HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

63ste Jaargang - februari 2014

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

Marcin Dudek, Cathedral of Human Labor. Collectie Verbeke Foundation. foto Joep Eijkens

 

www.advanbuuren.nl

www.verbekefoundation.com

 

©Brabant Cultureel – februari 2014

 

Nalatenschap Ad van Buuren in Kemzeke

 

Onlangs overleed de Bossche geluidskunstenaar Ad van Buuren. Zijn werk had hij juist op tijd ondergebracht bij de Verbeke Foundation, een heerlijk anarchistische kunstoase langs de snelweg Antwerpen-Brugge. Noordbrabantse kunstenaars zijn er goed vertegenwoordigd.

 

door Lauran Toorians

 

De Bossche, in Breda geboren, geluidskunstenaar Ad van Buuren kampte ruimschoots te jong met een terminale ziekte en ging op zoek naar een passend onderdak voor zijn werk, een verzameling van twaalf ‘geluidsobjecten’ die nog steeds in zijn bezit waren. Begin december berichtte het Brabants Dagblad daarover. Na een speurtocht, onder meer via internet, was hij op het spoor gekomen van de Verbeke Foundation in het Vlaamse Kemzeke, een dorp in het Waasland ten westen van Antwerpen.

Bij de installatie en onthulling van zijn werken op zondag 1 december kon Ad van Buuren al niet meer zelf aanwezig zijn. Zozeer was hij verzwakt. Maar tevreden was hij wel. Zijn objecten zijn goed terecht gekomen, zo was zijn overtuiging. Lang heeft hij helaas niet van deze overtuiging mogen genieten, want Ad van Buuren overleed op 8 januari 2014, slechts 62 jaar oud.

 

 

Enkele van de geluidsobjecten van Ad van Buuren. foto Joep Eijkens

 

Onvoorspelbaar

De objecten die Van Buuren maakte, zien eruit als maquettes van futuristische gebouwen of gebouwencomplexen, opgebouwd uit elektronische zaken als transistors, elektromagneten, lampjes, toongeneratoren en kleine ventilatoren in combinatie met snaren en bellen. Ze brommen, zoemen, klikken en knipperen in steeds wisselende patronen. Het zijn geluidsobjecten, maar visueel zijn ze al even verbazingwekkend en aantrekkelijk als auditief.

Op zijn website beschrijft Van Buuren kort en bondig wat deze objecten zijn en doen: ‘In mijn installaties worden geluiden gecomponeerd op basis van toeval. Het doel is het genereren van reeksen onvoorspelbare ritmes en klankcombinaties. De ongebreidelde chaos die daaruit voortkomt wordt vervolgens beteugeld door het invoeren van vaste waardes. Het toeval wordt opgeroepen in analoge neurale netwerken. Dit zijn schakelingen met relais die net zo werken als neuronen in de hersenen. Deze schakelingen kunnen geluidsbronnen aansturen. Computers en chips worden daarbij niet gebruikt, maar wel zichtbare elektronische onderdelen die op een beeldende manier kunnen worden vormgegeven.’

In de ruimte waarin de objecten nu staan opgesteld heerst een aangename ‘ruis’ – al is dat een wat oneerbiedige term – uit de twaalf in volle glorie opgestelde objecten. Aan een van de wanden hangen enkele ingelijste voorbeelden van de technische schema’s en toelichtingen bij de apparaten en ook, bijna terloops, een fotokopie van het overlijdensbericht van de maker ervan.

 

 

Geert Verbeke. foto Joep Eijkens

 

 

Vergankelijkheid

Dat de Verbeke Foundation heeft beloofd het werk van Van Buuren voorlopig tentoon te stellen en ervoor te zorgen, zoals het Brabants Dagblad liet weten, heeft alles te maken met de aard van zowel deze Foundation als van de naamgever Geert Verbeke. Centraal thema in deze grote kunstverzameling is immers vergankelijkheid. De kwetsbaarheid van levende en dode materie, de transformaties daarvan en de werking van de tijd zijn gegevens waarmee een rondgang langs zijn collectie je voortdurend confronteert.

Geert Verbeke heeft jarenlang een groot transport- en overslagbedrijf geleid. Dat bedrijf deed hij van de hand en op een van de locaties waarop het was gevestigd, opende hij op 1 juni 2007 de ‘private kunstsite’ van de Verbeke Foundation. Hij runt die samen met zijn echtgenote Carla Verbeke-Lens, één betaalde kracht en een aantal vrijwilligers. Het terrein aan de snelweg van Antwerpen naar Brugge is maar liefst twaalf hectare groot. Daarop staat een enorme hal die bij binnenkomst enigszins aan de fabrieksruimte van museum De Pont doet denken met daaraan vast een al even enorme ‘serre’ en een uitgestrekt kassencomplex.

Achter dit geheel ligt een grote vijver (of een ven) met daarin een eiland en zowel binnen als buiten is het hele complex gevuld met kunst. Denk niet aan een aangeharkt park en een keurig net museum, want dat is de Verbeke Foundation niet. ‘Onze tentoonstellingen willen geen oase zijn. Onze presentatie is onaf, in beweging, ongepolijst, contradictorisch, slordig, complex, onharmonieus, levend en onmonumentaal, zoals de wereld buiten de museummuren,’ meldt de website. De tentoonstellingen mogen dan geen oase willen zijn, het geheel van de Foundation is dat zeker wel. Een oase van kunst.

