HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

63ste Jaargang - februari 2014

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

Peer de Graaf verlaat de plek waar hij het schilderij (r) van Enric Adsera Riba naspeelde tijdens de viering van het 10-jarig bestaan van de Hilvaria Studio's.  Riba schilderde het in 1938 in Spaans Catalonië. Het heeft geen titel.

foto Gemma van der Heyden

 

www.hilvariastudios.nl

www.lefdynamics.nl

 

©Brabant Cultureel – februari 2014

 

 

Hilvaria Studio’s: een culturele stormvloed

 

De Hilvaria Studio’s in Hilvarenbeek bestaan in 2014 tien jaar. Tijd voor een terugblik plus een kijkje wat de studio’s de komende tien jaar offreren aan in kunst geïnteresseerden en landschapliefhebbers.

 

door Rinus van der Heijden

 

Verscholen in de bossen tussen Hilvarenbeek en Goirle ligt een lustoord voor kunst en cultuur: de Hilvaria Studio’s. Alleen die naam al waarborgt een stuk cultuurgeschiedenis, want in deze voormalige film- en geluidsstudio’s is een belangrijk deel van Nederlands culturele erfgoed tot stand gekomen. Tegenwoordig echter tiert er het complete landschap van kunst en cultuur. Welig en al.

Dit jaar viert dit unieke complex het tienjarig bestaan in zijn huidige vorm. In dat bestek is een duizelingwekkende hoeveelheid kunst en cultuur voorbij gekomen. Deze stormvloed kan voornamelijk worden bijgeschreven op het conto van de Tilburgse beeldend kunstenaar Jan Doms (Tilburg 1949), die curator is van Hilvaria Studio’s. In januari 2004 startte hij er met een cultureel programma dat zijn gelijke niet kent. Zijn opdracht was een inspirerende ontmoetingsplaats te scheppen voor geïnteresseerden in architectuur en (Brabants) landschap enerzijds, en kunst, ontwerp en performance anderzijds.Over die opdracht verderop meer.

 

 

Jan Doms (l) interviewt Jan Verhoeven. foto Gemma van der Heyden

 

De index van tien jaar curatorschap doet je naar adem snakken. Alle vormen van kunst en cultuur kregen ruimte in de Hilvaria Studio’s: beeldende kunst, fotografie, audio/video/media/film/animatie, architectuur en stedenbouw, ontwerp, muziek, dans, performance, literatuur/journalistiek en manifestaties. Maar ook was er plaats voor kookkunst en er werden artists-in-residence aangewezen.

 

Speerpunt

Een belangrijk speerpunt is het maandelijkse project Zondagkunst, dat tot nu toe 67 keer is georganiseerd en waarbij een breed cultureel programma aan telkens een uitverkochte zaal wordt gepresenteerd. Alle zondagen is het complex geopend voor toevallige passanten, maar ook voor in kunst geïnteresseerden, die er op informele wijze uiteenlopende exposities kunnen bezoeken en willen eten en drinken in een inspirerende omgeving. Doordeweeks is Hilvaria Studio’s een conferentieoord.

De oorsprong van de Hilvaria Studio’s dateert van 1964. Ze werden toen als filmstudio opgetrokken uit een staalconstructie, die foto- en filmbedrijf Kodak eerder gebruikte om een stand in te richten op de wereldtentoonstelling Expo 58 in Brussel. De nieuwe studio was eigenlijk bedoeld om reclamefilms op te nemen die bij de komst van de Sterreclame op tv zouden worden getoond. Het was echter de NTS, de voorloper van de NOS, die de studio in gebruik nam. Er meldden zich ook filmmakers, onder wie pornoregisseur Lasse Braun.

 

 

Pauze in de Hilvaria Studio’s. foto Gemma van der Heyden

 

In 1974 stuwde Dick van Velden het complex op in de vaart der internationale volkeren toen hij er de ultramoderne geluidsstudio Relight vestigde. Relight kwam als een raket: de hele internationale popwereld meldde zich, onder wie Black Sabbath, Peter Gabriel, Genesis, Robert Fripp, Cat Stevens en de Boomtown Rats. Maar in 1981 doofde de raket even snel als hij was gekomen en de oorspronkelijke filmstudio viel in twee delen uiteen. Fotograaf Evert van Kuik nam zijn intrek in het eerste deel, het Nationaal Likeurmuseum Isidorus Jonkers nam het tweede deel in gebruik.

