INHOUD LEED
INHOUD NAAR DEN BOSCH
HOME
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
INTERVIEWS
SPECIAAL

Over de Sint-Jan, zie ook de fotopagina's van Tony Zeeuwe

NAAR DEN BOSCH TOE - REACTIES
Inzendingen: leed@brabantsdagblad.nl

Matt Megens (Berghem)

Ook de Berghemse verkenners hadden in goedkatholieke traditie hun jaarlijkse bedevaartweekend in mei naar Den Bosch.

Gekampeerd werd er in Nuland achter het klooster, het huidige AZC. In mijn herinnering een van de saaiste weekenden van het jaar. Geen avondspel of avontuurlijke bezigheden maar beperkt tot tent opzetten, potje koken en vroeg in de slaapzak want op zondagmorgen vreselijk vroeg uit de veren om naar de St.Jan te lopen.

Maria verwachtte ons nuchter in de kerk dus viel het voor ons, opgroeiende knapen tussen 12 en 16, niet altijd mee om zonder eten of drinken en ongeoefend, de naar schatting 11 tot 12  km te overbruggen.

Dan eerst naar de hoogmis, daarna bidden bij Maria en jezelf vergapen aan de religieuze parafernalia in haar kapel. De raadselachtige harten, benen en armen en al wat er maar aan lichaamsdelen kapot kon gaan als je leeftijd vorderde. Wat een geruststellende gedachte dat hier vervanging en heling mogelijk was als het echt penibel werd.

Dan...., eindelijk ontbijt!

De Bossche verkenners spekten hun clubkas door wervende teksten in de buurt van de Sint Jan: "kom bij de verkenners uw brood opeten". Ze hadden vlak bij de St. Jan een onderkomen op de eerste verdieping van een oud pand. Via een smalle wenteltrap moesten we omhoog. Ik vond het vreemd dat ze midden in de stad zaten, maar er waren Zee-verkenners, misschien bestonden er ook wel Stads-verkenners. 

Iedereen was er welkom en het was er altijd een drukte van belang. Veel mensen brachten dus  hun eigen brood mee.

We werden getrakteerd op een flesje Chocomel, de enige echte, en dan kon de terugtocht beginnen.

In mijn herinnering stond de zon dan altijd hoog aan de hemel. Smorend heet, stoffig, vermoeid en dorstig liepen we langs de rijksweg terug naar Nuland.

Waarom, vraag ik me nu nog af, hebben we nooit eens gekeken of er een mooiere route te bedenken viel. Bij de benzinepomp in Rosmalen laafden we ons aan de kraan en dan de laatste etappe terug naar de kloostertuin.

Boterhammetje eten, inpakken en weer op de fiets naar huis. Gereinigd van alle jeugdzonden, een grote aflaat verdiend, en bovenal uitkijkend naar een weekend waarin  we echt schik konden hebben met bloedstollende spannende avondspelen in donkere bossen. Zoals de Geest van de kromme mulder van de molen van Gassel; maar daarover later wellicht meer.