 

Subsidie

Die omschrijving lijkt ook op Geert Verbeke zelf van toepassing. Ongepolijst, wars van elke dikdoenerij en met een gezonde afkeer van overheden gaat hij zijn eigen gang in zijn eigen oase. En met succes, want zijn Foundation werd in korte tijd een bekend centrum van kunst die al even wars is van etiketten als de verzamelaar zelf.

Kunstenaars kunnen er ook ‘in residence’ werken en op het eiland staat een werk van Atelier van Lieshout waarin gasten op basis van Bed & Breakfast de nacht kunnen doorbrengen. De grote ‘serre’, met overdekt buitenterras, is ingericht als restaurant en wordt ook gebruikt voor ontvangsten en feestelijke bijeenkomsten. Het is de enige inkomstenbron die de Foundation heeft, want bij het woord subsidie trekt Geert Verbeke een vies gezicht.

 

 

Op het uitgestrekte buitenterrein gaan kunst en natuur naadloos in elkaar over. foto Joep Eijkens

 

Verbrand

De enige subsidie die hij accepteerde, kwam van de Nederlandse Mondriaan Stichting en houdt verband met de collectie van Jacobus Kloppenburg, die nu in prominent op het voorterrein opgestapelde scheepscontainers te zien is.

Kloppenburg (Amsterdam 1930) verzamelde zo ongeveer alles wat hem in handen viel, bewerkte dit of maakte er assemblages en collages mee en bracht dit materiaal onder in zijn ‘Archief voor de toekomst’. In 1997 werd Kloppenburgs atelier door een overijverige gemeente en halsstarrige ambtenarij leeggehaald en stond de collectie jarenlang opgeslagen in drie zeecontainers in het Amsterdamse havengebied. Van daaruit werd het in 2008 op last van de gemeente afgevoerd en verbrand. Wat overbleef, heeft nu dus een ereplaats bij de Verbeke Foundation in Kemzeke. Hoezo Amsterdam cultuurstad?

 

 

Een hoekje in de centrale hal van de Verbeke Foundation. In de ruimte onder ‘Art Macht Frei’ onder meer het werk van Jalila Essaïdi. foto Joep Eijkens

KLIK HIER

 

Bio-art

Ook naast de werken van Ad van Buuren en Joep van Lieshout is Noord-Brabant in Kemzeke goed vertegenwoordigd met werken van Martin uit den Bogaard, René van Corven, Mieke van Dongen, Jalila Essaïdi, Ronald van der Meijs, Michiel van Overbeek, Tineke Schuurmans en Stan Wannet.

Een flink aantal van hen beweegt zich op het terrein van de bio-art, soms door concreet met levende materialen te werken, in andere gevallen door het verval na de dood deel te maken van het artistiek proces. Dit reikt van kogelwerende huid – een project van Jalila Essaïdi dat inmiddels de hele wereld overging – via een dode inktvis die stroomstootjes afgeeft en daarmee geluid en beeld produceert, en het letterlijke proces van ontbinding (Geert Verbeke stelde als ‘lichaamsdonor’ zijn lichaam ‘ter beschikking aan de kunst’ van Martin uit den Bogaard), tot de vooral komisch aandoende machines van Stan Wannet. Vooral Wannets installatie ‘Van één van onze verslaggevers’ (2007) met twee typende en schrijvende hazen op antieke bureaus roept zonder meer vertedering op. Eng, als het al zo klinkt, is het zeker geen van allen.

 

 

Het paviljoen met de collectie collages en assemblages. foto Joep Eijkens

 

Collages

Bijzonder is ook de verzameling collages die in een afzonderlijke, en erg fraaie hal in het kassencomplex is ondergebracht. Hiermee begon Geert Verbeke al lang geleden toen hij nog in de transportsector zat en deze collectie biedt een prachtig overzicht van honderd jaar collagekunst, zowel twee- als driedimensionaal.

Het mag duidelijk zijn dat het zelfs bij matig weer geen enkel probleem is om een hele dag bij de Verbeke Foundation door te brengen. Je kunt er dwalen, valt van de ene verbazing in de andere en wordt er geraakt door schoonheid en door de confrontatie met je eigen vergankelijkheid. En dat alles in een omgeving die heerlijk informeel en anarchistisch is en waar ‘de directie’ gewoon op de werkvloer rondloopt en aanspreekbaar is.

            Overigens is Geert Verbeke opgeleid als tuinarchitect. Met die opleiding deed hij niet veel, want vanuit een kippenbedrijf en een handel in veevoeders bouwde hij zijn transportimperium op. Maar blijkbaar zat de creativiteit en de kunstzin er toch al vroeg in. Gelukkig, want zoals hij zelf zegt is het leiden van een grote onderneming een veeleisende bezigheid die mensen kan slopen. ‘Sommigen storten zich in de drank. Ik stortte me op kunst en begon te verzamelen.’ Dat gebeurt vaker, maar Verbeke maakte zijn privéverzameling ook nog eens openbaar. Dat is bijzonder.