Toen het Likeurmuseum in 2000 verhuisde naar het centrum van Hilvarenbeek, werd het complex gekocht door de advocaat Hans Höhner en zijn echtgenote Maddy. Het echtpaar begon aan een drie jaar durende renovatie met Pierre van der Geld als architect. De rekwisietenloods achter de studio werd afgebroken. Ervoor in de plaats kwam de monumentale Leuvenzaal. En ook hier werd een historische staalconstructie aangevoerd: een die dateert uit de negentiende eeuw, van gietijzer en staal, afkomstig van de Universiteit van Leuven. Toen Evert van Kuik in 2009 met zijn filmstudio vertrok, werd ook dit deel van het complex in gebruik genomen. Dat werd de huidige Kodakzaal. En daarmee waren de Hilvaria Studio’s compleet.

 

 

De band Daisy Bell in Hilvaria Studio’s. foto Gemma van der Heyden

 

Landschap

Curator Jan Doms wijst erop dat Hilvaria Studio’s vanaf de geboorte een relatie zoekt met het landschap eromheen. Toen het initiatiefnemend echtpaar Höhner hem uitnodigde voor de functie van curator, was dat een van de opdrachten. ‘Van mijn achttiende tot mijn achtentwintigste ben ik hier heel vaak geweest, om de natuur te tekenen,’ blikt Jan Doms terug. ‘In dit landschap was een uitspanning met een volière erbij. Aan het einde van de dag ging ik daar vogeltjes tekenen. De studio was er al; een geheimzinnige plek, omdat de naam van pornoregisseur Lasse Braun er aan was verbonden,’ lacht hij.

Toen Jan Doms de voormalige filmstudio ging bekijken, viel hem de beplating op van Jean Prouvé, ‘een van mijn favoriete ontwerpers’. ‘Dat sloot al meteen mooi aan bij Hans Höhners bedoeling om een modern gebouw in te richten met antieke elementen. Ook gaf Hans aan dat hij een locatie wilde creëren waar mensen bijeen kunnen komen en waar natuur en kunst worden samengebracht. Dus werd het deze plek, waar je je kunt bezinnen. En niet in de oude betekenis van retraite.’

 

 

De mensen achter Hilvaria Studio’s. Met de klok mee: Jan Doms, Ellen van Zuylen, Hans Höhner, Christiaan Höhner. foto Gemma van der Heyden

 

Hans Höhner vroeg Jan Doms niet alleen een idee voor deze bijzondere locatie te ontwikkelen, maar ook aan sociale binding te doen en er ‘iets programmatisch tegenover te zetten’. ‘Ik ging nadenken over wat de insteek moest zijn. Hans Höhner had zijn advocatenpraktijk opgegeven om de Hilvaria Studio’s te beginnen. Hij was daarmee geen particulier die op wereldreis ging, maar iemand die iets wilde doen voor mensen.’

‘Ik adviseerde hem te beginnen met kunst verzamelen, op een volstrekt intuïtieve manier. Hans is zich steeds meer gaan verdiepen in wat wordt aangekocht. Een verzamelaar is een van de weinigen die een relatie opbouwt met een kunstwerk door er een leven lang naar te kijken. En nu heb je hier het idee dat mensen – precies zoals verzamelaars – speciaal komen om kunst te bekijken. Er vinden dan verbindingen plaats tussen de kunst, de ruimte en het landschap.’

 

Boerenlullen

In een vrij grote regio, zeg maar met een straal van honderd kilometer, is er geen plek te vinden als de Hilvaria Studio’s. ‘Dit is ook geen museum,’ benadrukt Jan Doms. ‘Daar geldt een formele omgang met kunsten. Een museum komt pas in actie als het denkt een rol te kunnen spelen in het bewaren van die kunsten. Uiteindelijk kom je daar niets tegen wat zijn bestaan moet bewijzen. Galeries hebben weer een ander oogmerk: kunst presenteren en onder de hoede brengen van kopend publiek. Ik wil hier geen formele, maar intuïtieve kunst.’

Jan Doms is vooral blij met de locatie van de Hilvaria Studio’s, dichtbij de grens met België. ‘Deze plek heeft betekenis voor de Vlaamse Ruit (stedelijk gebied tussen Brussel, Antwerpen en Gent, red), het Ruhrgebied en de Randstad. Mensen van daar komen dan ook naar hier. En dan zeggen ze meteen: hoe kan dit nou, in deze streek wonen toch alleen maar boerenlullen? Als mensen van verder weg komen, trekken ze de lijn Hilvaria-museum De Pont in Tilburg. Maar wij doen niemand na, we zijn wie we zijn.’

Na het overlijden van Höhners echtgenote Maddy enkele jaren geleden, zijn hun zoon Christiaan en diens echtgenote Ellen van Zuylen naast de oprichter komen staan. De Hilvaria Studio’s met hun conferentiegedeelte worden gerund door Christiaan en Ellen. Hans Höhner is voorzitter van de Foundation die zich vooral ontfermt over de ‘kunsttak’.

