Liedjes
van vroeger
De
sprokkelaar
Inzending
van Cor Heuvelmans
De
sprokkelaar
Kromme klaas had
hout gesprokkeld
Tot herstelling
van z’n hut
"t was een
flinke gezonde kerel
Nie heel bang en
ook nie prut
Krek zat ie te
kloppen kloppen
Boven op z’n
strooien dak
Toen een kaale
klerk van het raadhuis
Hem daar bezig zag
en sprak
Klaas van het
hakken van die takken
Motte gij mergen
in het kot
En gij blijft voor
veertien dagen
Zee de rechter
achter het slot
Klaas zee niks mar
dacht ik zal gek zijn
Zelf naar ’t
spinhuis toe te gaan
Willen ze me komen
halen
Dê ze komen ik
zal ze staan
En verdraaid ,daar
komen ‘smergens
Twee gendarmes aan
zijn huis
Klaas sloot gauw
de deur van "t hutje
Hield zich stil
stil als een muis
Bong ,zo klonk
het,klaas doe open
Open doen ,zee
klaas waarom
Wel ge mot naar
het spinhuis kerel
Veertien dagen
,open kom
En wie bende
gullie heren
Wij gendarme,lompe
vent
Daar geloof ik
niks van niks nie
Hedde gullie een
patent
Let wel op de
kleren domkop
Op de wapens die
ge ziet
O z’n kleed kan
ik ook wel aan doen
Kleedsel maakt de
man nog nie
Of ze riepen of ze
scholden
Klaas gaf hun geen
antwoord meer
En toen !!’t
hutje bleef gesloten
Keerde men naar
"t raadhuis weer
Toen ging ook de
burgemeester mee
Toen ware ze mee
z"n drieên
Open zei de
burgervader
Nee zei klaas ik
ken jou nie
Ik ben meneer de
burgemeester
Klonk het weer.doe
open gauw
Is het zeker…..ik
geleuf er niks van
Nee ik open nie
voor jou
Toen vertoonde de
edelachtbare
De medaille op
zijn borst
Zie zei hij ,dit
is het teken
Van zijn maiesteit
en vorst
En wip ,daar ging
de zware grendel
In een oogwenk van
de deur
Mar klaas stelde
de gendarme
Voor de tweede
keer teleur
Ze doorzochte heel
het huiske
Zolder kelder hoek
en kast
Kromme klaas wier
nie gevonden
Waar die vent
gebleven was
Haaa daar horen de
gendarme
In de schoorsteen
wê geraas
Kek daar stond
tussen aard en hemel
Boven zit de
kromme klaas
He e kom uit zo
schreeuwen beien
Houde ons nou vur
de gek
Doe de deur toe zo
riep de kromme
"k zit hier
in de kouwe trek
en terwijl ze
staan te gapen
Maakt de
sprokkelaar kort en goed
Floep daar gooit
hij naar beneeên
Een twee drie een
wolk van roet
De gendarme
wrevend kloppend
Zich verschuilend
in hun kraag
En toen ze in de
hoogte keken
Kregen ze een
tweede laag
"t waren net
twee zwarte duivels
zonder horens
zonde steert
Kwaad als
heksen,schelden razen
Stonden ze aan de
vuile heerd
Is de deur nog nie
gesloten!!! Akelig volk
"k Zal hier
kou gaan zitten lijde
b rrrr dar viel
een derde wolk
Toen wier een der
mooie mannen
Zo verschrikkelijk
boos en kwaad
Dat ie opsteeg
naar de schoorsteen
Mar "t was
alles zonder baat
Kaas bleef rustig
op z’n houtje
Lachte de ander
hartelijk uit
Klom toen ’t
tijd wier nog wat hoger
Roepend…..kom
maar op kornuit
Wip daar springt
ie door zo’n gatje
Boven op z’n
strooie dak
Wacht de ander
heel geduldig
Tot ie z’n kop
door de opening stak
Nou bonjour zei
klaas,ge kunt het
Klimmen als de
beste kat
Mar van boven nar
beneêe
Zeg eens jongens
kun je dat
En hij wandelt
heel parmantig
Nar de schoorsteen
van z"n buur
En verdwijnt in
een seconde
Daar was weer een
andere kuur
Als een aap op
hand en voeten
Klautert den
gendarme’s hem na
Geeft z"n
metgezel een teken
Dat hij gauw naar
binnen ga
Nou begint het er
te spoken
Midden in de
schoorsteen klaas
Boven een gendarm
op "t randje
En onder ook nog
zo"n baas
Kom riep Klaas wie
zal me vatten
Want van zelvers
kom ik nie
Een nar onder en
een nar boven
Kom dan zijn we
hier mee drie
"t Is hier
werm en heel gezellig
Mar "t stinkt
er wê nar roet
Toe kom gauw ik
hou nie van sukkelen
Kom courage .hou
je goed
Toen die twee dat
sarren hoorde
Vlogen ze op de
sprokkelaar aan
En temidden van de
schoorsteen
Kregen ze de man
te staan
Nou zee Klaas ge
het "t gewonnen
Bende wê smerig
en wê zwart
"k Zeg ge zet
toch flinke kerels
En ge het een
mannenhart
Aanstonds moest ie
mee nar "t raadhuis
En door "t
poortje van de trap
Alle drie mar
uitgezonderd
Lachte hartelijk
om de grap
|