorieën te overschrijden. In Na de punt schreef hij gedichten met snookerballen, hier deconstrueert hij een sprookje tot een formule, argumenteert hij met verzonnen bronvermeldingen, presenteert hij niet literaire teksten als niet verschillend van wel letterkundige en pasticheert hij zijn grote literaire voorgangers en voorbeelden.

En dat alles om de lezer niet alleen door elkaar te schudden, maar vooral om op bijna schreeuwtoon de vraag te stellen waarom die toch zo vastzit aan ingeroeste voorkeuren, waardeoordelen en wansmaak.