Fluitketels
Ed
Schilders
Bij
een autorit over het platteland overrijden Goebbels en Göring een
boerenhond. Göring gaat naar de boerderij om het ongeval te
vertellen, maar als hij na een halfuur nog niet terug is, gaat
Goebbels ook een kijkje nemen. Tot zijn verbazing treft hij
Göring, de boer, en de boerin aan in opperbeste stemming achter
glazen cognac. Wat is er aan de hand, man?, vraagt Goebbels.
Waarop Göring antwoordt: Niks man! Ik kwam hier binnen en zei
alleen maar: Heil Hitler! Der Hund ist kaput!’
In
een trein worden moppen getapt, en een van de reizigers zegt: Ik
weet er nog een. Wie is de grootste leugenaar van Europa? De
toehoorders roepen: Ach schei uit, die heeft zó’n baard! Waarop
de reiziger antwoordt: Niet waar! Een snorretje!
Dat
zijn slechts twee van de exact honderd bezettingsmoppen die J.
Kragt in 1941 en 1942 verzamelde onder de titel Moppenspiegel.
Na zijn dood bleven de dertien getypte velletjes in de familie, en
Kragts schoondochter, Hannie van Hoof, stuurde ons daarvan een
kopie. Ik vind het een zeer bijzonder document, zowel inhoudelijk
als door zijn omvang. Het bewijst hoezeer de humor in die jaren
toch een lichtpuntje is geweest, vooral ook omdat de moppen heel
vaak over de beroerde dagelijkse omstandigheden gaan: Heb je al
gehoord dat we volgende week een extra rantsoen vlees krijgen?
Nee, waaraan hebben wij dat te danken? Mussolini heeft een bok
geschoten. Of: Er is geen corset meer te krijgen. Hoe komt dat?
Mussolini laat ze allemaal opkopen om het figuur van de Italianen
te redden. En: Als Hitler vandaag of morgen naar Holland komt,
weet je hoeveel punten hij dan op zijn textielkaart krijgt? Nou?
Vijf; meer geef je niet meer voor een dweil! Een van de moppen
maakt de verhouding tussen dagelijkse ellende en humor heel
duidelijk: Nederlanders zijn in die jaren net fluitketels. Waarom?
Ze fluiten de hele dag, maar van binnen koken ze.
Vorige
week noemde ik de groet OZO, een verhullende afkorting voor:
Oranje Zal Overwinnen. In de Moppenspiegel van J. Kragt
staan twee varianten, gebaseerd op twee merken zout. De eerste is
JOZO, ofwel: Jij Ook Zo Optimistisch? Wat beantwoord kon worden
met NEZO: Natuurlijk, Engeland Zal Overwinnen. Kent u het toppunt
van optimisme, zo luidt een vraag. Het antwoord is: Als een NSB’er
gaat zorgen voor zijn oude dag. Zelfs de pessimist is onderwerp
van humor, getuige een mop over de bevrijding. Die laat wel heel
lang op zich wachten. Denk aan de dag waarop ‘een statige oude
dame met grijze haren’ op Schiphol uit een KLM-Douglas zal
stappen, roept de optimist. Jawel, mompelt de pessimist: Prinses
Irene.
Zo
brengt de humor ons dicht bij de historie. Het dagelijks brood was
schaars, maar elke mop moet een portie dagelijks optimisme geweest
zijn. Dankzij de vriendelijke toestemming van de familie Kragt-Van
Hoof zal de Moppenspiegel vanaf vandaag compleet
verschijnen.

|