Alles
gaat goed, alleen…
De
bananenhandel is de pisang, en de tabakshandelaar is de sigaar.
De
bakker verdient geen droog brood, en de herenmode is de das
omgedaan.
De
lampenwinkeliers zien de toekomst donker in, en de scheepvaart is
de wind uit de zeilen genomen.
Menig
timmerman heeft de plank misgeslagen, en de houthakkers hebben het
bijltje er bij neergelegd.
De
kousenwinkeliers zien er geen gat meer in, zij krijgen de kous op
de kop.
Horlogemakers
zouden de klok terug willen zetten, en de kappers komen er kaal
af.
De
kleermakers moeten maar zien er een mouw aan te passen, en ook de
verstelnaaisters komen er niet zonder kleerscheuren af.
De
groenteman heeft men knollen voor citroenen verkocht, de slagers
hebben zich in de vingers gesneden.
De
boeren hebben het land, en de zeelui zijn aan lager wal geraakt.
De
chauffeurs zijn het stuur kwijt, en de wielrenners weten niet meer
rond te komen.
Verscheidene
brillenhandelaars is het lid op de neus gevallen.
Menige
jager heeft een bok geschoten.
De
badmeesters kunnen hun hoofd niet meer boven water houden, en het
assurantiebedrijf kan geen enkele verzekering meer geven.
Het
autobedrijf is aan banden gelegd, de advocaten gaan
"pleite" en de bierbrouwers moeten uit een ander vaatje
tappen.
De
bloemisten zitten op zwart zaad, en de masseurs beginnen hem te
knijpen.
De
concertgangers moeten een toontje lager zingen, en de
voddenkoopman loopt erbij met een gezicht van oude lappen.
De
schoorsteenvegers komen op straat te staan, en de stratenmakers
kunnen wel op het dak gaan zitten.
De
stoffenhandelaar heeft men voor het lapje gehouden, en de
uitgevers zitten zonder inkomen.
Dit
alles zal wel veranderen als… de wapenhandelaars inzien dat er
geen schot meer in zit.

|