 

 

Evelien van den Broek van de band Daisy Bell. foto Gemma van der Heyden

KLIK HIER

‘Vijf à zes dagen per week zijn de Hilvaria Studio’s een conferentieoord,’ legt Christiaan Höhner uit. ‘Daar komen de inkomsten vandaan. Zondags creëren we als gebaar naar het publiek momenten waarin mensen deel kunnen uitmaken van kunst. Daarvoor is een exploitatiebedrag van 85.000 euro nodig. Dat geld uit de Foundation is er om te laten zien wie we zijn.’

 

Disciplines

‘Ikzelf ben een man van meerdere disciplines,’ zegt Jan Doms. ‘Dat wordt overigens in dit calvinistische land niet geaccepteerd. Maar hier kunnen wij ermee uit de voeten. Er is immers sprake van landschap en architectonische kunst. Alle disciplines komen hier bij elkaar. Ik doe daarbij wat goed is voor deze plek. Wij willen parallelle lijnen, samenhang laten zien. We zijn niet van de uitlegkunst. Dus vind je hier geen bordjes bij de kunstwerken, die heb je thuis toch ook niet. Dit is een private plek, je komt echt bij iemand op bezoek.’

Jan Doms was van 1979 tot 2000 directeur van de Tilburgse Kunststichting (TKS). Hij was daarnaast ook al beeldend kunstenaar en dat is hij nog steeds. De laatste jaren ontwikkelt hij zich vooral internationaal. Toen hij in 2000 bij de TKS om samenwerking met andere steden vroeg, was het antwoord: geen zin. ‘Daarop heb ik afscheid genomen. Hier, bij de Hilvaria Studio’s ben ik doorgegaan waarmee ik bezig was. Ik ben van de opbouwkunst. Gaandeweg is mijn actieradius alleen maar groter geworden. Dit is echt een plek met maatschappelijk belang.’

Toen Hans Höhner aan Jan Doms vroeg om conservator te worden, wist de laatste meteen dat dat anders moest gaan dan bij de TKS. ‘Daar werd alles afgebroken wat ooit was opgebouwd. Nu ik vooral internationaal werk, kom ik dingen tegen waarvan ik weet dat die goed zijn voor de Hilvaria Studio’s.’

De eerste tien jaar van de studio’s was het motief van waaruit werd gewerkt ‘grenslandschap’. Jan Doms: ‘Het omvatte een reeks van territoriale en culturele exercities in het grensgebied met België, in het bijzonder in samenwerking met het Vlaamse Museum De Kolonie in Lommel.’ Voor de komende tien jaar ligt er een nieuw motto: ‘Kunst van de ruimte’. ‘Dit leidmotief heeft zowel betrekking op de artistieke keuzen die gemaakt worden als op de programmatische verbindingen die Hilvaria Studio’s | Foundation wil maken in de buurlanden en de oostelijke landen van Europa. Met vergelijkbare kunstgemeenschappen die ruimte bieden voor de artistieke voorhoede,’ aldus Jan Doms.

 

 

De grote centrale hal met rechts een doek van Han Klinkhamer. foto Gemma van der Heyden

 

Voortgaan

Hilvaria Studio’s wil daarbij voortgaan op de weg die is ingeslagen. Dat betekent concreet om kunst – en ontwerp – te laten zien en meemaken in onvoltooide vorm, in menig opzicht nog onderweg en in ontwikkeling. Voorts worden verbindingen gelegd tussen de verschillende disciplines onderling. Kunstenaars, ontwerpers en performers worden in de gelegenheid gesteld te experimenteren en het publiek daarbij te betrekken. In een vroeg stadium maakt dit van nabij kennis met uiteenlopende vormen en combinaties van kunst, ontwerp en performance.

‘De opgave voor de komende tien jaar is het geleidelijk vergroten van de actieradius voor kunst en kunstenaars van de voorhoede en de studio’s verder te ontwikkelen tot een manifeste speler in de Europese kunstarena,’ zo besluit Jan Doms.

 

 

Een impressie van Hilvaria Studio’s in beelden

Foto’s Gemma van der Heyden

 

 

De entree.

 

 

Entreehal met doorkijk naar het museumcafé.

 

 

Fotostudio Ei.

 

 

De Kodakzaal.

 

 

De Leuvenzaal.

 

 

Het museumcafé.

 

 

Paviljoenconstructie van gietijzer door Jan Doms.

  KLIK HIER

 

Schoen. Beelden op sokkels van de Belgische kunstenares Lilian Vertessen in de entreehal.

 

 

Uitzichtbalkon aan de achterzijde.

 

 

Waterval over hardsteen.

 

 

Zijaanzicht van de entree.

 

 

Zijkant van de Leuvenzaal.

 

Vader en zoon Höhner