Fietsen - Ed Schilders
De
Duitsers hebben het lang moeten horen. Ze begonnen een oorlog met
tanks en vliegtuigen, ze verloren hem op de fiets. Vooral in de
(strip)boekjes die in 1945 verschenen, is de klassiek geworden
fietsenroof een geliefd onderwerp. Niet voor niets staat er in het
boekje ‘Gek en wijs tijdens Seyss’ (ingezonden door G. Kuitert)
een prent van een politieagent die de andere kant opkijkt, met
deze tekst:

In
het boekje ‘Ons land uit lijden ontzet’ (inzending van Toky
v.d. Zanden) worden de problemen gedurende de oorlog op een rijtje
gezet: eerst de banden oplappen, daarna zonder banden rijden, dan
het zogenaamde babybandje, en ten slotte een fiets met houten
banden. Ofwel, volgens dit stripboek: Is-tie nog niet leeg?/ Reng
teng/ Klepper/ De klap.

Dat
woord ‘babybandje’ is bijzonder. Om de Duitse regels te
omzeilen, werd het voorwiel van een fiets blijkbaar vervangen door
een kleiner voorwiel, een ‘babybandje’, ofwel het wieltje van
een step of autoped. Dat vernuftige idee is te zien in het
laatstgenoemde boek, en ook op de hierbij afgedrukte prent,
afkomstig uit het cartooneske boekje ‘Hou zadel’ (ingestuurd
door G. Kuitert). De tekst bij die prent luidt: En hoe j’er
lekker buiten viel? [dus buiten de regels van de Duitsers]/ Je
demonteert het voorste wiel/ Neem dat van zoonliefs autoped/ En je
ontduikt de Nazi-wet!
Ik
kreeg een mooie brief van mevrouw Berk. Over de humor in de oorlog
schrijft ze: ‘Het was verbazingwekkend hoe snel al die
schimpscheuten zich door het land verspreidden, en hoe je moest
oppassen aan wie je iets vertelde.’ En over Oud- en nieuwjaar:
‘Altijd gevoel van waakzaamheid. Kans op invallen,
bombardementen. Zorg over ondergedokenen, joodse vrienden. Stil op
straat, want pikdonker. Geen radio. Maar gezellig, even niet het
gevoel van dreigend gevaar. Heel moeilijk onder woorden te
brengen. Saamhorigheid is misschien een goed woord.’
Dat
lijkt me, mevrouw Berk, na zestig jaar nog steeds het beste woord.

|