INHOUD MISDIENAAR
INHOUD LEED
HOME
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
INTERVIEWS
SPECIAAL

MISDIENAAR - REACTIES
Lees de OPROEP uit de rubriek 'Over de wisselvalligheid van het weer en ander dagelijks leed' uit Brabants Dagblad  11-02-2002

Inzendingen: leed@brabantsdagblad.nl

Hub van Erve

In de jaren 1957 t/m 1963 was ik misdienaar bij de 'nonnen' van Huize St. Stanislaus in Moergestel. We waren daar met een stuk of vier man misdienaar; de ene week diende een koppel van en twee en de andere week het andere koppel. Op zondag bij de plechtige hoogmis moesten we met zijn vieren opdraven. Het was een tijd van veel wijwater en wierook en van nog allemaal Latijnse gebeden. Het "Confiteor'' konden we inderdaad snel opdreunen, maar dat gold voor elk gebed. Ik weet nog dat ik het moeilijkst om in te studeren het "Suscipiat" vond; het antwoord op "Orate fratres" op het eind van de offerande.
Als misdienaar bij de 'nonnen' had je het goed. Je moest wel verschrikkelijk vroeg door de kou naar het klooster, maar je kreeg na de mis een ontbijt toe; je kon dan rechtstreeks naar school. Het nadeel van misdienaar op het klooster was, dat je nooit een bruiloft had, alleen maar zilveren en gouden kloosterfeesten en die werden op zondag gevierd, zodat ook daar geen vrij van school aan zat. Dat werd echter wel voor een flink deel gecompenseerd doordat het klooster in Moergestel vooral bedoeld was voor oudere en bedlegerige zusters. Daar overleed er zeer regelmatig een van en moest de uitvaart 'gediend' worden; vrijwel altijd om half tien of tien uur, onder schooltijd dus. Verder kreeg je met Sinterklaas altijd een surprise; meestal wat te snoepen en een gebreide sjaal, wanten, handschoenen of sokken. Met Kerstmis en Nieuwjaar mocht je de eerwaarde moeder en de emeritus pastoor Zalig Kerstmis of -Nieuwjaar gaan wensen en dan kreeg je van ieder en
zilveren gulden. De emeritus pastoor deed de dagelijkse diensten op het klooster, want rector Dekkers (de kunstenaar) was er niet zo vaak, vanwege zijn ongeregelde kunstenaarsleven. Wel nam rector Dekkers ons 's zomers om beurten op zondag na de hoogmis mee naar het Staalbergven in Oisterwijk om een uurtje te zwemmen. We mochten dan steeds twee aan twee mee in zijn sportwagen (Austin Healey 3000); dat was prachtig!
Eén voorval dat me altijd bij is gebleven is het volgende:
Het was meimaand en dus stond het altaar en het Mariabeeld rondom volop in de bloemen. Je kon er nauwelijks door. Bij het weer terugzetten van het evangelieboek aan eind van de mis van de linkerkant van het altaar naar de rechterkant, maakte ik onder aan de altaartrappen de verplichte krul.
Daarbij raakte ik met het boek een van de bloemenstandaards met vaas er bovenop. Toen ik midden voor het altaar knielde met dat boek voor mijn buik, zag ik nog net hoe het geheel van vaas en standaard stond te tollen en vervolgens tegen de grond aan ging met een hoop kabaal en glasgerinkel. Er volgde een luid geloei door de kapel van de (opgeschrokken) zusters. Ik ging maar door met mijn boek en even later verscheen er een zuster met blik en handveger, juist toen de rector zich omkeerde om de zegen te geven. Hij gebaarde de zuster om weg te gaan en rommel maar even te laten liggen. Toen we na afloop van het laatste evangelie naar de sacristie gingen, schopte de rector links en rechts door het glas zodat het nog een keer alle kanten opvloog. Ik verwachtte in de sacristie flink op mijn kop te zullen krijgen, maar in plaats daarvan zei de rector: "Goed gedaan, Hub, ze zetten het ook veel te vol." Even later kwam de zuster-kosteres binnen en begon op me te mopperen. de rector greep in en zei: "Ik heb tegen hem gezegd dat hij dat goed gedaan heeft en dat hij de volgende keer, als het weer zo vol staat, er nog meer moet omgooien!" Daarmee was de discussie gesloten en kwam ik goed weg.