HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

63ste Jaargang - februari 2014

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

 

  Ada Peele, Een uitzonderlijk erfgenaam. De verdeling van de nalatenschap van Koning-Stadhouder Willem III en een cosequentie daarvan: Pruisisch heerlijk gezag in Hooge en Lage Zwaluwe, 1702-1754. Hilversum: Verloren 2013, 488 pp., ISBN 978-90-8704-393-3, pb., € 49,00.

 

www.verloren.nl

 

©Brabant Cultureel – februari 2014

De Pruisische periode van Hooge en Lage Zwaluwe

 

Gedurende ruim vijftig jaar was Hooge en Lage Zwaluwe bezit van de koning van Pruisen. Oorzaak was een lange juridische strijd om de opvolging van stadhouder Willem III. De Oranje’s verloren, maar konden uiteindelijk dit verloren bezit terugkopen. De geschiedenis is nu in detail beschreven.

 

door Lauran Toorians

 

Lage Zwaluwe, de meeste mensen zullen het niet anders kennen dan van het station waar de meeste treinen met donderend geraas doorheen denderen. Het is een van de weinige Nederlandse treinstations die ver van de bewoonde wereld liggen. Hemelsbreed ligt het station ruim drie kilometer van het gelijknamige dorp verwijderd. Hooge Zwaluwe ligt dan nog eens zo ver en beide dorpen samen telden volgens Wikipedia in 1996 – toen zij samen nog een gemeente vormden – 6163 inwoners. Tegenwoordig maken de dorpen deel uit van de gemeente Drimmelen.

Klein en afgelegen, dat zijn dus de associaties. Toch valt ook over dit stukje Noord-Brabant geschiedenis te schrijven. De oudste vermelding van de naam Zwaluwe dateert al van 1291. Het gebiedje maakte toen deel uit van Holland en dat zou zo blijven totdat begin negentiende eeuw de huidige indeling van de Nederlandse provincies tot stand kwam. Zwaluwe, en later dus met de twee bewoningskernen Hooge en Lage Zwaluwe werd ook al vroeg een ‘hoge heerlijkheid’, een zelfstandige jurisdictie waarin een ‘heer’ het hoogste rechtsgezag vertegenwoordigde.

Het ‘hoge’ van die heerlijkheid impliceerde dat dit gezag zich uitstrekte tot en met halszaken. De heer mocht de doodstraf uitspreken en (doen) uitvoeren. Dat was lang niet overal het geval. Vaak lag de rechtsmacht bij de landsheer (graaf of, in Brabant, hertog) of had de lokale heer alleen lagere heerlijkheid en moest hij halszaken aan zijn meerdere overlaten. Bovendien kwam de heerlijkheid Hooge en Lage Zwaluwe in de late middeleeuwen, net zoals overigens een groot deel van de rest van West-Brabant, in het bezit van de Nassaus. Wat zich weerspiegelt in het feit dat koning Willem-Alexander zich ‘Heer van Hooge en Lage Zwaluwe’ mag noemen.

 

Touwtrekken

Dit laatste blijkt dan weer net iets minder vanzelfsprekend dan deze korte geschiedenis suggereert. Stadhouder Willem III van Oranje overleed namelijk op 19 maart 1702 kinderloos. Het verhaal is klassiek. Bij Hampton Court – hij was ook koning van Engeland – struikelde zijn paard over een molshoop. Willem viel van zijn paard, brak een sleutelbeen en liep als complicatie daarbij een longontsteking op die hem het leven benam.

Nog voor zijn testament in Den Haag was geopend, brak er al een strijd los om de opvolging en die werd alleen maar ingewikkelder toen na opening bleek dat hij de Staten van Holland tot executeur-testamentair had benoemd. De Staten waren weliswaar geen partij in de strijd om de opvolging, maar wel volop belanghebbend en dus zeer genegen partij te kiezen, wat zij nu in elk geval openlijk niet konden doen.

Vrijwel meteen claimde Koning Frederik I van Pruisen de erfenis, waartoe hij zichzelf uitriep tot prins van Oranje. Onder zijn claim viel ook Hooge en Lage Zwaluwe dat hiermee dus een Pruisische koning als landsheer kreeg.

Het juridische touwtrekken duurde tot 1732. Toen kwam het tot een verdrag waarin een verdeling van de bezittingen werd overeengekomen, maar ook daarbij bleef ‘de Zwaluwe’ Pruisisch. Pas op 21 januari 1754 verkocht Frederiks kleinzoon, Frederik II van Pruisen, de heerlijkheid, uit geldnood. Koper werd Anna van Hannover, de weduwe van stadhouder Willem V. Zij sloot de koop namens haar minderjarige zoon en zo komt het dat koning Willem Alexander nog steeds heer van Hooge en Laage Zwaluwe is.

Over deze juridische verwikkelingen schreef Ada Peele een gedetailleerd, maar voor de liefhebber toch zeer leesbaar proefschrift, dat misschien wel het eerste serieuze boek over de geschiedenis van ‘de Zwaluwe’ genoemd kan worden. In de opzet van deze studie beschrijft Peele ‘het geval’ Hooge en Lage Zwaluwe als voorbeeld (casus) van hoe deze erfenisperikelen verliepen, maar het zal geen toeval zijn dat zij er zelf werd geboren en opgroeide.