HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

62ste Jaargang - december 2013

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

 

Paul Elshout, Brieven aan de leegte. Oosterhout: Signifikant 2013, 107 pp., ISBN 978-90-76295-28-2, hb., € 39,50.

Te bestellen via info@signifikant.nl

 

www.paulelshout.com

 

©Brabant Cultureel / Brabant Literair – december 2013

Mooie debuutbundel van Paul Elshout

 

Als beeldend kunstenaar verdiende hij zijn sporen, maar als dichter treedt Paul Elshout pas nu in de schijnwerpers. De bundel waarmee hij dat doet is een beeldhouwwerkje, maar ook een fraai stuk grafische vormgeving en bovenal een uitstekende dichtbundel.

 

door Lauran Toorians

 

Paul Elshout (Someren 1949) woont en werkt in Oosterhout en is een veelzijdig kunstenaar die zich in het platte vlak (schilderijen, grafiek en tekeningen) evenzo op zijn gemak voelt als in de ruimte met sierlijke bronzen. Naast dit beeldende werk voelde hij op een gegeven moment ook de drang om met woorden aan de slag te gaan. Hij zocht en vond een coach/begeleider in de Oosterhoutse historica en uitgever Cock Gorisse die hem stimuleerde en als klankbord fungeerde. Na lang proberen en met vallen en opstaan kwam er een dichtbundel tot stand waar Elshout voldoende vertrouwen is had om hem ook daadwerkelijk aan de lezers voor te leggen. En toen sloeg het noodlot toe. Na een computercrash bleek de hele bundel spoorloos verdwenen in de krochten van de harde schijf.

 

Titelpagina

De verslagenheid was groot, maar na verloop van tijd kroop het bloed waar het niet gaan kon en begon Elshout opnieuw te dichten. Eerst gebeurde dat nog in stilte, maar na een tijdje kon hij melden dat hij ‘het’ opnieuw te pakken had. Het werden hele andere gedichten – misschien ook wel wat rijper, maar dat zal de buitenwacht nooit weten – en tot zijn eigen verbazing werd het niet één bundel, maar werden het er twee, elk met hun eigen stijl en vorm. En nu ligt er dan een boek en is de beeldend kunstenaar ook dichter geworden.

Het enige – geloof ik – minpuntje aan dit bijzonder fraai vormgegeven boek is dat titel en titelpagina niet duidelijk maken dat het eigenlijk twee dichtbundels bevat. De opmaak van de teksten maakt dat wel goed zichtbaar en na ongeveer driekwart van het boek bevindt zich ook een nieuwe titelpagina: ‘Zwervingen in een raam van verbazing’. De titel op de cover verwijst feitelijk alleen naar die eerste driekwart en dat had duidelijker mogen zijn.

 

Zotheid

‘Brieven aan de leegte’ (de eerste bundel in het boek) bestaat uit eenentwintig ‘brieven’ in dichtvorm en vormt daarmee een samenhangend en gesloten geheel. Zowel de schrijver als de ontvanger van deze ‘brieven’ blijven onbenoemd en ook over het onderwerp blijft de inhoud vaag. Er is sprake van afscheid en terugblikken en de ‘ik’ verontschuldigt zich voor een ‘zotheid’, een verwijdering die hij berouwt en ongedaan zou willen maken. De associatie met de parabel van de Verloren Zoon dringt zich onmiskenbaar op.

Mooi is het beeld van de condition humaine in brief IV:

 

Op mijn huid leeft het schichtige woord

eronder wonen vrije, onsamenhangende gedachten

huid is een mensendeur waarachter men leven moet

een gehuurd heelal in wiens diepte wij levendig wroeten

een trillende weegschaal

links     tot aan     rechts

 

zo groeide ik op in voorbije dagen

daar zal ik drijven een later dag

zonder enige weet van mij

wandel jij

onbekommerd over stenen aders

terwijl groen lover jouw middagzomer koelt

 

De gedichten – vrij van rijm, maar sterk ritmisch – bevatten meer mooie beelden en originele woordcombinaties zoals ‘een vol zacht schijnselmaan’, ‘dit verfrommeld papieren huis’, of ‘iedereen verandert in spiegels / een zilveren lopend woud’, een prachtige metafoor voor de eenzaamheid.

Er zijn meer regels die beklijven, zoals ‘Grenzen zijn machtshekken voor de angstige / door macht beschermd, door onmacht vernietigd het schuldbesef van de schuwen’. Regels die ook los van hun context betekenisvol zijn en in dit geval zelfs kunnen staan als een politiek statement. Soms lijkt een gedicht regel na regel opgebouwd uit intelligente aforismen, die op zichzelf genomen hele goede kalenderwijsheden zouden kunnen zijn, maar die in de context van het gedicht ook steeds het juiste woord op de juiste plek lijken te zijn. Het is duidelijk dat over deze teksten goed is nagedacht. Ondanks dat de betekenis vaak onduidelijk of onzeker blijft, is de zeggingskracht van het geheel kraakhelder. Of, zoals de dichter het zelf zegt: ‘mijn taal is gemaakt om te buigen / mijn buigen naar jou voorover’.

De ‘brieven’ variëren in lengte van meerdere pagina’s tot één enkele regel voor de laatste brief: ‘De wind waait alles anoniem’. Of ook in dit geval de Verloren Zoon weer liefdevol in zijn ouderlijke huisgezin wordt opgenomen, is niet helemaal duidelijk. Mijn indruk is in elk geval dat dit niet zo is. Misschien zijn de brieven ook wel geschreven aan iemand die er niet meer is, of iemand die er zelfs nooit is geweest. Het doet er niet toe; dit is een mooie bundel.

 

Buurjongen

‘Zwervingen in een raam van verbazing’ is een heel andere bundel. Hier achtentwintig gedichten die op een enkele uitzondering na allemaal even lang zijn. Opnieuw geen rijm, wel ritme en een door de hele cyclus doorlopend ‘verhaal’. Wel is er opnieuw sprake van een vlucht uit een beklemmend geborgen omgeving de chaos van de wrede wereld in. Hier opnieuw een mooi beeld van de verloren onschuld:

 

de buurjongen verstopt zijn zorgen

neemt in alle vroegte hartroerend afscheid

print de wereld vol met zijn voetstappen

bang om vergeten te worden

zijn jeugd is een voorgoed opgeborgen warwinkel

geen vijand is er ooit in het hart geraakt

 

De cyclus eindigt met een soort ‘motto achteraf’: ‘kijk, ik steek mijn handen / vrijwillig in de lucht / omvat het onzegbare / het eeuwig onverklaarbare / waaraan ik mij heb overgegeven / waaraan ik alles ontleende’. Wat mij betreft, is dit grote poëzie die op één lijn mag staan met het veel te weinig gelezen Narrenwijsheid van J.C. van Schagen.

 

Kunststof

Ook aan het uiterlijk van de bundel is bijzonder veel zorg besteed. Het grafisch ontwerp is van Kees Kanters uit Breda en het bijzondere omslag werd ontworpen door Paul Elshout en Kees Kanters samen. De voor- en achterkant van de bundel bestaat uit dikke kunststof platen waarin tekst en een figuur zijn uitgezaagd en die zo zijn aangebracht dat het boek toch keurig plat kan openliggen. Een leeslint maakt het geheel af. Al met al een mooie bibliofiele uitgave, waarbij vorm en inhoud keurig met elkaar in overeenstemming zijn.