
|
MISDIENAAR
- REACTIES
Lees de OPROEP uit de rubriek 'Over de wisselvalligheid van het weer en ander
dagelijks leed' uit Brabants Dagblad 11-02-2002
Inzendingen:
leed@brabantsdagblad.nl
Wil van
den Hout (Tilburg)
|
Ik wil hierbij ook proberen
enige herinneringen van mijn "lange loopbaan" van
misdienaar en acolietentijd naar boven te halen. Het speelde af in
de oude paterskerk in de Gasthuisstraat.
Het was in 1947,ik was toen 9
jaar, toen ik voor de eerste keer Latijn van buiten moest leren. Een
wat oudere misdienaar moest het mij leren.Na enkele weken had ik het
onder de knie. Toen nog even wachten voor ik de eerste maal aan het
zijaltaar met mijn "leraar " bij een pater die op vakantie
was vanuit de missie, het Latijn en de handelingen
van misboek, water en wijn in praktijk mocht brengen.
Kapelaan van Oort had in die
tijd de leiding over de misdienaars, en elke zondagmorgen had hij de
indeling van de gehele week, op een houten geraamte dat was
voorzien van schuifjes met de naam van elke misdienaar erop, voor
elkaar. Met daaronder een aanhangsel dat voor ieder heel spannend
was omdat daarop werd vermeld wie gelukkige waren die de uitvaart of
de huwelijksmissen mochten "dienen".
Want dit betekende dat je als
de betreffende mis om half tien begon, je om kwart over 9 de klas
uit mocht en zodoende anderhalfuur later pas weer op school
aankwam. En als (God hebben zijn ziel) een uitvaart op het programma
stond, wij het geluk hadden dat we na de mis nog te voet met zijn
drieen naar het kerkhof mochten rennen, want dat was in die tijd
voor ons in Lovensestraat, dus van de Gasthuistraat was dat een heel
eindje. (De pastoor ging met de fiets.) En na de begrafenis liepen
wij nog gezellig terug over de Besterdse markt, en de voormiddag was
wat betreft de schooltijd weer voorbij.
Het was een gezellige tijd, we
brachten heel wat uren in de kerk door, op zondag wa het meestal 2
missen dienen en daarbij kwam in die tijd nog eens een keer het lof
erbij. Dan had ik het voorrecht dat ik nog bij het jongens
koor "Blije Jeugd" ingedeeld was, en daardoor elke
zaterdagmorgen om half acht de schoolmis met Marialiederen boven
op het zijkoor als derde stem mee mocht neurieen. En daardoor
ook ook wel eens door de koster van het koor gehaald werd als er
weer eens een of andere pater onverwachts in de kerk neerdaalde
die dan op een van de zijaltaren de mis wou opdragen en een
misdienaar nodig had.
Bij plechtige missen zoals met
Pasen of kerstmis werden er twee klokken geluid, en dan mochten wij
de kleine klok luiden, waarvan het touw van elk van die klokken aan
weerszijden van het priesterkoor naar beneden kwam. De pastoor was
in die tijd pastoor Jansen en was niet altijd even gemakkelijk, en
toen een van ons 'n keer aan die kleine klok aan het trekken
was, en deed hij het schijnbaar niet goed genoeg naar de zin van de
pastoor, zou hij het wel eens doen.Moet je voorstellen het was nog
al een
forse pastoor met een buik die
er wel mocht zijn, en die aan het touw begon te trekken, wij hadden
zoiets nog nooit gezien, toen plotseling het touw van bovenuit de
toren naar beneden dwarrelde en boven op hem terecht kwam, wij
die door het zijraam van de sacristie het tafereel gade sloegen
hebben krom gelegen van het lachen.
Mij eerste misdienaars reisje
ben ik nooit vergeten, het was ook in 1947, en het ging op de fiets
naar Hilvarenbeek. Ik had nog geen fietsje en mocht van een
vriendje die thuis nog een "doortrappertje"
hadden staan die dag het ding lenen. Die dag gingen
we al vroeg met zo'n 20 jongens onder leiding van
de kapelaan over de Bikseweg richting Beek. En daar reed ik
tussen als de kleinste tussen al die "grote jongens" op
mij doortrapperke. Op een gegeven moment ben ik achter die
grote aangereden maar kon na enkele kilometers niet meer bij
houden en toen ik om keek zag ik de kapelaan die nog met enkele
andere jongens achter waren gebleven niet meer, en daar stond ik
dan, moederziel alleen
op een weg waar niemand anders
te zien was. Het huilen stond me nader dan het lachen, ik was nog
nooit zover van huis geweest, maar na enige tijd kwam daar in de
verte een figuur in het zwart gekleed op de damesfiets
aangereden, en was mijn angstig avontuur dat ik nu nog niet vergeten
ben ten einde. s,middags gingen wij "zwemmen" in een of
ander vennetje in een bos, toen daar plotseling vanuit de struiken
een witte man in een zwarte zwembroek het water in kwam gerend, hè
dat is de kapelaan werd er geroepen, zoiets hadden wij nog nooit
gezien in die tijd.Na het zwembad kregen wij een paar boterhammen in
een café waarachter een voetbalveldje lag en waar we toen tegen de
misdienaars van Hilvarenbeek mochten voetballen. Dat was mijn eerste
misdienaars reisje!!
