Dit lied is een
familieversie op 'Wij zijn drie nonnen...' maar dan voor heren,
waarschijnlijk in travestie.
Geen titel
(vermoedelijk: Wij zijn de Paters van Plezier)
Toespraak:
Patertjes zijn
wij en allemaal in het klooster
eens was het
leven vrij, nu gaat het volgens rooster
de pij bevalt
ons best en wij hebben mooie petjes
de
kloosterplicht
pretjes
het kruis op
onze buik veranderde in een sticker
want kruisjes
zijn zo duur en dit kost ons geen flikker.
Lied:
(wijze: Miserere mei deus)
Ik draag als
kloosternaam Hubertus groot van schoenen
Ik loop hier in
dit huis de meubeltjes te boenen
Ik sjouw de hele
dag met bezem
dweil en water
en af en toe
denk ik, ach was ik maar geen Pater.
Refrein:
(wijze: Wij zijn de jongens van plezier)
Wij zijn de
Paters van Plezier
Wij zijn dat
geworde
't Is zo'n leuke
orde
Wij zijn de
Paters van Plezier
Als ge't ook wil
worde, kom maar hier.
Marinus was mijn
naam, nu heet ik Tante Dora
Ik zorg hier
voor de tuin en al die schone flora
nog denk ik vaak
vol spijt aan al die mooie bloemen
die 'k ooit
geschonken heb, ik zal geen namen noemen.
Refrein
Ik, zuurpruim
zonder deeg, eens noemde men mij Sjarrel
Ik denk nog vaak
met smaak aan menige fijne scharrel
dat nachtelijk
gefuif, het kan me niet berouwen
als ik langer
had gewacht, ha'k zeker moeten trouwen.
Refrein
Ik, Pater zonder
baard, als kind noemden ze mij frater Lexi
de pij staat me
wel goed, al is hij niet zo sexy
Ik help nu de
kokkin bij het koken in de keuken
en geloof me
maar gerust, dat dan m'n handen jeuken.
Refrein
Mijn jeugd was
een roman van dolle dwaze streken
die tijd is nu
voorbij, de kansen zijn verkeken
nu doe ik goed
m'n best de hemel te verdienen
met bezem
spons en zeem, met vim en lodaline.
Refrein
Vaarwel o
dier'bre jeugd, ik zou wel kunnen wenen
Ik krijg, als ik
aan jouw denk, de kriebels in m'n tenen
ach liet toch de
portier de poort een kiertje open
Ik nam beslist
de kans er stiekem uit te lopen.
Refrein
Nu zingen wij in
koor en prevelen weesgegroetjes
omdat 't niet
anders kan... met uitgestreken snoetjes
we hebben met
ons haar de streken ook verloren
maar zie 'k een
lekker stuk, dan krijg ik rooie oren.
Refrein