De
feesten en partijen van vroeger
Stuur uw bijdrage aan:
eindredactie@brabantsdagblad.nl
Engelenzattelappenkoor
Ed
Schilders
Drinkt
bier, wijn, cognac en klare/ En ge zult uw helderheid bewaren. Nee, dat is
niet de slogan van de plaatselijke slijterij, maar een regel uit een van
de vele parodieën op de zondagse preek van meneer pastoor. In zulke
feestpreken, zo zagen we al eerder, werd door de zogenaamde pastoor vaak
hel en verdoemenis afgeroepen over drankmisbruik. Dat gebeurde in
werkelijkheid immers ook, want vanaf circa 1900 heeft de katholieke kerk
zich zeer ingespannen om alcoholmisbruik tegen te gaan, vooral in de
arbeidersklasse. Het kon dus bijna niet anders of ook daarmee werd de spot
gedreven als er iets te vieren viel. ‘De preek van vader Bachus’ (of
Bacchus) is in die tijd ontstaan. De anti-alcoholpreek wordt daarin
perfect omgedraaid om de feestgangers te amuseren en aan te moedigen.
Bacchus, de Griekse god van de wijn, is dan plotseling een katholieke
patroonheilige of zelfs God de Vader zelf. Meestal begint dit feestnummer,
dat door vijf lezers werd ingezonden, met een aantal vragen die aan de
catechismus herinneren. Bijvoorbeeld: Hoe moeten wij vader Bacchus
beminnen? Met als antwoord: Bemint boven al den wijn/ Opdat ge eens in de
week zult dronken zijn/ Drinkt jenever, bitter en likeur/ Opdat ge steeds
moogt hebben een goed humeur. In een andere, waarschijnlijk latere versie,
loopt de dronkenschap al op tot tweemaal per week. Ook waarschuwt onze
feestpredikant tegen overmatig gebruik van… koffie en thee! Wie zich
daaraan te buiten gaat, die zal bij het laatste oordeel zwaar gestraft
worden. Tegen hen die aan Bacchus hebben geofferd zal Bacchus dan echter
zeggen: Gij, ware gelovigen, kom binnen en zet U aan de tafel en de
welgevulde vaten. En hij zal zeggen: muziek, muziek voor de zuipers en
zuipsters van Vader Bachus, en het Engelenzattelappenkoor zal zingen:
‘Gif me nog ’n drupke/ Gif me nog ’n drupke…’
Van
alle feestpreken is deze soort de meest oneerbiedige, maar achteraf ook
het beste bewijs hoe onze voorouders vertrouwd waren met de echte preken.
Twee van de ingezonden teksten sluiten af met een persiflage op het Onze
Vader, en dat was lang voordat Nederland in rep en roer werd gebracht door
de beeldreligie van het televisieprogramma ‘Zo is het toevallig ook nog
eens een keer’: Onze Vader Bachus, die in alle kroegen en herbergen zijt,
wees gezegend. Geef ons heden ons dagelijks slokje, en leidt ons niet in
kroegen en herbergen, maar verlos ons van die hele kleine glaasjes. Amen.
|