De bekende slappe lach aan het
altaar heb ik ook verschillende keren gehad, ik hoefde maar na mijn
maatje te kijken en dan begon ik, de tranen in mijn ogen ik proestte
het uit, en hoe ik dan naar onze Lieve Heer aan het kruis keek, Hij
hielp mij ook niet zodat ik van lieverlee naar de sacristie vluchtte
alwaar ik door het zijraam naar mij maatje keek die dan ook weer in
zijn lach schoot. Na een paar keer zuchten en met de klink van de
deur in mijn hand nog even wachten en de stap te wagen om het
priesterkoor op te stappen om dan, na het op mijn knieën weer gaan
zitten weer schuin naar mijn maatje keek, ik weer de sacristie in
vluchtte.
Zo gingen wij met de koster ook
wel een de toren in om het klokkentouw te reparen dat weer eens naar
beneden was gekomen. Het was daarboven in de gewelven hartstikke
donker en moesten we achter de koster aan die met een
kaars voorop liep, over een smalle plank en aan een kant maar
een leuning, over de gehele lengte van de kerk naar de toren.
Ik heb daarna in mij eentje ook
die tocht gemaakt, waar ik toen in de klokkentoren niet van het
uurwerk af kon blijven en ik een palletje naar boven trok en
plotseling de raderen begonnen te draaien en de klepel op de klok
begon te slaan, en als op de middag de klok begint te luiden
dan is er iets helemaal niet in orde, ik zag van boven uit al een
paar mensen omhoog kijken, en toen sloeg meteen de schrik weer
in mijn benen toen ik aan de pastoor dacht die
dit klokkenspel natuurlijk ook moest horen. Na veel getrek
en geduw was het mij toch gelukt om het palletje in een gleufje
terug te duwen en zo een einde te maken aan gelui.
Met Kerstmis zat ik de gehele
dag en nacht in de kerk.Het begon s'nachts om 12 uur, omdat ik
ook bij het jongenskoor was onder leiding van frater Hieronymus,
en onze kerk naast het oude fratershuis was gelegen moesten
wij daar dan samen met het fraterskoor in de kapel een
gregoriaanse mis zingen. En dat waren in die tijd ook weer eens drie
missen achter elkaar met kerstmis. Om 4 uur die nacht begon de
nachtmis in onze kerk en moest dan die mis weer dienen. Daarna was
er nog een mis, of half acht of half negen of half tien of half elf,
en s'middags nog eens het lof.
Door de week hadden we
dinsdagavond na een preek van een kapelaan de congregatie voor de
wat oudere meisjes een zegening met het allerheiligste, en op
woensdagavond was dit de "familie" voor de oudere mannen.
Toen ik van de lagere school
afkwam heb ik mijn loopbaan als acoliet voort gezet tot ik
trouwde op mijn 25 ste jaar. Verschillende misdienaarsreisjes heb ik
daarvoor nog geregeld o.a. op een dag met
een bus die we huurden met chauffeur, naat Volendam en
Amsterdam voor F.143,- waarvan ik de kwitantie nog in bezit heb
uitgeschreven voor "Misdienaars Gasthuisstraat" van
reisbureau DE Toerist.
op 21 augustus 1957. Ook
een keer naar het openluchtmuseum in Arnhem, waarvoor we van de
pastoor een collecte mochten houden in de kerk als bijdrage voor dit
reisje waarvan we zelf ook elke week een kwartje uit hadden gelegd.
Ook ben ik nog in bezit
van enkele foto's die gemaakt zijn bij de sluiting en inzegening van
de oude en nieuwe kerk in de Gashuisstraat.
Ik hoop dat ik ook een kleine
bijdrage heb geleverd aan de belevenissen van de misdienaars van
vroeger. Het is zonder erg een heel epistel geworden, en er zullen
zeker nog wel meerdere voorvallen zijn meegemaakt.
|
|